Een federale rechter in Arizona heeft bepaald dat het aanbieden van muziek via filesharing op zich niet neerkomt op het verspreiden ervan. Volgens hem is er dan ook geen sprake van auteursrechtschending door het sharen van muziek.
Rechter Neil Wake deed zijn uitspraak in een zaak die de Riaa tegen het echtpaar Howell had aangespannen, omdat zij muziek via Kazaa hadden aangeboden. De Riaa wilde graag een onmiddellijk oordeel, een zogenaamd summary judgment, omdat het volgens de muziekorganisatie duidelijk genoeg was dat de Howells auteursrechten hadden geschonden. Rechter Wake ging hier aanvankelijk mee akkoord, maar besloot na protest van de beklaagden, inmiddels gesteund door de EFF, om zijn eerdere oordeel op te schorten en de zaak opnieuw te bekijken.
Volgens de verdediging had de Riaa weliswaar aangetoond dat de Howells muziekbestanden hadden aangeboden, maar niet dat zij deze ook hadden verspreid. Aangezien de auteurswet wel het verspreiden van beschermd materiaal verbiedt, maar niets zegt over het aanbieden ervan, claimden de Howells dat hun handelswijze niet verboden was en dat de Riaa geen schadevergoeding kon eisen. In het deze week gepubliceerde vonnis oordeelt de rechter dat aanbieden inderdaad niet gelijkstaat aan verspreiden. Hij wijst een summary judgment in het voordeel van de Riaa dan ook definitief af.
Het vonnis betekent overigens niet dat het echtpaar Howell nu vrijuit gaat. Later dit jaar zal het proces een volledige behandeling krijgen, waarbij ongetwijfeld de vraag of aanbieden van auteursrechtelijk beschermde werken neerkomt op het verpreiden ervan, nogmaals uitgebreid aan de orde zal komen. De zaak is van groot principieel belang omdat veel aanklachten van de Riaa gebaseerd zijn op het aanbieden van muziek, aangezien het verspreiden ervan veel lastiger te bewijzen is.