Geschiedenis
Flash viert in mei zijn twintigste verjaardag. Een groot feest wordt het waarschijnlijk niet, want de tijd is bijna rijp om een overlijdensbericht te schrijven. Steeds meer websites zweren het softwareplatform voor het opleuken van internetpagina's met animaties, spelletjes, bewegende banners en video's af. Adobe Flash Player, de plug-in waarmee gebruikers Flash-content kunnen bekijken, komt herhaaldelijk negatief in het nieuws vanwege kritieke kwetsbaarheden. Vorig jaar werden er honderden ontdekt, een absoluut record. En al jaren voordat beveiligingslekken een grote rol speelden, zagen velen de Flash Player als een resources vretende, logge plug-in, die computers traag maakte.
Waar komen al die problemen met Flash eigenlijk vandaan en hoe is het mogelijk dat ze al twintig jaar voortduren? Nu Flash twee decennia bestaat, blikken we terug op de geschiedenis en de kwetsbaarheden, maar ook op de memorabele Flash-animaties, -games en -video's die dankzij de software op internet verschenen.
Het begin: FutureSplash Animator
Jonathan Gay, een van de oprichters van Flash, vertelt hoe de animatiesoftware is ontstaan. Dat doet hij in een artikel op de website van Adobe, dat enkel nog via Archive.org is terug te vinden. De eerste versie verscheen in mei 1996 en had de naam FutureSplash Animator. Het pakket was gemaakt door FutureWave Software, een bedrijfje met zes werknemers. Aanvankelijk probeerde FutureWave de technologie te verkopen aan Adobe, maar toen dat niet lukte, bracht het de animatiesoftware zelf uit.
Eenmaal op de markt werd FutureSplash snel opgepikt door grote bedrijven. Microsoft werkte in augustus 1996 aan zijn webportal MSN en wilde een 'televisieachtige' ervaring creëren op internet. Volgens Gay omarmde Microsoft de techniek van FutureSplash en zo kwam het dat de softwaregigant voor de introductie van de MSN-portal de techniek van het kleine softwarebedrijfje gebruikte.
Macromedia Flash 1.0
Ook Disney Online maakte gebruik van de FutureSplash-software, om animaties en een gebruikersinterface te maken voor de Disney Daily Blast. Dit zou een abonnementsdienst worden voor onlinespelletjes. Disney werkte daarnaast samen met Macromedia, dat met zijn Shockwave Player een techniek bood voor het weergeven van multimedia op internet. Macromedia zag de animatietechnologie van FutureWave wel zitten en nam het bedrijfje in december 1996 over.

De overname resulteerde in januari 1997 in de introductie van Macromedia Flash 1.0 en de komst van de Shockwave Flash Player. Die plug-in om Flash-bestanden af te spelen was 100kB groot en daarmee eenvoudig te downloaden. Bovendien waren er wereldwijd al 17 miljoen pc's waarop Macromedia's Shockwave Player was geïnstalleerd, zodoende was er direct een grote afzetmarkt voor Flash. In de volgende jaren groeide de populariteit snel. Volgens Jonathan Gay werkten er in 2001 vijftig mensen aan Flash, maakten 500.000 ontwikkelaars gebruik van de animatiesoftware en was de Flash Player op meer dan 325 miljoen computers geïnstalleerd.
Adobe Flash Player
In 2005 kwam Flash dan toch in handen van Adobe. De softwaremaker nam Macromedia in zijn geheel over voor zo'n 3,4 miljard dollar. De animatiesoftware kreeg een plekje in de Creative Suite-softwarebundel onder de naam Adobe Flash en de plug-in om bestanden af te spelen heette voortaan Adobe Flash Player.
