Volgens onderzoek zou er een rechtstreeks verband bestaan tussen het overschrijden van de snelheidslimiet en het spelen van racegames. Ruim een kwart van de gamers tussen 16 en 24 jaar geeft toe meer risico's te nemen in het verkeer na een speelsessie.
Meer dan een derde van de autobestuurders onder de 24 jaar zou sneller rijden nadat ze een racespel gespeeld hebben. Het onderzoek, waarin duizend bestuurders naar hun rijgedrag werd gevraagd, werd uitgevoerd in opdracht van een rijschool. Robin Cummins, veiligheidsconsultant van de rijschool, gaf aan dat 25 procent van de chauffers toegeeft zich wel eens in te beelden in een racespel te zitten wanneer zij zich op de weg begeven. De 34 procent van de ondervraagden die menen dat het spelen van computerspellen hun rijvaardigheid verhoogt en de twintig procent die meent dat ze er betere reflexen van krijgen, lijken echter deels gelijk te hebben. Van de gamers slaagt namelijk net iets meer dan de helft voor de eerste keer voor hun rijexamen, terwijl dat aantal bij de niet-gamers op 45 procent blijft steken. De Amerikaanse gameontwikkelaar David Perry is het echter stellig oneens met de conclusies van het onderzoek. Het rijgedrag is volgens hem veel meer afhankelijk van hoe de chauffeur zich voelt dan van wat hij deed voor hij in de auto stapte. Emoties zijn volgens Perry van doorslaggevend belang bij het rijgedrag en die worden ook beïnvloed door muziek en de omgeving.
Hoewel het onderzoek lijkt aan te tonen dat er een rechtstreeks verband tussen racegames en rijgedrag bestaat, is het vergelijkbare verband tussen gewelddadige games en criminaliteit nog altijd omstreden. Sociologe Karen Sternheimer publiceerde nieuw onderzoek dat deze relatie in het licht van de invloed van media op kinderen zet. Zij wijst er bijvoorbeeld op dat, ondanks alle mediaheisa, er sinds de release van het spel Doom duidelijk minder jeugdige moordenaars zijn. Schietpartijen in scholen kunnen dan wel op heel wat mediabelangstelling rekenen, het blijven volgens haar zeldzame geïsoleerde gevallen. Doordat deze willekeurige slachtpartijen zo zeldzaam zijn, is de FBI er volgens Sternheimer zelfs nog niet in geslaagd een profiel van de 'typische dader' op te stellen, waardoor het ontzettend moeilijk is aan te tonen dat het misdadige gedrag gelinkt is aan gewelddadige computerspellen.
De sociologe is van mening dat de omgeving en de sociale achtergrond van de dader de belangrijkste invloeden zijn op het gewelddadige gedrag. Het is volgens haar goed mogelijk dat de statistieken zouden uitwijzen dat juist bepaalde eigenschappen van de blanke middenklasse crimineel gedrag stimuleren. Een dergelijke conclusie zou uiteraard niet populair zijn; voor het grote publiek is het een stuk minder confronterend om eenvoudig isoleerbare oorzaken - zoals games - als oorzaak van het geweld aan te wijzen. In plaats van een rechtstreeks gevaar, zijn games volgens Sternheimer dan ook de nieuwste zondebok in een reeks media-invloeden die altijd al de schuld gekregen hebben. Rockstar Games heeft ondertussen laten weten dat de volgende golf van hardrijders met losse handjes in oktober verwacht kan worden. Dan wordt Grand Theft Auto 4 namelijk uitgebracht.
