In editie #9 geeft Reinoud tips over waar je op moet letten bij het kopen van een tweedehands-EV, betreurt Hayte een bepaalde keuze van Google, toont Willem zijn zelfgebouwde kopie van Fractals Baby North en legt Wout uit hoe hij via Home Assistant en Telegram de files vermijdt.

Reviewer
Beter geïnformeerd een gebruikte EV kopen
Onlangs kocht ik mijn eerste elektrische auto: een gebruikte EV van zeven jaar oud. Afhankelijk van wie je dit vraagt, loopt het advies over deze keuze uiteen van 'financiële zelfmoord' tot 'de beste keuze die je kunt maken'. Ik zit niet in een van die uiterste hoeken, maar zie wel de voordelen van een elektrische auto.
Het is fijn om te weten wat je ongeveer in huis haalt en om inzicht te krijgen in die prangende vraag: hoe is de staat van de accu? Elke moderne auto heeft een zogenaamde on-board diagnostics-aansluiting, waarmee een garage van alles over het voertuig kan uitlezen. Dit kun je zelf ook met een dongel doen, die dan weer via bluetooth verbonden wordt met je telefoon.
Met behulp van een obd-II-dongel en de app Car Scanner heb ik tijdens de proefrit in een elektrische auto waardevolle informatie kunnen vergaren. Onmiddellijk kon ik de state of health van de accu uitlezen, waarbij het belangrijk is om te weten dat dit níet hetzelfde is als de huidige resterende capaciteit van de accu. De soh is een waarde voor de gezondheid van de accu, waarbij de fabrikant van die accu zelf bepaalt hoe dit berekend wordt. Het is vooral handig om deze waarde af te zetten tegen wat ‘normaal’ is voor het betreffende model auto van dezelfde leeftijd. Die informatie delen eigenaren vaak op verschillende fora, zoals bij de sectie Mobiliteit op GoT. Daardoor wist ik dat een soh van 100 procent of iets daar erg bij in de buurt wel viel te verwachten.
Een andere belangrijke variabele voor het model dat ik op het oog had, is de cell voltage deviation. Dat is het spanningsverschil tussen de cellen in het accupack. Een hogere waarde kan duiden op een slechte of beschadigde cel. Van wat ik heb gelezen, kan dit het beste getest worden door bij een lager accupercentage in de sportstand zo snel mogelijk op te trekken en zo de accu kortstondig flink te belasten. Bij mij kwam de cell voltage deviation vervolgens uit op maximaal 20mV, wat netjes onder de gewenste 40mV ligt.
Per merk en type auto kan het verschillen hoeveel informatie je via obd kunt uitlezen en per EV kan het dus ook verschillen welke variabelen allemaal belangrijk zijn om in de gaten te houden. Als je ook van plan bent om dit tijdens een proefrit te gebruiken, is mijn advies wel om de obd-dongel en betreffende app van tevoren rustig te verkennen en alvast te proberen op een andere auto als dat kan. Bij een proefrit komt er al genoeg op je af en zijn er veel zaken om op te letten. Dan zou het zonde zijn als er onnodige tijd en aandacht gaan naar het instellen van een app op je telefoon of het zoeken naar de obd-poort in de auto.
In de ideale situatie krijg je tijdens de proefrit ook meteen een nauwkeurig inzicht in de resterende capaciteit van de accu. Voor zover ik weet is dat bij de meeste elektrische auto’s niet zomaar uit te lezen of eenvoudig te berekenen met obd. De betrouwbaarste oplossing hiervoor blijft dus om een volle accu helemaal leeg te rijden en het verbruik af te zetten tegen de afgelegde afstand, maar of daar bij de gemiddelde proefrit genoeg tijd voor is …
Een proefrit in een EV-occasion is met een obd-dongel een stuk leuker, omdat je beter geïnformeerd een keuze kunt maken. Daarmee wil ik op geen enkele manier beweren dat je op deze manier volledig uitsluitsel over de staat van de accu krijgt. Wel beschik je zo over meer data dan garages doorgaans geven en dit kun je in je voordeel gebruiken. Zijn al die cijfertjes iets te veel voor je, dan kun je ook een professionele derde inschakelen die een nog uitgebreidere analyse van de accu voor je doet, waar een simpeler advies uitrolt.
Google, stop, ik wil helemaal niet meer privacy

Nieuwsredacteur
Al jaren heeft Google Maps de Tijdlijn-functie. Deze geeft je een handig overzicht van waar je de afgelopen weken of maanden allemaal bent geweest en laat je specifieke reizen bekijken. Handig bij declareren bijvoorbeeld of als je wilt kijken waar je op een bepaalde datum naartoe bent geweest. Ik hoef nooit meer te peinzen hoe dat leuke koffietentje ook alweer heette of wat de naam van dat mooie dorpje was: de Tijdlijn vertelt me waar ik geweest ben.
Het is uiteraard niet de privacyvriendelijkste functie. Er zijn genoeg mensen die niet eens zouden overwegen om Google zoveel locatiegegevens te geven. Die data kan in verkeerde handen natuurlijk ook misbruikt worden.
Toch heb ik daar zelf nooit zo bij stilgestaan. Mijn vroegere bestaan als zzp’er heeft daar misschien een rol bij gespeeld. Wie mijn bedrijfsnaam kent, weet waar ik woon en heb gewoond en iedereen kan zien waar ik werk. Dat lijken mij de belangrijkste adressen. Waar ik op vakantie ben geweest, mogen mensen wat mij betreft ook prima weten. Je komt ook niet zomaar in mijn persoonlijke Tijdlijn, dus ik heb nooit privacybezwaren gehad tegen deze functie. Sterker nog, ik gebruik de Tijdlijn met veel plezier meer dan eens per maand.
Toch vindt Google dat die Tijdlijn-functie privacyvriendelijker moet. De functie was altijd crossplatform te gebruiken en je kon de locatiegeschiedenissen van al je apparaten op één apparaat bekijken; voortaan wordt de Tijdlijn echter apparaatspecifiek. Met andere woorden: je kunt straks niet meer op je desktop zien waar je telefoon geweest is.
Dat vind ik jammer. Ik vond het prettig dat ik gewoon op mijn desktop kon zien op welke plekken ik geweest ben; vooral bij het declareren was dat fijn. Dat moet ik nu op mijn smartphone bekijken. Uiteraard is dit in de praktijk maar een kleine wijziging. Toch vond ik het opvallend dat een functiewijziging die mijn privacy moet beschermen, me toch een wat spijtig gevoel gaf. Gelukkig heb ik nog tot het eind van dit jaar voordat ik de desktopversie vaarwel moet zeggen, dus ik heb tijd om aan de nieuwe realiteit te wennen.
Ik heb een witte Baby North gebouwd

