Intel heeft aan de vooravond van de Computex-beurs in Taiwan zijn strategie voor lichte en mobiele internetapparaten uit de doeken gedaan. Het bedrijf onderscheidt twee productcategorieën: netbooks en nettops.
De grote lijnen van Intels koers voor zogeheten mid's waren al bekend, maar de chipbakker heeft nu de ontbrekende puzzelstukjes ingevuld. Netbooks zijn volgens het bedrijf 'compacte mobiele apparaten die kinderen, beginnende internetgebruikers en mensen die een extra pc willen, kunnen gebruiken voor eenvoudige computertaken, zoals het afspelen van muziek, e-mailen en surfen.' Ook zouden de apparaten simpele spelletjes moeten kunnen draaien en zou het voeren van voip-gesprekken mogelijk moeten zijn. Voor nettops zou hetzelfde gelden, behalve dat deze niet op mobiel maar op thuisgebruik gericht zijn.
Intel wil dat laptopfabrikanten voor netbooks de Atom N270 gaan gebruiken, terwijl de Atom N230 zijn weg naar nettops moet vinden. In feite zijn de twee Diamondville-cpu's identiek; het enige verschil is dat de N270 een tdp van 2W heeft terwijl de N230 4W verstookt. Zowel de N270 als de N230 hebben een kloksnelheid van 1,6GHz en beschikken over 512KB L2 cachegeheugen en beide modellen ondersteunen hyperthreading. Een van de verschillen van de N-modellen ten opzichte van de Z-lijn van Atom-cpu's is de grootte van de package: die meet bij de N-serie 22x22mm terwijl die bij de Z-varianten 13x14mm is.

Een netbook moet naast een N270-processor ook een scherm met een diameter tussen 7" en 10", ondersteuning voor de b- en g-varianten van 802.11-wifi, 256MB tot 512MB ram en een 2GB tot 4GB grote ssd krijgen. Netbooks krijgen verder een 945GSE Express-chipset, terwijl de nettops van een 945GC-chipset worden voorzien. Hoe Intel de nettop verder definieert is nog niet bekend; ook de specificaties van de twee chipsets zijn nog niet vrijgegeven. Duidelijk is wel dat Intel hoge verwachtingen heeft van de markt voor goedkope, energiezuinige systemen, een terrein waarop het moet strijden met Nvidia en VIA.