In dit dertiende redactieblog klaagt Hayte over een chatbot in zijn Google-resultaten, vibecodet Arnoud een spelletje in elkaar en ontdekt Dennis dat USB-sticks anno 2025 nog steeds meerwaarde hebben.
Donder op Gemini, ik wil gewoon googelen
:fill(white):strip_exif()/i/2005085504.jpeg?f=thumbmedium)
Nieuwsredacteur
Ik wil best erkennen dat ik de mentale leeftijd heb van een boomer en niet altijd even snel meega bij verandering. Die hele AI-chatbot-hype heb ik dan nog altijd grotendeels aan me voorbij laten gaan, ook al hoor ik regelmatig van sommige collega’s hoe ze dat weekend mooie dingen hebben gedaan met de ChatGPT's van deze wereld. Mijn kritiekpunt: ik heb niet zoveel aan een tool die onvoorspelbaar onnauwkeurig is. De chatbots voelen als een hamer die soms, geheel willekeurig, je op je hoofd slaat, in plaats van op de nagel.
"Aha!", hoor ik sommigen al zeggen, "AI-tools laten je vaak zien wat hun bronnen zijn, zodat je zelf kunt verifiëren wat ze zeggen!" Eh, ja. Dat klinkt als Google met extra stappen. Als ik wil googelen, dan gebruik ik wel gewoon ... Google? "I got you fam", zeiden Pichai en co daarop. Want wat bevat Google Zoeken sinds kort? Juist, AI. Wat voor mij het gevoel geeft dat Google niet helemaal weet wat Google is.
Google Zoeken is (voor mij) namelijk geen antwoordenzoeker, het is een bronnenzoeker. Ik kan zelf door de meuksites filteren en zoeken naar betrouwbare sites met betrouwbare info. Natuurlijk begrijp ik het idee dat Gemini die zoektocht me uit handen neemt, direct een antwoord voorschotelt en me eventueel de antwoorden laat dubbelchecken door links. Maar dat concept werkt alleen als Gemini te vertrouwen is. Volledig. Dat ik weet dat alle links op de juiste manier doorzocht worden en de info op de juiste manier wordt gepresenteerd.
Gemini is alleen niet te vertrouwen. Ik weet niet honderd procent zeker dat de juiste sites zijn bezocht, de juiste info is gefilterd en die info ook correct wordt gepresenteerd. Dus wat heb ik er dan aan? Waarom zou ik het gebruiken? Ik wil gewoon googelen! Als ik een chatbot wil, dan ga ik naar een chatbot. Als ik wil googelen, dan wil ik googelen. Gemini neemt nu alleen kostbare beeldruimte in en geeft me er niets voor terug. Dus: donder op Gemini, laat me gewoon lekker googelen.
Een spelletje in elkaar vibecoden
:fill(white):strip_exif()/i/2005085492.jpeg?f=thumbmedium)
Nieuwsredacteur
Vibecoden: het fenomeen dat je AI software in elkaar laat klussen zonder een regel code te schrijven, simpelweg door te prompten. Dat treft: ik spreek een beetje html en css, maar verder ben ik niet vloeiend in welke programmeertaal dan ook. Ik ben een ideale vibecoder, zou je zeggen (of juist niet, maar dat is een ander verhaal).
En ik had een duidelijk doel. Een van mijn kinderen heeft het op school lastig met begrijpend lezen. Nu is dat prima te oefenen. Er zijn daarvoor allemaal tools, maar ik had een eigen plan: ik wilde zorgen dat het specifiek voor hem leuk zou zijn. Een spelletje met opgaven in begrijpend lezen en bij een goed antwoord krijg je feitjes over een van zijn hobby's.
Goed, dan moet je nadenken over de vereisten. Het spel moet in de browser werken, bij voorkeur met html, css en JavaScript. Liefst werkt het ook zonder te leunen op een internetverbinding, zodat het altijd werkt als het eenmaal is geladen.
