Aanstaande dinsdag zal AMD de Athlon 64 introduceren. Van deze processor komen er twee smaken, de Athlon 64 en de Athlon 64 FX. De eerste is uitgerust met een single-channel-geheugencontroller en de verschillende modellen worden met de inmiddels bekende PR-rating uit elkaar gehouden. De Athlon 64 FX daarentegen, is uitgerust met een dual-channel-geheugencontroller en om de verschillende modellen uit elkaar te houden, gebruikt AMD geen rating-systeem, maar gewoon een getal.
x86-secrets wist zich een Athlon 64 3200+ (2GHz), een Athlon 64 FX 51 (2,2Ghz) en een Intel Pentium 4 Extreme Edition (3,2GHz) te bemachtigen en vergeleek deze met verschillende andere processors. Alle processors werden getest op een moederbord dat dual-channel-geheugen ondersteunt, met als enige uitzondering de Athlon 64 die alleen maar single-channel-geheugen ondersteunt. Als geheugen werd er DDR400 geheugen gebruikt, maar ook hier waren er weer enkele uitzonderingen. De Athlon 64 FX en de Opteron maakten namelijk gebruik van DDR333-geheugen. Wees dus voorzichtig met het interpreteren van de resultaten, want zoals we op het forum van Real World Technologies kunnen lezen, presteert de Athlon 64 FX en de Opteron beduidend beter met DDR400-geheugen.
In de meeste synthetische tests weten de Pentium 4-processors het te winnen van die van AMD, met enkele uitzonderingen zoals Super Pi 1M waar de Athlon 64 FX de Pentium 4 EE nipt weet te verslaan. Hierna komen er enkele benchmarks aan bod die gebaseerd zijn op echte applicaties. Sommige, zoals bijvoorbeeld 3DStudio Max 5,1, zijn geoptimaliseerd voor de Pentium 4-processor en het is dan ook niet meer dan logisch dat deze benchmarks door de Pentium 4-processors worden gewonnen, met de Extreme Edition voorop. Maar in andere tests die niet geoptimaliseerd zijn voor de Pentium 4, zoals Pov-Ray 3.5, weten de AMD-processors, met de Athlon 64 FX 51 voorop, met gemak te winnen van hun Intel-tegenhangers.

Om de 64-bits-functionaliteit van de AMD64-processors te testen, wordt er gebruik gemaakt van Minigzip en de 64-bits editie van Windows XP. Deze voor de Athlon 64 geoptimaliseerde benchmark wordt uiteraard met ruime voorsprong door beide Athlon 64-processors gewonnen. Als er echter alleen gekeken wordt naar de 32-bits resultaten, dan zijn de Intel-processors beduidend sneller dan die van AMD.
Als laatste worden er een aantal benchmarks van spelletjes gedraaid. Wat hier meteen opvalt zijn de goede prestaties van de Pentium 4 Extreme Edition. Het extra L3-cache blijkt dus zijn vruchten af te werpen. De Athlon 64 FX doet het ook niet slecht en blijft dicht in de buurt van de 3,2GHz Pentium 4.

Er wordt ook een poging gewaagd om de drie nieuwe processors over te klokken. De Athlon 64 3200+ komt niet verder dan 2,2GHz, een magere overklok van maar 10%. De Athlon 64 FX doet het niet beter, de CPU die normaal op 2,2GHz zijn werk doen, bleek niet verder te komen dan 2,4GHz. De 3,2GHz Pentium 4 Extreme Edition bleek maar tot 3,6GHz over te klokken. Hierbij verstookt het beestje maar liefst 150W, wat geen enkel probleem was voor het Asus P4C800 moederbord. De uiteindelijke conclusie is dat je tegenwoordig het beste een processor kunt kiezen aan de hand van de applicaties die je gaat draaien. Sommige doen het beter op een Intel en andere op een AMD:
Au final, bien que l'Athlon 64 3200+ soit plus une évolution qu'une révolution, il inaugure une nouvelle génération de processeur et surtout, un nouveau mode d'achat pour le consommateur. Révolu en effet le temps ou on choisissait un processeur pour ses performances. Bientôt, on choisira un processeur en fonction des applications qu'on désirera faire tourner dessus. Vous êtes joueur ? l'Athlon 64 3200+ peut vous convenir. Vous faite du rendu, de l'image ou de la 3D ? Tournez-vous vers un Pentium 4. La lecture des benchmarks sera donc très importantes pour comprendre l'Athlon 64. C'est pour cette raison que nous avons choisi une sélection de tests qui nous ont paru les plus appropriés à juger globalement du processeur. Nous en avons omis certains et gardé d'autre afin de maintenir une cohérence dans les résultats. A double tranchant, il est très facile d'écrire un test pro-AMD ou pro-Intel selon les benchmarks employés. La méfiance s'impose donc et c'est pour cette raison que nous ne noterons pas l'Athlon 64. La note, c'est vous même qui la déterminerez en fonction des résultats que vous venez de voir. Le but d'un média étant de fournir les éléments au lecteur lui permettant de prendre sa décision et non pas de prendre la décision à sa place.