Electronic Arts UK-vice-president Keith Ramsdale roept de Britse regering op om de Pegi-leeftijdskeuring niet te vervangen door die van de Bbfc. Volgens de EA-topman is de strengere Pegi-norm geschikter als keurmerk.
In een interview met The Guardian spreekt Ramsdale zijn teleurstelling uit over de aanbevelingen van het Byron-rapport. Volgens de EA-baas is de in het rapport aanbevolen Bbfc-keuring onnodig omdat de Pegi een betrouwbaarder oordeel over games biedt. "De Pegi hing in 2007 aan 47 titels een rating van 18 jaar en ouder. Van die titels schroefde de Bbfc er 21 terug naar 15 jaar of zelfs nog jonger. Om die reden vinden wij dat de consumenten veel meer gebaat zijn bij het Pegi-keurmerk", aldus Ramsdale.
Volgens Ramsdale prefereert de industrie het gebruik van één systeem en daarbij zou dat van de Pegi favoriet zijn. Daarmee staat Ramsdale lijnrecht tegenover de aanbeveling van psychologe Tanya Byron, die stelde dat er op alle games voor kinderen van 12 jaar en ouder een Bbfc-aanbeveling moet komen, met achterop de doos nog een Pegi-stempel. Alleen bij spellen die een '3+'- of '7+'-aanbeveling krijgen, zou het Pegi-merkje volgens Byron nog voldoen.
Een punt waarop Ramsdale en Byron het wel eens zijn, is dat ouders beter geïnformeerd moeten worden. "Het moet vooral duidelijk worden gemaakt dat de leeftijdsaanduiding op een spel slaat op de content die de speler in een game tegenkomt, en niet op de moeilijkheidsgraad", aldus Ramsdale. Ook de voorlichting aan de ouders zou gebaat zijn bij een overzichtelijke situatie met alleen de Pegi-rating. Dat zou makkelijker uit te leggen zijn dan het systeem met zowel Pegi- als Bbfc-keurmerken, zoals dat nu met 16+-spellen al wordt gebruikt.