Mijn eerste poging was met Cursor, een inmiddels bekende tool voor vibecoding. Er komt van alles uit: een logo, een favicon, een robots.txt. Het probleem is: het werkt niet. Is dit te fiksen? Ik vraag het de software. Die probeert iets te repareren, maar ook dat helpt niet. Dan maar opnieuw beginnen, maar weer zonder resultaat. Dit zal vast een fantastische tool zijn, maar hij is duidelijk niet bugvrij. Ik geef het op.
Dan gaan we maar naar reguliere AI-chatbots. Ik schakel over op ChatGPT, met betaald abonnement. Dit moet lukken toch? ChatGPT grijpt naar json-bestanden voor de vragen, maakt een map aan met ‘data’ zonder iets erin. Het werkt niet en er staan maar een paar vragen en feitjes in. Pluspunt: de feitjes kloppen.
Laten we Europa’s trots proberen: Mistral Le Chat. Die komt er niet helemaal uit. Er komt een index.html en daarna … Nou, eigenlijk niets meer. En die laadt wel in de browser, maar die kan uiteraard geen gegevens vinden.
De laatste kans is Gemini 2.5 Pro (Experimental) van Google. Die waarschuwt eerst voor het moeten laden van veel vragen en feitjes: dat maakt de site zwaar. Vervolgens komt er een werkbare structuur: een index.html, style.css, data.js en script.js. Meer dan een tiental vragen en feitjes wil Gemini niet doen. Limiet van de gratis versie. De betaalde versie – alleen het beste voor je kind nietwaar? – biedt enige uitkomst.
Die versie van het spel wordt dus de versie die nu in gebruik is. Het is een gelaagd spel en na de release volgen nog wat bugfixes en optimalisaties. Had ik dit zelf in elkaar kunnen zetten? Misschien wel en misschien niet. Maar dit was een leuk experiment. Het spelletje spelen is inmiddels normaal geworden. Maar het resultaat ga ik jullie niet laten zien: dat vibecode je maar lekker zelf in elkaar. En of dit uiteindelijk het gewenste effect heeft op school, zal moeten blijken. En zo niet, dan heeft het in elk geval de nodige lol opgeleverd.
Ik heb een USB-stick gekocht
:fill(white):strip_exif()/i/2007003168.jpeg?f=thumbmedium)
Reviewer
Ik heb een USB-stick gekocht. En dan denk je vast: waarom wil je dit met de wereld delen? – en dat snap ik – maar mijn leven is nu echt minstens tien procent beter.
Als redacteur Smartphones & Tablets sluis ik aan de lopende band bestanden heen en weer tussen verschillende telefoons, laptops en tablets. Met Google Drive en Localsend kom je dan al een heel eind, alleen loop ik keer op keer tegen dezelfde frustratie aan: vaak duren de uploads ontzettend lang. Dat is deels te wijten aan mijn uploadsnelheid thuis, maar ook aan het feit dat ik vaak (veel) foto’s en video’s moet overzetten. In de reviews zie je slechts een kleine greep van de tientallen foto’s die ik met zo’n telefoon gemaakt heb. Dan zit je al gauw op enkele gigabytes of meer … per toestel.
Nadat ik voor de zoveelste keer vergeten was mijn upload in te plannen (lees: minstens x aantal uur voordat ik van locatie verander, alle meuk in Google Drive knallen), was ik er klaar mee. Tijd voor verandering. Die verandering kwam in de vorm van een USB-stick.
Maar niet zomaar eentje! Nee, deze jongen is razendsnel en relatief compact in vergelijking met andere datadragers die ssd-snelheden hanteren, waardoor ik hem aan mijn sleutelbos kan hangen. Bovendien ontving hij zelfs een award op mijn favoriete techsite, dus dan moet het wel snor zitten. En dat zit het ook: het is heerlijk om pakketten van tientallen gigabytes in maximaal een paar minuutjes van apparaat naar apparaat heen en weer te smijten. Ik heb trouwens geen aandelen in Kingston.
Misschien raak ik hem wel kwijt en zijn al mijn bestanden dan foetsie. Of hij gaat stuk (de behuizing is van plastic en niet heel stevig) en dan heb ik nergens in de cloud een recente back-up staan. Mocht dat ooit gebeuren, zal ik het aan jullie laten weten in de redactieblog. Voor nu is mijn leven als techredacteur in ieder geval een stukje beter.