De rechtbank in Den Haag heeft gisteren de vordering van Xs4all over aftapkosten tegen de Staat afgewezen. Alle telecomproviders zijn verplicht hun netwerk aftapbaar te maken en Xs4all eiste dat de staat de kosten hiervan zou vergoeden.
De rechter ging grotendeels mee met de argumentatie van de internetprovider. De stelling van de landsadvocaat dat internetproviders door het aanbieden van internettoegang nu eenmaal het gebruik ervan voor criminele doeleinden mogelijk maken en daarom ook maar voor de kosten van opsporing moeten opdraaien, werd door de rechtbank verworpen. Het aftappen van internetverbindingen gebeurt grotendeels voor het opsporen van misdrijven die niets met internet als zodanig te maken hebben, zoals diefstal en moord. Volgens de rechters hoorden de kosten van opsporing hiervan dan ook beslist niet tot het normale bedrijfsrisico.
Omdat het Nederlandse rechters niet is toegestaan wetten aan de Grondwet te toetsen achtte de rechtbank zich niet bevoegd de Staat te verplichten de kosten te vergoeden. Xs4all had daarom ook betoogd dat het niet vergoeden van de aftapkosten in strijd was met Europese regelgeving, waaraan de rechter wél mag toetsen. De rechtbank oordeelde echter dat de Europese regelgeving toewijzing van de eis niet mogelijk maakte. Xs4all overweegt in beroep te gaan. De kwestie wordt in de toekomst waarschijnlijk nog belangrijker, omdat er nieuwe telecomdiensten op stapel staan, die alleen tegen zeer hoge kosten af te tappen zijn. Ook de kosten van de toekomstige bewaarplicht van telecomgegevens dreigen flink op te lopen.
