Gewelddadige games hebben dezelfde invloed op de hersenen als simulaties van reëel geweld, zo blijkt uit een Duits onderzoek. Van een groep van dertien spelers werden MRI-scans gemaakt terwijl ze zich al schietend een weg door een virtuele bunker baanden; en bij elke confrontatie bleek dat het cognitieve deel van de hersenen actiever werd, terwijl het emotionele deel van het brein werd 'uitgeschakeld'. Uiteraard waren er geen scans van mensen in echte fysieke conflicten beschikbaar. Daarom werden de gegevens vergeleken met die uit onderzoeken waarin 'real life'-geweld werd gesimuleerd, en die vertoonden hetzelfde beeld. Onderzoeker Klaus Mathiak van de universiteit van Aken concludeert zelfs dat games gebruikt kunnen worden om mensen te trainen om op een gewelddadige manier te reageren.
Tot nu toe is echter nog niet bewezen dat spelers van gewelddadige games aggressiever worden, hooguit dat ze gemiddeld aggressiever zijn. Desondanks haalde deze week het spel '25 to life' het Amerikaanse nieuws. In dit grimmige spel kunnen spelers bijvoorbeeld tijdens vuurgevechten voorbijgangers als levend schild gebruiken. 'In vergelijking met dit spel heeft Grand Theft Auto meer weg van de Teletubbies', aldus de Democratische senator Charles Schumer, die van mening is dat een dergelijk spel op z'n minst een heel slecht voorbeeld stelt. Hij vroeg zich af of zelfregulering voor de gamesindustrie wel werkt en riep op tot strengere maatregelen.