De populariteit van Flash groeide onder de hoede van Adobe verder. In het jaar van de overname werd ook YouTube opgericht, dat snel uitgroeide tot het grootste videoplatform op internet en dat Flash gebruikte voor het tonen van filmpjes. Tot 2007 was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht; vrijwel iedere computer kon overweg met Flash en websites maakten veelvuldig gebruik van de techniek. Wie online een filmpje keek, deed dat vrijwel altijd met de Flash Player en ook het spelen van online spelletjes of het weergeven van bewegende advertenties ging vrijwel zonder uitzondering met behulp van de plug-in. Flash werd bovendien geregeld ingezet voor het ontwerpen van websites, met bewegende menu's en talrijke animaties tot gevolg. In de meeste gevallen kwam dat de gebruiksvriendelijkheid van websites echter niet ten goede.
Steve Jobs verklaart Flash de oorlog
Apple was het eerste grote bedrijf dat openlijk de oorlog verklaarde aan Adobe Flash, door de techniek niet te ondersteunen op zijn iPhone en iPad. In 2007 presenteerde Steve Jobs de iPhone en het ontbreken van Flash werd door velen gezien als een gemis, omdat de plug-in zo'n belangrijke plaats had ingenomen op internet. Een filmpje kijken via de browser was vaak niet mogelijk en websites die Flash gebruikten voor de interface, functioneerden niet of slecht.
Vooral bij de aankondiging van de iPad in 2010 kwam er veel kritiek op het ontbreken van Flash. Apple presenteerde zijn tablet als een apparaat waarmee je het volledige internet 'in je handen' kon houden en het ontbreken van Flash-ondersteuning strookte volgens veel mensen niet met dat idee. Steve Jobs verdedigde de keuze van Apple in een open brief, waarin hij Flash te instabiel en te traag noemde voor mobiel gebruik. Ook hekelde hij het feit dat Flash geen opensourcetechnologie is en riep hij op tot gebruik van html5, dat destijds nog in ontwikkeling was. Jobs sloot zijn brief af met het advies aan Adobe om meer te focussen op html5 en het verleden, oftewel Flash, achter zich te laten.
Steve Jobs presenteert de iPad, zonder Flash.
Adobe was het uiteraard niet eens met de kritiek van Apple en wilde na het veroveren van de desktopmarkt Flash ook naar mobiele platforms brengen. In 2009 kondigde het bedrijf versie 10.1 van Flash aan en dat ging gepaard met bètaondersteuning voor Android, Symbian OS, Windows Mobile en Palm Web OS. Blackberry zou een jaar later volgen. Flash werd echter nooit een succes op mobiele besturingssystemen en Adobe gooide al snel de handdoek in de ring. Zo'n anderhalf jaar na de aankondiging werd duidelijk dat de ontwikkeling van Flash voor mobieltjes stopgezet zou worden. In 2012 trok Adobe definitief de stekker van Flash voor Android eruit en werd de app uit de Google App Store verwijderd.
1,3 miljard computers met Flash
Adobe meldt trots dat meer dan een miljard desktops wereldwijd gebruikmaken van Adobe Flash Player. Op de downloadpagina is zelfs te lezen dat de software op 1,3 miljard systemen is geïnstalleerd. Dat maakt ontwikkelen in Flash aantrekkelijk, want het potentiële bereik is enorm. De reden waarom Flash zo groot is geworden, is dat het platform- en browseronafhankelijk werkt. Of je nu Windows, OS X of Linux draait, Chrome, Safari of Edge gebruikt: Flash werkt overal hetzelfde, zowel in oude als in nieuwe versies van besturingssystemen en browsers.
Een opvallend gegeven dat Adobe eveneens op zijn statistiekenpagina meldt, is dat meer dan 400 miljoen van de computers met Flash binnen zes weken na het uitkomen van een update deze ook installeren. Dat zou betekenen dat 600 miljoen computers niet binnen zes weken updaten en dus kwetsbaar zijn voor gaten in de beveiliging. Ook de computers die wel in de genoemde periode van een update worden voorzien, zijn desondanks een aantal weken kwetsbaar.
