Een aantal opensourceontwikkelaars is begonnen aan software die het mogelijk moet maken om websites onafhankelijk van één hostingaanbieder te laten draaien. Unhosted zou zo censuur en vendor lock-ins bij clouddiensten moeten tegengaan.
Het Unhosted-project stelt het 'monopolie' van web 2.0-diensten te willen doorbreken, omdat commerciële bedrijven die clouddiensten aanbieden nog meer macht over de eindgebruiker zouden kunnen uitoefenen dan fabrikanten van lokaal geïnstalleerde software. Om deze 'afhankelijkheid' te doorbreken, willen de ontwikkelaars software bouwen die de 'verplichte' koppeling tussen hosting en verwerking op dezelfde webserver doorbreekt.
Unhosted wil het rekenwerk dat nodig is om de content van een website te kunnen opbouwen geheel overhevelen naar de browser. De client zou dit door middel van bestaande technologie, zoals ajax en javascript, kunnen uitvoeren. De content van een site zou vervolgens op meerdere plaatsen decentraal opgeslagen kunnen worden in de vorm van versleutelde databestanden. Als bovenlaag zouden open webtechnologieën gebruikt kunnen worden. Unhosted noemt onder andere het Open Web Applications-platform van Mozilla als voorbeeld.
Volgens de initiatiefnemers zou een decentrale infrastructuur internetgebruikers en -aanbieders minder gevoelig kunnen maken voor overheidscensuur. Ook moet Unhosted vendor lock-ins van commerciële partijen tegengaan. De ontwikkelaars hebben een eerste 'Hello World'-versie vrijgegeven. Het project zou rond de jaarwisseling van 2011 de eerste geheel werkende uitvoering van Unhosted moeten opleveren.
Het streven naar het decentraal aanbieden van websites in het Unhosted-project doet denken aan de basisgedachte achter het P2P DNS-project. Ook daarbij is het streven om via een decentrale structuur diensten aan te gaan bieden die minder gevoelig zijn voor censuur.