Intel heeft de Xeon Max aangekondigd, serverprocessors die intern bekendstaan als de Sapphire Rapids HBM. Daarnaast kondigt het bedrijf de Data Center GPU Max Series aan, server-gpu's die als codenaam Ponte Vecchio hebben. Leveringen van beide producten beginnen in januari.
De Xeon Max-cpu-serie, voorheen bekend als Sapphire Rapids HBM, heeft maximaal 56 performance-cores, die verdeeld over vier chipletachtige tiles zijn geplaatst. De processors krijgen geen efficiënte E-cores. Die tiles worden onderling verbonden met wat Intel embedded multi-die interconnect bridge noemt, ofwel emib. Dit zijn een soort kleine siliciumbruggetjes die functioneren als een interconnect. Deze cpu-serie heeft tdp's tot 350W.
De cpu krijgt daarnaast 64GB HBM2e-geheugen verspreid over vier 16GB-stacks. Daarmee krijgt elke core meer dan 1GB aan HBM2e-geheugen tot zijn beschikking. De Xeon Max ondersteunt verder PCIe 5.0 en de CXL 1.1-interconnectstandaard voor i/o. Intel claimt dat de nieuwe cpu 68 procent minder energie gebruikt dan een AMD Milan-X-cluster voor dezelfde prestaties, of bij het maken van klimaatmodellen 2,4 keer zo snel is als zo'n AMD-cluster als er HBM-geheugen wordt gebruikt.
De Data Center GPU Max-serie, voorheen bekend als Ponte Vecchio, bestaat uit drie verschillende kaarten die met maximaal 128 Xe-HPC-cores uitgerust kunnen worden. De kaarten worden eveneens opgebouwd uit verschillende tiles en krijgen maximaal 408MB L2-cache en tot 64MB L1-cache. De Data Center GPU-kaarten krijgen ook native ray tracing acceleration, waarmee volgens Intel wetenschappelijke visualisaties en animaties sneller uitgevoerd kunnen worden. In bepaalde financiële benchmarks zouden de kaarten 2,4 keer zo snel zijn als Nvidia's A100-kaarten; bij bepaalde natuurkundige simulaties zouden Intels kaarten 1,5 keer zo snel zijn.
Intels krachtigste Data Center-gpu is de Max Series 1550, een 600W-kaart met 128 Xe-kernen, 128GB HBM2e-geheugen en 128 raytracingunits. De Max Series 1350 heeft een tdp van 450W, 112 Xe-kernen en 96GB geheugen. De 1100-gpu heeft op zijn beurt een 300W-tdp, 56 Xe-kernen en 48GB geheugen. Kaarten kunnen met Intel Xe Link-bridges aan elkaar worden gekoppeld.
Onder meer de Aurora-supercomputer moet met Xeon Max-producten worden uitgerust. Het moet de eerste supercomputer worden die meer dan twee exaflops aan rekenkracht kan behalen. Overigens wacht deze supercomputer al jaren op Intels serverproducten; Aurora had eigenlijk al in 2021 opgeleverd moeten worden. Dit werd vorig jaar uitgesteld tot 2022 vanwege de vertraging van de vandaag aangekondigde producten.
Aurora zal dus pas volgend jaar de twee exaflops halen, met de release van de Xeon Max- en Data Center GPU Max-producten. De supercomputer krijgt ruim 10.000 blades. In elke blade zitten zes Max Series-gpu's en twee Xeon Max-cpu's. Verschillende Amerikaanse labs en de universiteit van Kioto krijgen eveneens supercomputers met de vandaag aangekondigde producten. In 2024 moet de opvolger van de Max Series GPU verschijnen. Die gpu's hebben nu als codenaam Rialto Bridge.
:strip_exif()/i/2005442620.jpeg?f=imagenormal)