Flash viert in mei zijn twintigste verjaardag. Een groot feest wordt het waarschijnlijk niet, want de tijd is bijna rijp om een overlijdensbericht te schrijven. Steeds meer websites zweren het softwareplatform voor het opleuken van internetpagina's met animaties, spelletjes, bewegende banners en video's af. Adobe Flash Player, de plug-in waarmee gebruikers Flash-content kunnen bekijken, komt herhaaldelijk negatief in het nieuws vanwege kritieke kwetsbaarheden. Vorig jaar werden er honderden ontdekt, een absoluut record. En al jaren voordat beveiligingslekken een grote rol speelden, zagen velen de Flash Player als een resources vretende, logge plug-in, die computers traag maakte.
Waar komen al die problemen met Flash eigenlijk vandaan en hoe is het mogelijk dat ze al twintig jaar voortduren? Nu Flash twee decennia bestaat, blikken we terug op de geschiedenis en de kwetsbaarheden, maar ook op de memorabele Flash-animaties, -games en -video's die dankzij de software op internet verschenen.
Het begin: FutureSplash Animator
Jonathan Gay, een van de oprichters van Flash, vertelt hoe de animatiesoftware is ontstaan. Dat doet hij in een artikel op de website van Adobe, dat enkel nog via Archive.org is terug te vinden. De eerste versie verscheen in mei 1996 en had de naam FutureSplash Animator. Het pakket was gemaakt door FutureWave Software, een bedrijfje met zes werknemers. Aanvankelijk probeerde FutureWave de technologie te verkopen aan Adobe, maar toen dat niet lukte, bracht het de animatiesoftware zelf uit.
Eenmaal op de markt werd FutureSplash snel opgepikt door grote bedrijven. Microsoft werkte in augustus 1996 aan zijn webportal MSN en wilde een 'televisieachtige' ervaring creëren op internet. Volgens Gay omarmde Microsoft de techniek van FutureSplash en zo kwam het dat de softwaregigant voor de introductie van de MSN-portal de techniek van het kleine softwarebedrijfje gebruikte.
Macromedia Flash 1.0
Ook Disney Online maakte gebruik van de FutureSplash-software, om animaties en een gebruikersinterface te maken voor de Disney Daily Blast. Dit zou een abonnementsdienst worden voor onlinespelletjes. Disney werkte daarnaast samen met Macromedia, dat met zijn Shockwave Player een techniek bood voor het weergeven van multimedia op internet. Macromedia zag de animatietechnologie van FutureWave wel zitten en nam het bedrijfje in december 1996 over.
De overname resulteerde in januari 1997 in de introductie van Macromedia Flash 1.0 en de komst van de Shockwave Flash Player. Die plug-in om Flash-bestanden af te spelen was 100kB groot en daarmee eenvoudig te downloaden. Bovendien waren er wereldwijd al 17 miljoen pc's waarop Macromedia's Shockwave Player was geïnstalleerd, zodoende was er direct een grote afzetmarkt voor Flash. In de volgende jaren groeide de populariteit snel. Volgens Jonathan Gay werkten er in 2001 vijftig mensen aan Flash, maakten 500.000 ontwikkelaars gebruik van de animatiesoftware en was de Flash Player op meer dan 325 miljoen computers geïnstalleerd.
Adobe Flash Player
In 2005 kwam Flash dan toch in handen van Adobe. De softwaremaker nam Macromedia in zijn geheel over voor zo'n 3,4 miljard dollar. De animatiesoftware kreeg een plekje in de Creative Suite-softwarebundel onder de naam Adobe Flash en de plug-in om bestanden af te spelen heette voortaan Adobe Flash Player.
