Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten gaat een zaak tussen filmstudio's en producenten van p2p-software in behandeling nemen, zo is te lezen bij Wired. In de zaak Metro-Goldwyn-Mayer Studios versus Grokster zal de hoogste rechter een uitspraak doen over de vraag of twee aanbieders van p2p-diensten aansprakelijk zijn voor de illegale uitwisseling van bestanden die via hun netwerken plaatsvindt. Naast Grokster gaat het daarbij om Streamcast dat onder andere bekend is van de p2p-software Morpheus. Een lagere rechter besliste in augustus dat de p2p-bedrijven niet aansprakelijk gesteld konden worden voor het gedrag van hun gebruikers. De entertainmentindustrie vroeg daarop het Hooggerechtshof om een oordeel.
Het oordeel zal naar verwachting in de zomer van 2005 gegeven worden. Zal de uitspraak positief uitpakken voor Grokster en Streamcast dan valt voor de film- en platenmaatschappijen de mogelijkheid weg om via de p2p-bedrijven schadevergoedingen binnen te halen voor uitgewisseld illegaal materiaal. De minder populaire en kostbare methode om individuele gebruikers persoonlijk te vervolgen zal dan gebruikt moeten worden. Het zal een nederlaag voor de entertainmentindustrie betekenen die vergelijkbaar is met het verliezen van de Betamax-zaak uit 1984. Toen verwierp het Hooggerechtshof de illegaliteit van videorecorders, zoals de Betamax-systemen van Sony.