Kritieke kwetsbaarheden
Het feit dat Flash op ruim een miljard computers te vinden is, maakt de software ook geliefd bij criminelen en andere kwaadwillenden. Wie een kritieke kwetsbaarheid in de Flash Player weet te vinden of in handen krijgt, dringt potentieel een enorm aantal computers binnen. Dat is niet alleen een theoretisch probleem, want kwetsbaarheden zijn in groten getale aanwezig in de Flash Player-software. Dat blijkt wel als we de statistieken van de afgelopen jaren erop naslaan.
Direct valt op dat er in 2015 een enorme piek is ontstaan in het aantal ontdekte kwetsbaarheden. Hoewel niet elk geval een kritiek lek betreft, ging het in 268 gevallen om een code execution vulnerability, een ernstig lek waarmee het mogelijk is om kwaadaardige code uit te voeren op de computer van de gebruiker. Dergelijke kwetsbaarheden worden bijvoorbeeld gebruikt om ransomware te installeren. Ook in 2016 zijn er al tal van nieuwe kwetsbaarheden in de Flash Player ontdekt. Op het moment van schrijven staat de teller op 79 cve's.
De gigantische groei in ontdekte kwetsbaarheden in Adobe Flash Player is volgens onderzoekers wellicht het gevolg van flinke verbeteringen die zijn gemaakt in de beveiliging van Java in 2014. Voor die tijd was de Java-plug-in erg populair bij kwaadwillenden. Sinds begin dit jaar is de Java-plug-in overigens door de maker zelf afgeschreven. Daarmee is Java geen interessant aanvalsobject meer en werd de focus verlegd naar andere plug-ins, waaronder Flash.
Frank Siemons, beveiligingsonderzoeker bij het InfoSec-instituut, zegt tegen Tweakers dat het een vicieuze cirkel is geworden. "Er zitten veel kwetsbaarheden in Flash, dus worden daar veel exploits voor geschreven. Dat houdt de aandacht op Flash gevestigd, waardoor er weer meer kwetsbaarheden worden gevonden. Het enorme marktaandeel van computers met Flash, veelal oude versies, maakt het tot het perfecte medium om ransomware of andere malware mee te verspreiden."
Volgens Siemons is beveiliging een ondergeschoven kindje gebleken bij de ontwikkeling van Flash. "Adobe heeft Flash, met succes, zo compatibel mogelijk geprobeerd te houden en heeft veel aanpassingen gedaan om vernieuwingen op het internet snel door te voeren. Inmiddels is Flash een product geworden met ontzettend veel en vaak oude bugs in de code."
Flash Player aan kop in Exploit Kits
In het jaarlijkse global threat intelligence report van de NTT Group schrijven onderzoekers dat het misbruik van kwetsbaarheden in Flash in zogenaamde exploit kits vorig jaar drastisch is toegenomen. Nieuwe Java-exploits zijn er vrijwel niet bijgekomen. Deze exploit kits, met namen als Angler EK, Neutrino, Nuclear Pack en Magnitude, zijn programma's die worden verkocht via hackforums en sommige irc-kanalen. Ze bevatten tools waarmee misbruik gemaakt kan worden van kwetsbaarheden in verschillende software, van besturingssystemen tot browsers en plug-ins. Met een exploit kit kan een crimineel op grote schaal aanvallen uitvoeren op kwetsbare systemen, zonder dat daarvoor veel kennis nodig is.
/i/2001064785.png?f=imagenormal)
Exploit kits leunen sinds 2015 meer dan ooit op kwetsbaarheden in Flash Player. Afbeelding afkomstig uit het rapport van NTT Group.
De beveiligingsonderzoekers hebben een lijst gemaakt van de kwetsbaarheden die in 2015 het meest werden gebruikt in exploit kits. De volledige top tien bestaat uit kwetsbaarheden in de Flash Player. In de onderstaande tabel zijn de desbetreffende cve's genoteerd. Al deze kwetsbaarheden worden actief misbruikt in exploit kits. De genoemde kwetsbaarheden zijn allemaal opgelost met updates voor Flash Player, maar ook de exploit kits worden doorlopend voorzien van updates met nieuwe mogelijkheden om gebruikers aan te vallen.
