Elke Nederlander moet in 2030 toegang hebben tot een internetverbinding met een snelheid van minimaal 1Gbit/s. Dat schrijft minister Adriaansens van Economische Zaken in het plan 'kabinetsstrategie Digitale Economie'.
Het plan zet meerdere ambities uiteen die tussen nu en 2030 gerealiseerd moeten worden, waaronder de verdere uitrol van breedbandverbindingen met een snelheid van minimaal 1Gbit/s. Volgens de minister heeft op dit moment 91 procent van de Nederlandse bevolking toegang tot een dergelijke verbinding.
Hoewel niet expliciet genoemd, wordt hierbij hoogstwaarschijnlijk alleen naar de downstreamsnelheid gekeken; de dekking van glasvezel met symmetrische snelheden ligt namelijk lager en de gigabitverbinding van kabelaar Ziggo is op dit moment gekoppeld aan een maximumuploadsnelheid van 50Mbit/s. Mocht de markt de uitbreiding niet zelf oppakken, zoals mogelijk voor de 19.000 adressen die zich in buitengebieden bevinden, dan valt in het plan te lezen dat 'actieve overheidsinterventie met staatssteun' of 'partijen verplichten om deze diensten te gaan leveren' tot de mogelijkheden behoren.
Op vlak van mobiel internet stelt het plan dat er volledige 5G-dekking in bewoonde gebieden in Nederland moet komen. Daartoe zou in 2023 de veiling van de benodigde frequenties moeten plaatsvinden. Het gaat dan primair om de 3,5GHz-band, die volgens eerdere plannen al begin 2022 geveild had moeten worden. Daar stak een voorzieningenrechter echter een stokje voor omdat de band in gebruik was door het satellietbedrijf Inmarsat. Dat conflict is inmiddels opgelost. Als onderdeel van die oplossing moet de frequentieveiling voor augustus 2023 plaatsvinden, zodat Inmarsat frequentieruimte vrij kan maken voor de 5G-providers. Overigens zijn er nog lokale spelers in de 3,5GHz-band actief waarvoor op dit moment nog geen passende oplossing is.
Update 22:30: Passage over de 19.000 adressen in buitengebieden verduidelijkt.