Onderdeel van de vorig jaar door president Obama opgestelde richtlijn voor Offensive Cyber Effects Operations is het opstellen van een lijst mogelijke buitenlandse doelwitten voor internetaanvallen. Het gaat om potentiële doelwitten van nationaal belang.
Presidential Policy Directive 20 betreft een document van 18 pagina's dat oktober vorig jaar is uitgevaardigd, en waarvan het bestaan al eerder bekend werd, maar waarvan de inhoud tot nu toe grotendeels geheim bleef. De richtlijn beschrijft OCEO als 'operaties en gerelateerde activiteiten die door of namens de overheid van de VS uitgevoerd worden in cyberspace en die bedoeld zijn om cybereffecten buiten overheidsnetwerken van de Verenigde Staten te genereren.'
De oproep is om een lijst 'potentiële doelwitten van nationaal belang' op te stellen. Dit zou de VS 'onconventionele mogelijkheden geven om wereldwijd nationale doelen na te streven waarbij geen of nauwelijks waarschuwingen afgegeven worden aan de doelen en waarbij de potentiële effecten variëren van subtiel tot extreem schadelijk.' Ook in de VS zelf kunnen internetaanvallan uitgevoerd worden, maar hierbij is uitdrukkelijke toestemming van de president nodig, schrijft The Guardian, die de richtlijn in handen kreeg. Het document waarschuwt ook voor tegenmaatregelen en consequenties zoals 'verlies van levens'.
De publicatie verschijnt op een saillant moment: enkele uren erna had Obama een sessie met zijn collega Xi Jinping over de internetaanvallen over en weer. De beide presidenten roepen op gemeenschappelijke regels omtrent digitale oorlogsvoering op te stellen. Ook verschijnt de richtlijn een dag nadat Obama in ernstige verlegenheid is gebracht door het uitlekken van project Prism, dat opsporingsdiensten directe toegang zou geven tot servers van onder andere Microsoft, Google, Facebook, Amazon en Apple om data van buitenlanders te vergaren. Dat de VS zich met digitale oorlogsvoering op buitenlandse doelwitten richt is geen verrassing: algemeen wordt bijvoorbeeld aangenomen dat het land, samen met Israël, achter de Stuxnet-aanval op Iraanse nucleaire faciliteiten zat. Wel gaat het om het eerste harde overheidsbewijs dat de VS een lijst van doelwitten wereldwijd opstelt.