Van een aantal kwetsbaarheden is bekend dat ze ook zijn ingezet bij omvangrijke hackcampagnes die op overheden en bedrijven zijn gericht. Zo kwamen er verschillende zero-days aan het licht toen hackers 400GB aan data van het beveiligingsbedrijf Hacking Team buitmaakten. Het Italiaanse bedrijf levert onder meer tools aan overheden die daarmee internetgebruikers in de gaten willen houden.
/i/2001064747.png?f=imagenormal)
Met malvertising worden gebruikers naar een kwaadaardige website gelokt, waar met behulp van een exploit kit computers geïnfecteerd worden met bijvoorbeeld ransomware. Afbeelding afkomstig uit het rapport van NTT Group.
De waarde van een zero-day in Flash
Handel in kritieke kwetsbaarheden is een miljoenenbusiness. Met het misbruiken van kwetsbaarheden kunnen criminelen geld verdienen, door bijvoorbeeld malware of ransomware te installeren. Het ontdekken van kwetsbaarheden levert echter ook geld op. Er zijn wereldwijd tal van bedrijven die handelen in zero-days en ook op de zwarte markt wordt gehandeld in kwetsbaarheden. Welke bedragen er precies in omgaan, is vaak niet duidelijk, al doet Zerodium daar niet moeilijk over. Dat bedrijf heeft alle details van zijn exploit acquisition program online staan. Een zero-day in Flash Player die het op afstand uitvoeren van code mogelijk maakt, levert tot 50.000 dollar op. Een kwetsbaarheid met sandbox escape is tot 80.000 dollar waard.
/i/2001067081.png?f=imagenormal)
Deze bedragen zijn veel hoger dan wat onderzoekers kunnen verdienen met het eerlijk melden van een gevonden kwetsbaarheid. Adobe heeft zelf in het geheel geen bug bounty-programma waarmee het onderzoekers uitbetaalt. Het softwarebedrijf is sinds vorig jaar wel aangesloten bij het HackerOne-platform, waar whitehathackers kwetsbaarheden kunnen melden, maar meer dan 'reputatie' krijgen ze niet van Adobe.
Via het Internet Bug Bounty-programma, eveneens op HackerOne, is wel geld te verdienen met het melden van kritieke kwetsbaarheden in Flash Player. Het gaat dan om een bedrag van minimaal 2000 dollar, tot 'meer dan' 5000 dollar als de melding een uitgebreide beschrijving en proof-of-concept bevat. Het hoogste bedrag dat tot nog toe via deze weg is uitgekeerd, is 10.000 dollar. De organisatie achter dit programma bestaat uit bedrijven die het internet zo veilig mogelijk willen maken en daar zelf geld voor beschikbaar stellen. Sponsors zijn onder andere Facebook en Microsoft.
Wanneer een bug-bountypogramma geld uitkeert, heeft dat voor bedrijven een dubbele werking, benadrukt Siemons. "Het motiveert ontdekkers van bugs om deze verantwoord te melden, zodat de code op tijd aangepast kan worden. Aan de andere kant motiveert het bedrijven om hun eigen bugs te ontdekken, zodat ze de bounties niet te vaak uit hoeven te keren. Adobe keert zelf geen geld uit en heeft die motivatie dus niet." Overigens heeft Adobe wel eigen beveiligingsonderzoekers in dienst die problemen opsporen en aan oplossingen werken.
Toepassing van kritieke kwetsbaarheden
Kritieke lekken worden niet alleen door criminelen gebruikt, maar ook door overheidsinstanties of hackers die opereren in opdracht van overheden. Zo heeft de NSA een miljoenenbudget voor het verkrijgen van details over kwetsbaarheden in software. Nu zal niet al dat geld naar zero-days in de Flash Player gaan, maar een deel waarschijnlijk wel. Ook de Nederlandse Defensie beschikt over een budget waarmee zero-days gekocht kunnen worden. Hoeveel er in het bezit zijn van de overheid is niet bekend.
