Minister Ernst Hirsch Ballin, verantwoordelijk voor het departement Justitie, wil dat er strengere regels ingevoerd worden voor gewelddadige computerspellen.
De minister is ervan overtuigd dat zelfregulering en 'goede voornemens' van fabrikanten en verkopers onbetrouwbaar zijn en daarom wil hij dat er strenger op overtredingen toegezien wordt. Eerder al had EU-voorzitter Duitsland te kennen gegeven voorstander te zijn van een strengere aanpak van verkopers die gewelddadige games leveren aan jongeren. Hirsch-Ballin deelt de mening van onze oosterburen en stelt zelfs dat de 'schadelijke effecten van extreem geweld voor kinderen inmiddels genoegzaam bekend zijn'. Gezien de discussie daaromtrent en de vele elkaar tegensprekende rapporten, is de stellige uitspraak van de minister des te opvallender. Een eenvoudige waarschuwing op de verpakking zou volgens de politicus overigens niet werken, omdat deze de jeugd eerder zouden aantrekken dan hen ervan weg te houden. Eerder poogde Tweede Kamerlid Jeroen Dijselbloem al de discussie rond pestspel Bully aan te zwengelen.

Update 19.41u: In een reactie op de uitlatingen van de minister heeft de NVPI - de Nederlandse brancheorganisatie van de entertainmentindustrie - laten weten det zij ervan overtuigd is dat het leeftijdsclassificatiesysteem Pegi goed werkt. Deze 'kijkwijzer voor games' wordt gecontroleerd en beheerd door het Nicam. 'Als de minister strenger wil toezien op naleving van artikel 240a van het wetboek van strafrecht, waarin de verkoop van producten aan kinderen en jongeren wordt geregeld, is dat zijn goed recht,' aldus de NVPI. Het gebruik van de term 'goede voornemens' kan echter niet op bijval rekenen bij de organisatie, aangezien er volgens haar concrete acties ondernomen worden door de industrie.