De Britse overheid heeft kritiek te verduren gekregen over plannen om de politie het recht te geven om verdachten te dwingen leesbare varianten van geëncrypteerde bestanden te produceren. Volgens de Britse politie is het noodzakelijk om deze mogelijkheid te krijgen, omdat criminelen steeds vaker gebruikmaken van encryptie om bewijs te verbergen. Er zouden bijvoorbeeld nu al dertig zaken zijn geweest waarin de politie is vastgelopen omdat belangrijk bewijsmateriaal gecodeerd is. Deze plannen zijn onderdeel van de Regulation of Investigatory Powers Act. Voordat de politie de mogelijkheden van deze wet kan aanwenden, wil de overheid gedragsregels opstellen. Volgens een voorstander is het daarbij van belang dat er een balans gevonden wordt tussen privacyrechten van verdachten en slachtoffers.
In de RIPA zelf is echter niet vastgelegd hoe een dergelijke afweging gemaakt moet worden. Verder zijn enkelen erop tegen dat het als een misdrijf gezien zal worden om er niet voor te zorgen dat geëncrypteerde bestanden door de politie gelezen kunnen worden. Er zijn namelijk ook vele scenario's denkbaar waarbij een verdachte simpelweg niet kan helpen, omdat de decoderingssleutel zich niet in zijn bezit bevindt of nooit heeft bevonden. Een parlementslid is bang dat deze wet de politie mogelijkheden geeft die op een later tijdstip gebruikt zullen worden voor een compleet ander doel. Tot slot vraagt een professor zich af of deze wet nog wel uitgaat van de veronderstelling dat iemand onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is. Om dit te voorkomen zal de gedragscode aan hoge eisen moeten voldoen.