Er zijn ook concrete voorbeelden van hackoperaties waarbij kwetsbaarheden in Flash werden gebruikt voor aanvallen met politieke motivatie. Zo werd vorig jaar een zero-day gebruikt in operatie Pawn Storm, die door Trend Micro in kaart is gebracht. Volgens het beveiligingsbedrijf is Pawn Storm een operatie die geleid wordt vanuit Rusland en het gemunt heeft op onder andere het Witte Huis, de NAVO, Russische dissidenten, politieke tegenstanders van het Kremlin en activisten uit Oekraïne.
Virals, games en cultseries
Het mag duidelijk zijn dat Flash Player een gevaarlijke en kwetsbare plug-in is, maar op zijn minst hebben veel tweakers waarschijnlijk een haat-liefdeverhouding met de software. De flitsende banners en beveiligingsproblemen kunnen we missen als kiespijn, maar dankzij Flash verschenen er in de afgelopen twintig jaar ook tal van memorabele browsergames, legendarische internetmemes en animatiefilmpjes die uitgroeiden tot ware cultseries.
Met Flash werd het voor creatievelingen relatief eenvoudig om zelf animatiefilmpjes of spelletjes in elkaar te zetten en te delen met de rest van de wereld. Al snel na het ontstaan van de techniek kwamen er dan ook verschillende portals waarop dergelijke Flash-creaties te zien en te spelen waren. Een aantal bekende namen zijn Newgrounds, AlbinoBlacksheep, Kongregate en Heavy.com. Die eerste drie websites vervullen nog altijd een vergelijkbare rol als waarmee ze eind jaren negentig begonnen.
/i/2001011497.png?f=imagenormal)
Een van de eerste en bekendste Flash-video's die viral gingen, is All Your Base Are Belong To Us. In het filmpje wordt de draak gestoken met het steenkolenengels uit de Japanse arcadegame Zero Wing uit 1989, gevolgd door een reeks foto's met vergelijkbaar Engrish. Het Flash-bestand werd rond de millenniumwisseling vooral via e-mail en forums verspreid en wist een groot deel van internet in zijn greep te krijgen. Zo resulteerde het op Gathering of Tweakers in een lange reeks topics waarin forumleden hun eigen fotobewerkingen plaatsten.
Andere voorbeelden van bekende Flash-video's uit die tijd zijn The Ultimate Showdown en Numa Numa Dance. Dergelijke video's zouden vandaag de dag waarschijnlijk op YouTube of Facebook geüpload worden, maar voor de komst van dergelijke platforms was het gebruikelijk om filmpjes in swf-formaat te publiceren.
Happy Tree Friends
Flash werd niet alleen gebruikt voor korte, grappige filmpjes, er werden ook complete webseries mee gemaakt, die in sommige gevallen later op tv werden uitgezonden. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Happy Tree Friends, een animatieserie waarin schattige dieren in korte filmpjes van een paar minuten op gruwelijke wijze aan hun einde komen. In 2000 verscheen de eerste aflevering online en al snel werd de serie populair. Rond 2005 werden de Happy Tree Friends-afleveringen zo'n vijftien miljoen keer per maand bekeken.
Alle afleveringen van Happy Tree Friends zijn te vinden op YouTube
Met behulp van Flash konden de episodes snel gemaakt worden en het verspreiden van de relatief kleine swf-bestanden was eenvoudig. Kenn Navarro, een van de makers en stemacteur van de serie, zegt in een interview met website Coldhardflash dat het maken van een aflevering enkele weken kostte, terwijl het maken van dezelfde animatie voor de komst van Flash maanden geduurd zou hebben. MTV zond de serie in 2006 uit op tv, in een aangepaste vorm met langere afleveringen. Ook verschenen er dvd's van de serie over de vrolijke boomvriendjes.
Naast Happy Tree Friends zijn er tal van andere webseries gemaakt met Flash. Bekende namen zijn bijvoorbeeld Cyanide & Happiness en Weebl and Bob. Flash werd niet alleen rond de eeuwwisseling gebruikt voor animaties, er zijn ook recente voorbeelden, zoals de Japanse tv-serie Ping Pong.
