Stel je voor: je registreert je bij een goksite en daarbij moet je bewijzen dat je boven de achttien bent. Hoe doe je dat zonder allerlei gegevens te hoeven invullen? Dat zal moeten kunnen met een app waaraan de Nederlandse overheid werkt, maar er zijn ook kanttekeningen bij te plaatsen.
De komst van de app om te dienen als digitale variant van het paspoort is geen verrassing. Het stond al in het coalitieakkoord van het huidige Nederlandse kabinet en in een Kamerbrief van staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Digitale Zaken kwam het ook al aan de orde. Het uitgangspunt is nu dat internetbedrijven te veel data verzamelen van gebruikers. Van Huffelen: "In EU-verband werken we daarom aan het creëren van een alternatief voor de bestaande data-economie, die nog te veel gebaseerd is op vergaande gegevensverzamelingen en -verwerkingen."
Dat komt voort uit Europese druk. De eiDAS-verordening uit 2014 regelde al dat Europese landen elkaars systemen voor digitale identiteit moesten gaan herkennen en laten samenwerken. Een voorgestelde wijziging daarvan regelt dat het per 2025 zover is.
Het Nederlandse systeem heeft voorlopig als naam NL Wallet gekregen. Het is het beste te vergelijken met DigiD, maar het moet op veel meer plekken bruikbaar zijn. De bedoeling is dus dat allerlei winkels, bedrijven en instanties het systeem gaan ondersteunen. Daarbij is het uitgangspunt dat gebruikers zelf hun data in beheer hebben en dat instanties, winkels en bedrijven zo min mogelijk data krijgen.
Zo hoeven autoverhuurders alleen te weten of klanten een geldig rijbewijs hebben en via NL Wallet kunnen ze dus alleen dat vragen. Goksites kunnen vragen of iemand boven de 18 is. De app van NL Wallet moet bovendien laten zien welke gegevens je gaat delen voordat hij die gegevens doorstuurt. De app vraagt ook nog om verificatie voordat hij gegevens deelt.
Gebruikers kunnen kaarten met gegevens in de NL Wallet zetten, bijvoorbeeld een paspoort, rijbewijs, zorgverzekeringspas en meer. Vervolgens kunnen diensten die gegevens willen opvragen een QR-code genereren die de app kan uitlezen. In die QR-code staan gegevens van de dienst en welke gegevens ze willen hebben. Vervolgens kunnen gebruikers die gegevens uit hun pas ophalen, checken en daarna doorsturen.
Het toevoegen van kaarten gebeurt ongeveer zoals gebruikers een vaccinatie of positieve test konden toevoegen in CoronaCheck. Daarbij neemt de app contact op met de plek waar de gegevens staan, waarna je kunt inloggen en de gegevens kunt ophalen.
De planning is om de app eind volgend jaar uit te brengen, maar zelfs dan is hij beperkt in functionaliteit; niet alle diensten werken er dan mee. Zo zou het kunnen dat je dan wel een paspoort kunt toevoegen, maar geen rijbewijs of verzekeringspas. Die komen er dan in de tijd na de release bij.
De app zal niet alleen in de App Store en Play Store komen, maar ook op opensource-downloadwinkel F-Droid. Sterker nog, daar is de demo te installeren. Later komt er ook een desktopversie van NL Wallet, voor mensen die data willen doorgeven zonder een smartphone te hoeven gebruiken.
Technische achtergrond
De code van de demo-app is te vinden op GitHub. Net als CoronaCheck en CoronaMelder wordt de app door de Rijksoverheid grotendeels in de openheid gebouwd en krijgen mensen met verstand van zaken de mogelijkheid om bij te dragen en opmerkingen te plaatsen.
Op GitHub is te zien dat er versies komen voor iOS en Android. De ontwikkelaars waarschuwen wel dat het gaat om een demo en dat er geen werkende code onder de implementatie zit. Het gaat vooral om het testen van bepaalde technische aspecten van de code. De code van de demo-app is niet 'production quality', staat duidelijk in de readme.
