Door Willem de Moor en Paul Hulsebosch

Vijf 3d-printers onder de 1000 euro

Welke kwaliteit bieden 'goedkope' modellen?

26-03-2017 • 06:00

165

Singlepage-opmaak

Hoe we de printers getest hebben

Wie al een 3d-printer thuis heeft staan, weet dat plug-and-play op 3d-printers nog niet echt van toepassing is. En waar dat wel zo lijkt, is het na een eerste test zelden klaar. Een 3d-printer is een apparaat dat je een beetje moet leren kennen. Het is zoeken naar de juiste afstelling, want doorgaans valt er heel wat in te stellen voor je aan een print begint. Je kunt van alles kiezen. Hoe dik de lagen moeten zijn waaruit de print wordt opgebouwd bijvoorbeeld, of hoe dik de vulling moet worden van de massieve delen van een voorwerp. Je kunt ook kiezen hoe de printkop beweegt en zijn banen trekt en ook hoe heet je het filament wilt verwarmen. Het zijn keuzes die allemaal invloed hebben op het eindresultaat. Bij de meeste printers kun je dergelijke zaken handmatig instellen, al zijn er veelal ook een aantal presets als low, medium of high.

Met elk van de vijf printers die we tot onze beschikking hadden, hebben we flink wat voorwerpen geprint, vooral gebruiksvoorwerpen als onderdelen voor mini-quadcopters en behuizingen voor Arduino's en Raspberry's. Het is bij alle printers nodig om bij de eerste prints een printer 'in de vingers te krijgen'. Toen we dat idee hadden, hebben we met elke printer twee testvoorwerpen geprint: een eenvoudige kubus en een ingewikkeld testobject dat bedoeld is om de zwakke punten van een 3d-printer bloot te leggen. Het tweede printje test voornamelijk hoe nauwkeurig de printers zijn. Hoe dun kan een laag zijn, hoe smal kan een opstekend deel zijn, hoe schuin kan de overhang zijn die geprint kan worden en hoe lang kan de brug zijn die de printer aankan.

Printertest

De kubus die we geprint hebben is een eenvoudig, hol, perfect vierkant ontwerp van precies 2 bij 2 bij 2 centimeter. Deze hebben we gebruikt om te testen hoe nauwkeurig de printers zich aan deze maten weten te houden en om de snelheid en het stroomverbruik van de printers te testen. We hebben de testvoorwerpen steeds op de hoogst mogelijke kwaliteit geprint en gekeken hoelang de printer nodig had om op te warmen, hoelang het printen zelf duurde en hoeveel energie de printer daarbij verbruikte. Tot slot hebben we gekeken hoeveel energie de printers verbruikten als ze klaar waren met printen. Dat laatste is interessant, want een print duurt al snel uren en is dus ideaal om 's avonds aan te zetten, om de print de volgende ochtend van het bed te halen. Dan is de kans groot dat de printer 's nachts uren niets staat te doen. Natuurlijk hebben we ook gekeken hoeveel energie de printers verbruiken als ze helemaal uitgeschakeld zijn.

Los daarvan hebben we nog een heel andere test gedaan. Want het is natuurlijk ook interessant hoe de kwaliteit van de goedkope printers uit de test zich verhoudt tot die van duurdere modellen. Om die reden hebben we ons gewend tot 3D Hubs, het netwerk van eigenaren van 3d-printers die online hun diensten aanbieden. Want een 3d-printer is leuk, maar niet iedereen zal veel te printen hebben. Als je enkel af en toe iets te printen hebt, is het wellicht veel voordeliger om het uit te besteden aan een van de vele leden van 3D Hubs. Het voordeel daarvan kan zijn dat je print gemaakt wordt op een veel duurder model printer dan je zelf kunt of wilt betalen. Juist omdat uitbesteden een valide alternatief is, hebben we zowel het octagonale testobject als de kubus door twee leden van 3D Hubs laten printen, in pla, op de hoogst mogelijke kwaliteitsinstelling. Ook van de kubussen hebben we de nauwkeurigheid gemeten, net zoals we de details in het octagonale testobject vergeleken hebben met onze eigen prints.

Lees meer