Flash-games
Flash bleek niet alleen een handig formaat om filmpjes te animeren, de techniek maakt ook interactieve swf-bestanden mogelijk. Dat resulteerde in tal van gratis te spelen browsergames, variërend van simpel en eenvoudig tot behoorlijk complex. Veel portals waarop Flash-video's gehuisvest werden, dienden ook als verzamelplaats voor Flash-spelletjes.
In 2004 kwam de eerste versie van Yetisports uit: Pingu Throw. In het spelletje bedient de speler een yeti met een honkbalknuppel en is het doel om een pinguïn zo ver mogelijk te meppen. Later verschenen er diverse opvolgers en apps voor Android, iOS en Windows.
Ook vandaag de dag worden er nog veel Flash-games gemaakt. Een vrij recent voorbeeld is Kingdom Rush, dat is uitgegroeid tot een van de populairste tower defence-games op iOS en Android. Oorspronkelijk was dat een Flash-game. In juli 2011 bracht IronHide de browserversie uit en pas eind dat jaar kwam de game in app-vorm uit voor de iPad. Ook Machinarium uit 2009 begon als Flash-game en werd later een populaire app voor tablets.
Volgens Adobe zijn 24 van de 25 populairste spelletjes op Facebook gemaakt met Flash. Deze games worden waarschijnlijk door tientallen of zelfs honderden miljoenen mensen gespeeld en zowel Facebook als Adobe is erbij gebaat dat dit geen grote veiligheidsrisico's met zich meebrengt. In november maakte Adobe bekend samen te werken met Facebook om Flash-games betrouwbaar en veilig te houden. Facebook zal beveiligingsinformatie doorspelen aan Adobe 'om de Flash Player te verbeteren'. Adobe zegt dergelijke samenwerkingen ook met Microsoft en Google te hebben.
/i/2001027329.jpeg?f=imagenormal)
Kingdom Rush, begonnen als Flash-game en daarna groot geworden op iOS en Android
Alternatieven
Hoewel Flash al twintig jaar bestaat, zijn er ook al jarenlang alternatieven. Dat html5 de rol van Flash op internet grotendeels zal overnemen, is inmiddels ook al enkele jaren duidelijk. In het verleden waren er echter meer kapers op de kust, zoals RealPlayer. Ook Microsoft probeerde een deel van het marktaandeel van Flash af te snoepen.
Microsoft Silverlight
In 2006 stelde Microsoft zijn Flash-killer WPF/E voor. Een 'Everywhere'-variant van de Windows Presentation Foundation, die de basis vormt voor de grafische schil van Windows. Een jaar later werd de techniek officieel gepresenteerd onder de noemer Silverlight. Microsoft wilde website- en contentmakers overhalen om zijn techniek te gebruiken door onder meer de toevoeging van PlayReady-drm, kopieerbeveiliging voor films. Onder andere Netflix had daar wel oren naar en gebruikte de plug-in jarenlang voor de webversie van zijn streamingdienst.
Analisten twijfelden bij de introductie van Silverlight al aan de groeimogelijkheden en ze bleken gelijk te krijgen. Adobe had met zijn Flash-plug-in een dermate groot marktaandeel verworven, dat het de de facto standaard was geworden voor interactieve content op internet. Microsoft heeft daar met Silverlight nooit veel aan kunnen veranderen. In 2011 gebruikte 0,3 procent van alle websites Silverlight, terwijl in datzelfde jaar Flash op 28 procent van alle websites werd toegepast. Anno 2016 is de techniek van Microsoft volgens statistieken van W3Techs nog op 0,1 procent van alle websites in gebruik.
Het mag duidelijk zijn dat Silverlight nooit een serieuze kans heeft gehad om Flash van de troon te stoten en Microsoft kondigde dan ook zelf in 2012 aan te stoppen met de verdere ontwikkeling van de plug-in. Ook besloot het bedrijf om de plug-in zelfs niet meer te ondersteunen in zijn Edge-browser, maar ontwikkelaars aan te sporen om gebruik te maken van open standaarden zoals html5. Wel blijft Microsoft tot 2021 beveiligingsupdates en bugfixes uitbrengen voor Silverlight.