Reviewer
Misschien schemerde het een klein beetje door in de ‘mini-review’ van de Baby North: ik hou stiekem heel veel van minidingen en van Raspberry Pi’s. Ten tijde van die Baby North-review was officieel nog niet bekend wat Fractals plannen rond de minibehuizing voor RPi’s was. Inmiddels heeft Fractal de 3d-printbestanden geheel kosteloos beschikbaar gesteld: tijd dus om een witte variant te bouwen. Niet omdat ik hem nodig heb, hoewel er nog wel wat Pi’s in hun nakie liggen die er niet in zouden misstaan, maar gewoon omdat het kan.
De formele naam van de Baby North is eigenlijk North Pi. Wel zo toepasselijk natuurlijk, maar Baby North zit vast in mijn hoofd. Ik heb van Fractal de officiële zwarte variant gekregen, compleet met walnoothout, maar omdat ik zelf een witte mesh-Fractal North onder mijn bureau heb hangen, wilde ik een witte Baby North met eikenhouten latjes maken.
Het printen is het minst lastige van de bouw: Fractal heeft de stl-bestanden al netjes georiënteerd zoals je ze moet printen en met een beetje support en een uurtje of wat printen heb je alle onderdelen. Ik heb ze op een BL X1 geprint met 0,16mm layer height, elk onderdeel afzonderlijk in plaats van alles tegelijk op de buildplate en met support waar nodig. Het leukste is echter het maken van de pootjes en de latjes.
Voor die latjes had ik toevallig nog wat mooi eikenhout liggen, dat ik met een metaalfreesmachine netjes volgens Fractals tekening heb vormgegeven. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de ronding aan de voorkant niet helemaal gevolgd heb; daar heb ik een vellingkant (chamfer) voor gefreesd. De pootjes heb ik van aluminium gedraaid, want die moeten een beetje glimmen, wat geprint plastic niet doet. Voor het zijpaneel heb ik een stukje plexiglas op maat gefreesd en de verdunningen erin gefreesd waarmee het in de behuizing schuift. Dan resteerde het monteren, na het ‘insmelten’ van threaded inserts voor de schroefjes. Het resultaat? De zwarte mini-North heeft een wit broertje dat wacht op een Pi en een doel.
Get to the choppah … car

Hoofdredacteur
Wie weleens de podcast beluistert, weet dat ik graag met Home Assistant mijn smarthome tweak. Omdat het een behoorlijk flexibel platform met veel soorten integraties is, kun je er ook dingen mee automatiseren die niet per se te maken hebben met een slim huis. Ken je de uitdrukking “If all you have is a hammer, every problem looks like a nail”? In mijn geval is het meer “If all you know is Home Assistant, every problem looks like a smarthome problem”.
Het probleem heeft te maken met files op de A10. Er wordt op dit moment druk aan de weg gewerkt rondom Amsterdam en hoewel het vakantieperiode is, leidt dat tot forse files. Het Tweakers HQ zit in Amsterdam en met een beetje pech kan de reistijd naar huis momenteel drie keer zo lang als normaal zijn. Gelukkig hebben we redelijk flexibele werktijden bij de redactie, dus ik ga geregeld vroeg naar werk om dan ook wat eerder naar huis te gaan zodat ik de files vermijd. Maar hoe vroeg moet je gaan? En als ik toevallig de tijd vergeten ben, hoe voorkom ik dan dat ik alsnog in de file kom te staan? Daar komt Home Assistant om de hoek kijken.
Om te beginnen heb ik de Google Maps Travel Time-integratie geïnstalleerd. Deze maakt een sensor aan die in minuten aangeeft hoe ver het rijden is tussen Tweakers HQ en mijn huis. Deze sensor updatet elke vijf minuten.
Vervolgens heb ik binnen Home Assistant een derivative sensor aangemaakt die elke tien minuten bijgewerkt wordt en binnen dat window kijkt hoeveel de sensorwaarde van de reistijd is af- of toegenomen. Stijgt de reistijd binnen die tien minuten met meer dan drie minuten, dan wordt via een Telegram-botje een berichtje gestuurd. Natuurlijk wel nadat eerst gecheckt is of ik fysiek op het werk ben en of de tijd tussen 15.00 en 19.00 uur is, anders is het voor mij niet relevant.
Ik ben fan van dat soort geautomatiseerde herinneringen. Zo geeft mijn botje ook een seintje als het tegen zonsondergang is en de balkondeur nog openstaat, vanwege de muggen, en ook krijg ik een seintje als ik de voordeur op slot doe terwijl mijn smartwatch nog ligt te laden. Niet per se ‘smarthome’-zaken, maar wel dingen die je via Home Assistant-automations makkelijk in elkaar kunt klussen.