De demo-app wordt gemaakt met behulp van Google Flutter. Dat is een manier om apps te bouwen aan de hand van een enkele codebase. Ook is Gradle in gebruik. Op GitHub wordt duidelijk dat de app vooralsnog alleen werkt in het Nederlands en Engels. Dat is uiteraard onvoldoende, want de Rijksoverheid wil dat de app zo inclusief mogelijk is en sommige mensen in Nederland hebben een andere taal als primaire taal.
/i/2005508836.png?f=imagemedium)
De app is modulair opgebouwd. De interface geeft events door in de app aan een BLoC-laag. Samen vormen de interface en de BLoC-laag de UI-laag van de app. De domeinlaag eronder heeft de diverse usecases, zoals het opvragen van data van een rijbewijs of juist van een paspoort. De datalaag eronder bevat de repository's met informatie. Die halen data nu uit een nepdatabase, maar dat moet in de toekomst dus echt zijn.
Het scheiden van de lagen maakt het beter mogelijk om in de toekomst functies toe te voegen. Zo is het mogelijk om usecases uit te breiden met hergebruik van code zonder aan de UI-laag te hoeven komen. Bovendien maakt het testen makkelijker, want in de toekomst kan code uit de demo-app worden gebruikt in de app die zal uitkomen en daarbij is het alleen nodig om de datalaag aan te passen. Er is geen centrale opslag van gegevens; de gegevens over de kaarten in de Wallet komen van de individuele instanties en overheden, terwijl de verzamelde data alleen in de app van de gebruiker staat.
Kritiek en politieke spanning
Er is wel kritiek op het systeem voor NL Wallet en uiteraard meer algemeen op de eID, de Europese digitale identiteit. Die kritiek richt zich op het idee voor het systeem zelf, waarmee bedrijven dus door overheden en instanties gecontroleerde informatie kunnen opvragen. Twee hoogleraren zeiden tegen NU.nl dat het systeem de deur opent voor te veel vragen om identificatie. "Het is niet de bedoeling dat zij aan jou vragen hoe oud je bent als je een postpakket wilt versturen", zegt Jaap-Henk Hoepman, universitair hoofddocent privacy aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Bart Jacobs, hoogleraar computerbeveiliging aan dezelfde universiteit, wijst er nog op dat opslag decentraal moet zijn en dat er een goed loket moet zijn voor klachten. "Bijvoorbeeld als een partij om meer persoonsgegevens vraagt dan nodig. Dat is volgens de AVG sowieso verboden, maar met zo'n app wordt het gevaar daarop wel groter."
Die kritiek is politiek niet aan dovemansoren gericht. Sterker nog, een meerderheid van de Tweede Kamer is het daarmee eens. Een motie van SP-Kamerlid Renske Leijten om niet in te stemmen met het EU-voorstel voor digitale identiteit is met krappe meerderheid aangenomen. Systemen van lidstaten hoeven namelijk niet verplicht open source te zijn en er komt ook geen expliciet verbod op het verhandelen van persoonsgegevens.
Het kabinet heeft ervoor gekozen om die motie niet uit te voeren, omdat het Nederland buitenspel zou zetten in de onderhandelingen. Van de regeringspartijen stemde de ChristenUnie voor de motie en dus tegen het eigen kabinetsbeleid. Als er een Europese verordening komt, zal Nederland die wel moeten invoeren, maar dit is nog geen gedane zaak. De demo van de Nederlandse app is er nu al, zodat de ontwikkeling niet pas hoeft te beginnen als die verordening er inderdaad komt.
Tot slot
Net als bij CoronaMelder en CoronaCheck is het vertrouwen in het systeem voor het digitale paspoort essentieel en het is dus niet zo gek dat de overheid deze app zoveel mogelijk in de openheid wil ontwikkelen. Het betekent dat iedereen kan meekijken naar de opzet en bedoeling van deze app.
Dit is pas het begin. In de politiek moet er nog een compromis komen over of en hoe dit Europese systeem er komt en hoe Nederland het dan zou willen implementeren. Het nut van deze app is duidelijk, maar de bezwaren ertegen zijn dat ook; we willen niet om de haverklap data hoeven af te geven en als je zo'n systeem maakt, moet dat zorgvuldig en privacyvriendelijk. Hoe dit verder zal gaan, is nu nog onduidelijk. Als het zover komt, kan dit een belangrijke app op je telefoon worden.