Amerikaanse opsporingsdiensten willen nieuwe wetgeving waardoor het mogelijk wordt om alle vormen van internetcommunicatie af te tappen. Apparaten en diensten zouden bovendien geschikt moeten zijn om te worden afgeluisterd.
Medewerkers van de FBI, het ministerie van justitie en de NSA lobbyen bij president Obama voor verruiming van de aftapmogelijkheden, zo schrijft The New York Times. Dit zou volgend jaar in nieuwe wetgeving moeten uitmonden. De opsporingsdiensten stellen dat zij door het afnemende gebruik van telefoons en de verdere groei van communicatiediensten via het internet steeds minder goed in staat zijn om gesprekken of elektronische berichten te onderscheppen.
Volgens de overheidsdiensten moeten er daarom extra maatregelen worden genomen zodat de opsporingsinstanties hun afluisterwerk kunnen doen. Daarom zouden apparaten als BlackBerry's, die hun berichtenverkeer versleutelen, of p2p-software als Skype, die voip-gesprekken van encryptie voorziet, voortaan verplicht over een aftapmogelijkheid moeten beschikken. Daarnaast zouden buitenlandse bedrijven die zaken doen in de VS een kantoor in het land moeten hebben waardoor aftappen mogelijk wordt.
In de VS is sinds 1994 de Communications Assistance to Law Enforcement Act van kracht, maar deze is alleen van toepassing op de telecommarkt. Aanbieders van internetdiensten zijn dus niet verplicht om aftapmogelijkheden te ontwikkelen, waardoor veel bedrijven een afwachtende houding aannemen. Een ander probleem voor opsporingsdiensten is dat zelfs al zij desgevraagd wel een 'achterdeurtje' aanbieden, er communicatieprotocollen in gebruik zijn die het verkeer tussen twee gebruikers versleutelen.
Critici stellen dat de voorstellen van de opsporingsdiensten veel te ver gaan, mede omdat het decentrale karakter van het internet in gevaar zou komen. James Dempsey, vice-president van het Center for Democracy and Technology, stelt dat als de voorstellen doorgaan de klok wordt teruggedraaid en internetdiensten op dezelfde manier zullen functioneren als het oude telefoonnetwerk. Anderen stellen dat het verplichten tot het hebben van achterdeurtjes de innovatie in de internetmarkt zal remmen en dat hackers er misbruik van zullen maken.
Een medewerker van de FBI stelt echter dat de opsporingsdiensten niet vragen om het oprekken van de spelregels, maar dat zij hun afluistermogelijkheden moeten behouden om zo de publieke veiligheid en de staatsveiligheid te kunnen bewaken. Bovendien zouden de bedrijven en niet de overheid de achterdeurtjes in de moderne communicatiesystemen bewaken.