Microsoft, Google, Yahoo en Vodafone gaan een gedragscode opstellen om de vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy onder de aandacht te brengen. De bedrijven werken daartoe samen met een aantal ideële organisaties.
De technologiebedrijven zijn alle onder vuur komen te liggen vanwege hun medewerking aan repressieve overheden. Zo kreeg Google de wind van voren omdat het in China een gecensureerde versie van zijn zoekmachine online zette. Yahoo werkte in datzelfde land mee aan het identificeren van activisten die de overheid onwelgevallige informatie online hadden gezet. Dat leidde in diverse gevallen tot vervolging, wat Yahoo niet in dank werd afgenomen. Om herhaling van gemaakte fouten te voorkomen, moet er nu een serie richtlijnen worden opgesteld, die duidelijk maakt hoe een bedrijf het beste kan handelen als het met wet- en regelgeving wordt geconfronteerd die mensenrechten belemmert. Het initiatief werd vorig jaar genomen door het Berkman Center for Internet & Society en de Business for Social Responsibility-groep, in samenwerking met de vier genoemde bedrijven. Ondertussen zijn ook de Electronic Frontier Foundation, Human Rights Watch, Reporters Without Borders en diverse andere privacyvoorvechters bij het project betrokken geraakt.
De organisaties willen de bedrijven behulpzaam zijn bij het opstellen van de code, maar ook bij het bouwen van een 'framework', waarbinnen de ondertekenaars van de gedragscode verantwoording afleggen voor alle acties met betrekking tot vrijheid van meningsuiting en privacy. 'Technologiebedrijven kunnen in ontwikkelingslanden een vitale rol spelen bij het opbouwen van de economie, maar ook bij democratische hervormingen. Sommige overheden gebruiken de nieuwe mogelijkheden van technologie tegen hun burgers, en het is essentieel dat we oplossingen aanbieden om technische vooruitgang en respect voor burgerrechten hand in hand te laten gaan', aldus Leslie Harris van het Berkman-centrum. De deelnemers hopen de gedragscode dit jaar af te ronden.