Paul DeMone van Real World Technologies geeft in zijn nieuwste artikel een overzicht van de stand van zaken op de markt voor 64-bit-serverprocessors, een klein maar zeer winstgevend deel van computerland dat traditioneel verdeeld was onder de regeringen van Power, PA-RISC, UltraSPARC, MIPS en Alpha, maar waar Intel de laatste jaren ook voet aan de grond probeert te krijgen met zijn Itanium-familie. De reden dat Intel ondanks een zeer trage start volhoudt is simpel: hoewel slechts een tiende van de servers die verkocht werden in het jaar 2003 zich tot deze categorie zware jongens mocht rekenen, was dit deel goed voor 56% van de totale omzet. Maar liefst 28 van de 50 miljard dollar die uitgegeven werd aan servers ging naar de categorie waar Intel met Itanium een voet aan de grond hoopt te krijgen. Ook AMD kan echter niet vergeten worden. Hoewel de Opteron een veel groter gevaar is voor 32-bits x86-chips zoals de Xeon dan voor de Itanium-familie, heeft AMD Intel effectief beroofd van de mogelijkheid om "64-bits" te gebruiken om de duurdere systemen waar Itanium zijn werk in doet te differentiëren van goedkopere x86-machines.
Ondanks deze tegenslag is de hoop voor Itanium nog ver van verloren. De Alpha-serie wordt niet meer ontwikkeld, PA-RISC is aan het einde van zijn roadmap aangekomen, Sun heeft de UltraSPARC V geannuleerd en MIPS kon al langer niet meer serieus genomen worden als concurrent in deze markt. De enige drie architecturen die qua performance nog een degelijk toekomstperspectief hebben zijn x86(-64), IA-64 en Power (de auteur heeft erg weinig vertrouwen in de levensvatbaarheid van Suns Niagara). Hoewel er een trend zichtbaar is waarin standaard x86-hardware verkozen wordt boven specifieke high-end serverchips, verwacht DeMone dat dit deze groei zal afzwakken op het moment dat de verhouding in omzet tussen x86(-64) en speciale high-end architecturen één op één is.
Hoewel x86-processors op dit moment nog redelijk goed mee kunnen komen met IA-64, windt Intel er geen doekjes om dat het de concurrentie van x86 niet vreest. Door Xeon en Itanium naar hetzelfde platform te migreren laat het bedrijf de keuze van architectuur volledig aan de klant over, maar het is wel de bedoeling dat IA-64 twee keer zoveel performance voor dezelfde prijs gaat bieden. De inmiddels tien maanden oude 1,5GHz Itanium 2 6M staat op dit moment nog steeds aan kop in SPECfp2000, maar wel op het punt om ingehaald te worden. Binnen enkele maanden wordt deze chip echter opgevolgd door een 200MHz hoger geklokte Itanium 2 9M. Begin 2005 verschijnt er bovendien een nieuwe generatie chipsets voor het Itanium-platform met 667MHz FSB (vergelijkbaar met een 1,33GHz Pentium 4-bus), die wederom een opkikker aan de prestaties zal geven. Halverwege 2005 wordt er echter pas echt grof geschut uit de kast getrokken.

Met Montecito zal Intel de limieten van het 90nm-productieprocédé opzoeken; de naar schatting 600mm² grote chip zal ruim anderhalf miljard transistors gebruiken om een tweetal Itanium-cores, 1,5MB aan L2-cache en 24MB aan L3-cache te implementeren. In de derde-generatie Itanium heeft naast deze brute kracht ondere andere een vorm van multithreading, advanced power management en gescheiden L2-caches voor data en instructies gekregen. Door optimalisaties voor lager stroomverbruik, het feit dat Itanium-cores veel kleiner zijn dan x86-cores (en cache veel zuiniger is dan logica), wordt de TDP van dit monster geschat op een relatief bescheiden 110 Watt op 2,5GHz. Intel zal de productiekosten in toom houden door een groot aantal redundante cacheblokken te implementeren, zowel op niveau 2 als 3. Hierdoor kunnen meerdere productiefouten in het cache zonder moeite worden opgevangen, waardoor het oppervlakte van de core dat kritiek is voor de yields niet groter is dan dat van standaard x86-processor. Eind 2005 zal naar verwachting van Paul DeMone duidelijk zijn geworden dat IA-64 absoluut geen mislukking is:
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | Itanium 3 Montecito (2,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Itanium 2 9M (1,7GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power5+ (2,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron (3,2GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Xeon MP Potomac (4,0GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron (2,8GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power4+ (1,9GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | SPARC65 VI (2,4GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power5 (1,6GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron 148 (2,4GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | SPARC64 V (1,8GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | UltraSPARC IV (1,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Alpha EV7z (1,3GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | PA-8900 (1,2GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | Itanium 3 Montecito (2,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Xeon MP Potomac (4,0GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron (3,2GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron (2,8GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Itanium 2 9M (1,7GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power5+ (2,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Opteron 148 (2,4GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | SPARC65 VI (2,4GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power4+ (1,9GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Power5 (1,6GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | SPARC64 V (1,8GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Alpha EV7z (1,3GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | PA-8900 (1,2GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | UltraSPARC IV (1,5GHz) * | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
Intel heeft vorig jaar ruim 100.000 Itanium-processors verkocht, waarvan het overgrote deel voorzien was van de eind juni uitgebracht Madison-core. Dit jaar verwacht het bedrijf dus minstens twee keer zoveel Itaniums te verkopen. Nog steeds peanuts vergeleken bij de grote aantallen x86-chips die over de toonbank gaan, maar respectabele cijfers voor het high-end segment. Door zijn sterke marktpositie en toekomstige ondersteuning van high-end operating systemen zoals HP-UX, VMS en NSK heeft het bedrijf zichzelf in een zeer goede positie geplaatst om het marktaandeel van de afstervende architecturen over te nemen, en zo nog veel verder door te groeien.
Met IBM als enige echte concurrent in het high-end serversegment zal het marktaandeel van Itanium volgens DeMone de komende jaren snel door blijven groeien. Door de komst van de Opteron zal Intel hoogstwaarschijnlijk wel minstens 5% tot 10% van zijn Xeon-marktaandeel moeten gaan inleveren. De chip van AMD zal ook deels aan bijdragen aan het verkleinen van de markt voor speciale high-end processors, maar er zullen nog genoeg miljarden in dat segment om blijven gaan om het aantrekkelijk te houden voor Intel om door te gaan met de Itanium. Als de performancedoelen daadwerkelijk worden gehaald dan zou het gelijktrekken van het platform en de ontwikkeling van de IA-32EL x86-emulator zelfs kunnen betekenen dat IA-64 langzaam zijn weg naar beneden zal gaan vinden.