Doordat opsporingsdiensten zoveel telefoons tappen, worden veel misdaden voorkomen. Dat zegt minister Hirsch Ballin van Justitie. Desondanks begint hij een onderzoek waarom relatief zoveel Nederlanders telefonisch worden afgeluisterd.
Per dag worden ongeveer 2200 Nederlanders afgeluisterd, waarbij het veelal gaat om gesprekken die via de mobiele telefoon worden gevoerd. Dat is veel, maar het heeft nut, zegt minister Ernst Hirsch Ballin: "We weten dat het effectief is, maar de manier waarop en de gradaties, daar biedt het onderzoek inzicht in."
Dat onderzoek komt er op verzoek van de Tweede Kamer. Diverse Kamerleden maken zich zorgen over het hoge aantal telefoontaps in Nederland. Zo worden bijvoorbeeld in de Verenigde Staten 'slechts' 1100 mensen per dag afgeluisterd, terwijl er ongeveer zeventien keer zoveel mensen wonen. Relatief komt een telefoontap in Nederland dus 34 keer zoveel voor als in de VS. In Nederlandse rechtszaken kunnen telefoontaps als bewijsmateriaal worden aangevoerd.
Een van de grootste punten van zorg is dat mensen die worden afgeluisterd, daar niet altijd achteraf van op de hoogte worden gesteld, terwijl opsporingsdiensten daartoe wel wettelijk verplicht zijn. Het wordt geen onafhankelijk onderzoek; de minister laat het onderzoek uitvoeren door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie.
Ook buiten de Kamer is er kritiek op het vele tappen van telefoons. Zo zei advocate Inez Weski donderdagavond in het praatprogramma Pauw & Witteman dat Justitie veel te snel naar telefoontaps als bewijsmiddel grijpt, en dat de rechter-commissaris veelal gemakkelijk toestemming voor taps geeft. "Als iemand vaak naar Schiphol gaat, kan dat al als reden gelden om iemand te gaan tappen. Vervolgens kunnen bekenden van diegene als betrokkene ook weer getapt worden. Zo is de kring rond die tap enorm."