De populariteit van Flash groeide onder de hoede van Adobe verder. In het jaar van de overname werd ook YouTube opgericht, dat snel uitgroeide tot het grootste videoplatform op internet en dat Flash gebruikte voor het tonen van filmpjes. Tot 2007 was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht; vrijwel iedere computer kon overweg met Flash en websites maakten veelvuldig gebruik van de techniek. Wie online een filmpje keek, deed dat vrijwel altijd met de Flash Player en ook het spelen van online spelletjes of het weergeven van bewegende advertenties ging vrijwel zonder uitzondering met behulp van de plug-in. Flash werd bovendien geregeld ingezet voor het ontwerpen van websites, met bewegende menu's en talrijke animaties tot gevolg. In de meeste gevallen kwam dat de gebruiksvriendelijkheid van websites echter niet ten goede.
Steve Jobs verklaart Flash de oorlog
Apple was het eerste grote bedrijf dat openlijk de oorlog verklaarde aan Adobe Flash, door de techniek niet te ondersteunen op zijn iPhone en iPad. In 2007 presenteerde Steve Jobs de iPhone en het ontbreken van Flash werd door velen gezien als een gemis, omdat de plug-in zo'n belangrijke plaats had ingenomen op internet. Een filmpje kijken via de browser was vaak niet mogelijk en websites die Flash gebruikten voor de interface, functioneerden niet of slecht.
Vooral bij de aankondiging van de iPad in 2010 kwam er veel kritiek op het ontbreken van Flash. Apple presenteerde zijn tablet als een apparaat waarmee je het volledige internet 'in je handen' kon houden en het ontbreken van Flash-ondersteuning strookte volgens veel mensen niet met dat idee. Steve Jobs verdedigde de keuze van Apple in een open brief, waarin hij Flash te instabiel en te traag noemde voor mobiel gebruik. Ook hekelde hij het feit dat Flash geen opensourcetechnologie is en riep hij op tot gebruik van html5, dat destijds nog in ontwikkeling was. Jobs sloot zijn brief af met het advies aan Adobe om meer te focussen op html5 en het verleden, oftewel Flash, achter zich te laten.
Steve Jobs presenteert de iPad, zonder Flash.
Adobe was het uiteraard niet eens met de kritiek van Apple en wilde na het veroveren van de desktopmarkt Flash ook naar mobiele platforms brengen. In 2009 kondigde het bedrijf versie 10.1 van Flash aan en dat ging gepaard met bètaondersteuning voor Android, Symbian OS, Windows Mobile en Palm Web OS. Blackberry zou een jaar later volgen. Flash werd echter nooit een succes op mobiele besturingssystemen en Adobe gooide al snel de handdoek in de ring. Zo'n anderhalf jaar na de aankondiging werd duidelijk dat de ontwikkeling van Flash voor mobieltjes stopgezet zou worden. In 2012 trok Adobe definitief de stekker van Flash voor Android eruit en werd de app uit de Google App Store verwijderd.
1,3 miljard computers met Flash
Adobe meldt trots dat meer dan een miljard desktops wereldwijd gebruikmaken van Adobe Flash Player. Op de downloadpagina is zelfs te lezen dat de software op 1,3 miljard systemen is geïnstalleerd. Dat maakt ontwikkelen in Flash aantrekkelijk, want het potentiële bereik is enorm. De reden waarom Flash zo groot is geworden, is dat het platform- en browseronafhankelijk werkt. Of je nu Windows, OS X of Linux draait, Chrome, Safari of Edge gebruikt: Flash werkt overal hetzelfde, zowel in oude als in nieuwe versies van besturingssystemen en browsers.
Een opvallend gegeven dat Adobe eveneens op zijn statistiekenpagina meldt, is dat meer dan 400 miljoen van de computers met Flash binnen zes weken na het uitkomen van een update deze ook installeren. Dat zou betekenen dat 600 miljoen computers niet binnen zes weken updaten en dus kwetsbaar zijn voor gaten in de beveiliging. Ook de computers die wel in de genoemde periode van een update worden voorzien, zijn desondanks een aantal weken kwetsbaar.