De Tweede Kamer heeft dinsdag een motie aangenomen die eist dat de demissionair minister van Binnenlandse Zaken de tapstatistieken van de veiligheidsdiensten vrijgeeft. Nu zijn alleen de cijfers van de opsporingsdiensten openbaar.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken rapporteert al jaren de afluisterstatistieken van de opsporingsdiensten aan de Tweede Kamer. Daaruit blijkt dat Nederland wereldwijd koploper is wat het aftappen van telefoongesprekken betreft: gemiddeld worden er 2200 nummers per dag getapt, waarvan 80 procent mobiele nummers. Het hoge aantal en het feit dat de hoeveelheid taps jaarlijks stijgt, baart de Kamer zorgen en in november vorig jaar zegde de minister toe een onderzoek naar de noodzaak in te stellen.
De afluisterstatistieken van de AIVD en MIVD zijn echter niet meegenomen in de jaarlijkse rapportage. Deze inlichtingendiensten hebben, anders dan de opsporingsdiensten, geen toestemming nodig van de rechter-commissaris. In januari stelden de kamerledenkamerleden Gerkens, Teeven en Azough een motie op waarin ze verklaarden dat de Kamer 'geen goed beeld heeft van hoe vaak telefoons in Nederland worden getapt, omdat het aantal maal dat veiligheidsdiensten een telefoontap plaatsen niet openbaar wordt gemaakt.'
Het argument van toenmalig minister Ter Horst dat het vrijgeven van de cijfers een te grote inkijk zou geven in de keuken van de inlichtingendiensten, was voor de kamerleden niet overtuigend. Dinsdag schaarde de Tweede Kamer zich achter de motie. Volgens Arda Gerkens van de SP kan het onderzoek naar het aantal afluistertelefoontjes van de AIVD en MIVD niet goed worden verricht als het aantal niet openbaar is. "Ik wil weten hoe vaak in Nederland mensen worden afgeluisterd. Afluisteren is prima als het moet, maar mijn indruk is dat er veel te makkelijk naar dit middel wordt gegrepen."