De lange weg naar html5
Inmiddels kiezen steeds meer websites voor html5 in plaats van Flash. In tegenstelling tot Flash Player is html5 geen plug-in, maar onderdeel van de browser. Gebruikers hoeven geen extra, potentieel kwetsbare, software te installeren. Dat is echter ook een nadeel, omdat de implementatie van html5 in iedere browser anders is. Vooral in de beginjaren van de html5-techniek was er daardoor veel inconsistentie in compatibiliteit onder browsers. Met name Internet Explorer bleef lang achter ten opzichte van de concurrentie. Op de website html5readiness is een grafische vergelijking te zien van welke html5-functies ondersteund werden in de populaire browsers vanaf 2008 tot 2013. Anno 2016 wordt de html5-standaard door alle moderne browsers goed ondersteund.

Het eerste ontwerp van de html5-specificaties werd al in 2008 gepubliceerd. In 2012 werden de definitieve specificaties vastgelegd en in oktober 2014 werd html5 tot officiële standaard verheven. Vooral de ondersteuning voor drm was controversieel. De W3C-organisatie wilde geen kopieerbeveiliging in de standaard integreren, maar besloot uiteindelijk het protest tegen drm naast zich neer te leggen. Hoewel verschillende partijen niet blij waren met de drm-ondersteuning in html5, heeft de toevoeging ervan waarschijnlijk wel bijgedragen aan de acceptatie van html5. Streamingdiensten als Netflix en Spotify, die eerder Silverlight of Flash gebruikten omwille van de drm-mogelijkheden, konden nu ook de overstap maken naar html5.
Het grote voordeel van de webstandaard is dat hij zowel op mobiele besturingssystemen als op desktops werkt. Sinds de standaard definitief is gemaakt, laten steeds meer grote bedrijven en websites Flash achter zich, ten gunste van html5. Voor het weergeven van video's, advertenties en animaties heeft html5 vrijwel geen beperkingen of nadelen ten opzichte van Flash.
Flash omzetten naar html5
Of Flash binnen afzienbare tijd volledig van internet verdwijnt, is nog maar de vraag. Dat is ook niet zozeer een doel. De grootste veiligheidsproblemen zouden kunnen worden opgelost door de plug-in in ieder geval niet meer client-side, op computers van gebruikers, te draaien. Zowel Mozilla als Google werkt aan methodes om Flash-bestanden te kunnen bekijken in de browser, zonder gebruik te maken van de Flash Player-plug-in.
De techniek van Mozilla, bekend onder de naam Shumway, zet Flash-bestanden om in html5 met behulp van javascript. In 2012 begon de techniek als experiment en in 2013 werd de functie voor het eerst opgenomen in een nightly van Firefox als test. Mozilla werkt nog steeds aan de techniek, maar een officiële implementatie is er nog niet. Er is wel een website met voorbeelden, waar ook een Shumway-extensie voor Firefox gedownload kan worden.
Google heeft met Swiffy een vergelijkbare techniek, al is die niet bedoeld om in de browser te draaien. Ontwikkelaars en adverteerders kunnen zelf hun Flash-bestanden uploaden, zodat deze omgezet worden in html5. Inmiddels zet Google de Swiffy-techniek ook in om bestaande Flash-advertenties om te zetten.
Einde in zicht
In 2015 werd er niet alleen een recordaantal kwetsbaarheden in Flash ontdekt, er waren in datzelfde jaar tal van belangrijke websites die stopten met de plug-in. YouTube ging grotendeels over op html5 en ook Twitch begon met het uitfaseren van Flash. Facebook stopte in december volledig met het gebruik van Flash voor het afspelen van video's. Eerder zei de beveiligingstopman van het sociale netwerk al dat Flash overal uitgefaseerd moet worden. Hij vindt dat Adobe en browsermakers een datum moeten afspreken waarop Flash niet meer zal werken.
