Met Windows 11 weet Microsoft voor het eerst in jaren de aandacht van de wereld op zijn pc-besturingssysteem te vestigen. De nieuwe interface zal elke Windows 11-machine in de winkel direct onderscheiden van alle inwisselbare Windows 10-pc's van de afgelopen zes jaar. Maar brengt de nieuwe Windows-versie naast een nieuwe lik verf ook betere prestaties? Tweakers dook zijn testlab in.
Lees ook: Upgraden naar Windows 11? Alles over installeren en compatibiliteit
Ten opzichte van de previewversie die Microsoft deze zomer vrijgaf, is er functioneel weinig meer veranderd aan Windows 11. De build van toen - nummer 22000 - is exact dezelfde als de build die nu naar het grote publiek uitrolt, met alleen een hoger cijfertje achter de komma. Voor een overzicht van alle nieuwe features in Windows 11 verwijzen we je dan ook graag naar onze eerdere previews, in tekst en beeld.
Ook onder de motorkap is er echter het nodige gewijzigd. Dat komt niet in de laatste plaats doordat de 21H1- en 20H2-updates kleine cumulatieve patches waren, waardoor Windows 11 in feite de eerste volwaardige Windows-upgrade sinds mei 2020 is. Je krijgt dus in één keer alle dieperliggende optimalisaties die Microsoft de afgelopen anderhalf jaar heeft ontwikkeld. Concrete voorbeelden daarvan zijn het WDDM 3.0-drivermodel voor gpu-drivers en de significant aangepaste scheduler, die onder meer efficiënt moet kunnen omspringen met de big.LITTLE-configuraties in de Intel Alder Lake-cpu's.
Nu kunnen we processors die nog niet zijn uitgebracht natuurlijk moeilijk testen, maar we zijn de voorbije dagen wel hard aan de slag geweest met het benchmarken van diverse bestaande laptops en desktops. Soms zien we weinig verschil, maar in een aantal gevallen werden we verrast door de testresultaten met Windows 11.