De Stuxnet-malware, die vermoedelijk door de VS is ontwikkeld en bedoeld was om het Iraanse programma voor het verrijken van uranium te ontregelen, zou ook het controlenetwerk van een Russische nucleaire installatie hebben besmet.
Dat heeft Eugene Kaspersky gezegd tijdens een gesprek met de Australische pers. Volgens Kaspersky, oprichter en ceo van beveiligingsfirma Kaspersky Labs, is de Stuxnet-malware aangetroffen in een niet nader genoemde Russische kerncentrale. Een werknemer van de Russische nucleaire installatie zou aan Kaspersky hebben laten weten dat het controlenetwerk besmet raakte door Stuxnet, hoewel dit netwerk niet met internet was verbonden, meldt ZDnet.
Onduidelijk is of Stuxnet schade heeft veroorzaakt aan de Russische kerncentrale. De worm is zo ontwikkeld dat hij alleen in bepaalde omgevingen apparatuur saboteert. Daarbij richt Stuxnet zich vooral op het ontregelen van Siemens-apparatuur. De malware had tot doel om de plc-stuursystemen van Iraanse ultracentrifuges te saboteren. Iran, maar ook andere landen, gebruikt dergelijke centrifuges om uranium te verrijken.
De besmetting van systemen van een Russische kerncentrale was nog niet bekend. Wel duidelijk is dat Russische kerngeleerden meedraaien in het Iraanse nucleaire programma en dat Stuxnet vermoedelijk via usb-sticks de Iraanse installaties is binnengekomen.
Kaspersky liet tijdens zijn gesprek met de pers ook weten dat de blootgelegde spionageprogramma's ernstige gevolgen kunnen hebben voor internet, omdat overheden elkaar niet langer vertrouwen. Hierdoor komt de openheid van internet in het geding. Kaspersky pleitte voor internationale afspraken waarin cyberspionage wordt ingeperkt en kritieke infrastructuur beter wordt beveiligd.