Zover is het nog niet, maar Adobe zette eind vorig jaar zelf een grote stap met de aankondiging van Animate CC als opvolger van Flash Professional. De naamswijziging is een stille hint naar een toekomst zonder Flash. Met het nieuwe pakket kunnen nog wel Flash-animaties worden gemaakt, maar de nadruk ligt meer op html5. In het begeleidend schrijven liet Adobe ook duidelijk weten dat html5 de toekomst heeft en daarmee sloeg de fabrikant als het ware zelf een nagel aan de kist van Flash.
Het percentage websites die Flash gebruiken, neemt ieder jaar sterk af. Volgens HTTP Archive maakt momenteel nog 17 procent van alle gemeten websites gebruik van Flash. Het gaat dan om zowel Flash-elementen op de website zelf als ingeladen advertenties of andere inhoud van derden. W3Techs komt met zijn metingen op het veel lagere percentage van 8,7 procent uit. Waarschijnlijk worden daarbij externe Flash-elementen niet meegerekend.
Flash-banners zullen steeds zeldzamer worden. Google heeft aangekondigd ze vanaf 30 juni helemaal niet meer te accepteren. Lopende campagnes met Flash-banners zijn uiterlijk tot 2 januari 2017 te zien bij het advertentienetwerk van Google. In browsers wordt Flash-inhoud steeds vaker standaard 'gepauzeerd' en dus niet geactiveerd zonder dat een gebruiker erop klikt. Chrome doet dat met Flash-banners en Microsoft is van plan om 'niet-essentiële' Flash-onderdelen vanaf deze zomer standaard te bevriezen in Edge. Apple doet dat in Safari al langer.
Bescherm jezelf
De beste manier om je te beschermen tegen de kwetsbaarheden van Flash is het deïnstalleren van de plug-in. Hoewel je op veel websites tegenwoordig prima zonder kunt, blijven er echter tal van websites over die Flash Player nodig hebben om te functioneren. Een voorbeeld in Nederland zijn de NPO-websites. Wil je iets terugkijken op Uitzending Gemist, dan heb je Flash Player nodig. Ook veel complexe online applicaties, zoals uitgebreide games of programma's, werken niet zonder Flash.
Om jezelf toch te wapenen tegen aanvallers, is het in eerste instantie belangrijk om updates altijd direct te installeren. Daarnaast is het verstandig om 'click-to-play' te activeren in de browser- of plug-in-instellingen. Flash-elementen worden dan niet meer standaard geladen. Lees je een artikel op een website, dan heb je wellicht geen behoefte aan het filmpje dat ook op de pagina staat. Met click-to-play geactiveerd wordt bij iedere pagina waar Flash op staat om toestemming gevraagd voor het uitvoeren van de plug-in. Zolang je niet klikt, wordt het Flash-bestand niet uitgevoerd en heeft een kwaadaardig bestand dus ook geen kans van slagen. Click-to-play biedt geen volledige bescherming, maar het beperkt het risico op een 'drive-by'-besmetting, die je kunt oplopen door per ongeluk een malafide website te bezoeken.
/i/2001068333.png?f=imagenormal)
Een toekomst zonder Flash?
Hoewel Flash steeds minder gebruikt wordt op websites, is de plug-in nog altijd op talloze computers geïnstalleerd. Zolang er geen officieel afscheid wordt genomen van de techniek, blijft dat waarschijnlijk zo en daarmee blijft Flash ook voor aanvallers interessant. Vrijwel zeker is dat de Flash Player het niet nog eens twee decennia zal overleven, maar waarschijnlijk duurt het nog wel een aantal jaar voordat de plug-in definitief is uitgefaseerd. Het is te hopen dat de stortvloed aan kwetsbaarheden en aanvallen die in 2015 zijn ontdekt en uitgevoerd, een katalyserende werking hebben op het uitfaseren van Flash.