Bijna iedere tweaker, zonder gatekeeping of proberen iemand uit te sluiten, heeft weleens van een Raspberry Pi gehoord of ermee gespeeld. Eigenaren van 3d-printers maken er bijvoorbeeld een Octoprint-server van, privacy-minded tweakers maken een Pi-Hole en smarthome-enthousiastelingen draaien er bijvoorbeeld Domoticz of Home Assistant op. Om nog maar te zwijgen over de inzet van Raspberry Pi's als brein in hobbyprojecten, zoals robots en lichteffecten, en overal waar je aanstuurbare logische uitgangen tot je beschikking wil hebben. Als simpel servertje, zeer zuinige NAS of vpn-gateway doet een Pi ook uitstekend dienst, maar als desktopvervanging lijkt de Pi toch niet zo populair.
Dat ligt misschien aan de formfactor. Als een singleboardcomputer, of sbc, is het een printplaatje met onderdelen en poorten erop en je moet maar zien dat het een beetje netjes op je monitor, muis en toetsenbord wordt aangesloten. Voor behuizingen zijn er legio opties, maar die moet je erbij kopen, en dan is er nog de vraag welk toetsenbord en muis erbij passen. Je zou natuurlijk voor de officiële Raspberry Pi muis en dito toetsenbord kunnen kiezen: dat past mooi bij de in dezelfde kleurstelling uitgebrachte behuizing. Met de Raspberry Pi 400 worden al die vragen beantwoord: het is een Pi in een toetsenbord en leent zich bij uitstek voor gebruik als desktopvervanger. Tenminste, dat is de theorie…
De hardware
Hoe moet de Pi 400 dat bewerkstellingen? Je kunt toch net zo makkelijk een Raspberry Pi 4 pakken, er een muis en toetsenbord aanhangen, een behuizing eromheen bouwen en klaar is kees? Ja, dat kan, maar dat levert lang niet zo'n opgeruimde 'all-in-one'-ervaring als de Pi 400. Tijdens het testen en gebruik van de Pi 400 hadden we een Pi 4 met 60-procentkeyboard en losse muis. Samen met een netwerkkabel, handig voor onder meer grote updates van het besturingssysteem, een hdmi-kabel en de voeding gaf dat redelijk wat kabelbende. Met de Pi 400 heb je nog steeds het gros van die kabels nodig, maar dankzij de integratie van toetsenbord en Pi is het toch een stuk opgeruimder.
Onder de motorkap, of het toetsenbord eigenlijk, zit een afwijkende Pi-module die je enkel in de Pi 400 vindt. Het is geen Compute Module, niet de A-formfactor en niet de bekendste B-variant. De soc is dezelfde Broadcom BCM2711, maar met C0 als differentiator. De vier Cortex A72-cores van de BCM2711C0 tikken dan ook op 1,8GHz, waar ze bij de gewone BCM2711 in de RPi 4 op 1,5GHz werken. En waar je bij de RPi 4 keuze hebt uit 1, 2, 4 of 8GB werkgeheugen, is dat bij de Pi 400 altijd 4GB. De overige hardware, zoals een gigabitnetwerkadapter, wifi- en bluetoothconnectiviteit, en de meeste poorten en aansluitingen zijn hetzelfde gebleven.
De meeste poorten? Ja, want hoewel de Pi 400 heel fijn zijn bekende gpio-header aan de achterkant heeft zitten, zodat je, om maar een zijstraat te noemen, ledverlichting via een script kunt aansturen, ontbreken sommige dingen ook. Zo kun je op genoemde gpio-header geen hats aansluiten, want die zijn voor de B-formfactor gemaakt. Een displayhat achter op het toetsenbord zou een beetje gek, nutteloos en onpraktisch zijn bijvoorbeeld. Waar je dankzij de gpio-header nog wel kunt tweaken met een Pi 400, kun je geen Pi Cam meer aansluiten en ook een display via de DSI-poort aansluiten is er niet bij. Een gewone webcam kun je uiteraard via een USB-poort aansluiten en voor schermen ben je op de Micro HDMI-connectors aangewezen. Hier had de Raspberry Pi Foundation best voor een gewone HMDI-poort mogen kiezen: dat scheelt gedoe met de aparte kleine connector. Ook de analoge audiopoort is verdwenen; eventueel kun je audio via HDMI naar een beeldscherm sturen.
Wie poorten telt, zal nog een verschil tussen de RPi 4 en de Pi 400 opvallen; er zijn drie USB A-poorten en één type C-connector. Die laatste gebruik je voor voeding, maar de Model B-Pi's hebben vier USB-poorten; de Pi 400 levert er eentje in. Die wordt namelijk gebruikt door het toetsenbord, dat via een Holtek-controller op de interne VIA-hub is aangesloten. Dat laat nog maar drie poorten over om naar buiten te voeren, waarvan je er in de praktijk waarschijnlijk één zult gebruiken om een externe muis aan te sluiten. Een feature die de Model B mist, maar die wel op de Pi 400 zit, is de powerbutton, via een toetscombinatie. Gezien het beoogde gebruik, een simpele desktop, is het ook logisch om de Pi makkelijker aan te kunnen zetten, zonder USB-connectors uit en in poorten te prikken.
We noemden al even de hogere kloksnelheid van de soc in de Pi 400 vergeleken met de RPi 4: 1800MHz versus 1500MHz. Om die kloksnelheid te realiseren, is de spanning op de cores in de Pi 400 verhoogd van 0,85 naar 0,92V. Een hogere kloksnelheid én een hogere spanning leveren uiteraard meer warmte op, reden om de Pi 400 van een grotere aluminium heatsink te voorzien. Die beslaat bijna de hele behuizing onder het toetsenbord en moet de Broadcomm-soc koel houden. Hoe goed dat werkt, zullen we zo direct bekijken.