Psycholoog Alan Castel heeft het effect van computergames onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat fanatieke gamers beter in staat zijn visuele stimuli te verwerken dan normale mensen. Het verschil in verwerkingsnelheid kan oplopen tot 100ms. Castel liet studenten uit een drukbezet beeldscherm een bepaald object opzoeken, waaruit hij kon afleiden hoe de proefpersoon het gewenste voorwerp opzocht. Beide soorten proefpersonen hanteren de 'inhibition of return'-techniek voor het zoeken. Bij deze techniek kijkt de persoon op de plek waar hij het voorwerp verwacht, waarna hij op een aantal andere plaatsen gaat zoeken, voordat de originele plek aan een tweede onderzoek wordt onderworpen. Hardcore gamers doorlopen dit proces sneller dan hun medemensen, omdat ze sneller kunnen concluderen dat het voorwerp waar ze naar op zoek zijn niet op de plaats ligt waar ze kijken.
Castel vermoedt dat in het echte leven het verschil in verwerkingsnelheid het verschil kan betekenen tussen het veroorzaken van een auto-ongeluk of het voorkomen ervan. Hij geeft echter ook toe dat het veel speeluurtjes vergt om een reactiesnelheid van 100ms te halen. Videogames staan vaak in een kwaad daglicht wat betreft hun effect op de menselijke psyche. Volgens de media zou het gamers kunnen aanzetten tot agressief gedrag, van de straat houden en blessures kunnen opleveren. De psycholoog wil met dit onderzoek aantonen dat de spelletjes de hersenen kunnen trainen in bepaalde eigenschappen, zoals het verhogen van reactievermogens. Het uiteindelijke doel is te bepalen of games gebruikt kunnen worden om het brein te laten herstellen na bijvoorbeeld een hersenbloeding of het bestrijden van ouderdomskwalen als geheugenverlies.
