Nathan Brookwood van marktonderzoeksbureau Insight 64 verwacht dat gestandaardiseerde 64-bit architecturen binnen drie jaar 50 procent marktaandeel zullen afpakken van de huidige gesloten architecturen van de high-end Unix serverfabrikanten. Op dit moment wordt de high-end 64-bit servermarkt nog volledig gedomineerd door de Sun UltraSparc, IBM Power, HP Alpha en HP-PA-RISC, die de genoemde fabrikanten ieder voor zichzelf ontwikkelen en toepassen. Tezamen beheersen de high-end serverfabrikanten een marktsegment dat in termen van unit shipments slechts 5 procent van het totaal beslaat, maar in termen van omzet verantwoordelijk is voor maar liefst 65 procent van de totale markt. Het mag dan ook geen wonder heten dat Intel, en sinds enkele jaren ook AMD, hun oog hebben laten vallen op verovering van de 64-bit servermarkt.

Het recept dat Intel en AMD voor hun zegetocht hebben uitgeschreven, is hetzelfde als waarmee beide fabrikanten in de jaren negentig dominantie hebben afgedwongen in de desktop-, workstation- en low-end servermarkt. Door schaalvergroting kunnen Intel en AMD hun processors tegen lagere ontwikkelings- en productiekosten vervaardigen dan de serverfabrikanten, die ieder slechts een beperkte afzetmarkt hebben. De gestandaardiseerde architecturen van Intel en AMD openen de mogelijkheid voor third-party fabrikanten om ondersteunende hardware te ontwikkelenen, zodat een sneeuwbal effect kan ontstaan waarmee de acceptatie van de nieuwe architecturen in een stroomversnelling kan geraken. De eindgebruikers profiteren omdat zij minder kosten zullen moeten maken om over te schakelen naar een andere, gestandaardiseerde architectuur.
De route naar succes, die Intel en AMD ieder voor zich hebben uitgestippeld, is radicaal verschillend. Intel heeft gekozen voor de ontwikkeling van de volledig nieuwe IA64 architectuur te ontwikkelen, die in geen enkel opzicht compatible is met de oude x86 standaard. De huidige Intel Itanium IA64-processors beschikken weliswaar over een ingebakken x86 core, maar de performance hiervan is beduidend lager dan van de huidige generatie x86 processors. AMD koos voor volledige backwards compatibliteit door een 64-bit uitbreiding op de x86-instructieset te ontwikkelen. De AMD Opteron x86-64 processors kunnen zonder snelheidsverlies bestaande x86 software draaien. Een minder fundamenteel verschil tussen de Opteron en Itanium is het feit dat AMD de geheugencontroller en processor-interconnect in de processor heeft geïntegreerd, terwijl Intel hiervoor een traditionele maar minder schaalbare northbridge/FSB-opstelling gebruikt. Hoewel de Itanium en Operon in veel opzichten als concurrenten beschouwd kunnen worden, zullen zij elkaar én de gevestigde orde vanuit verschillende marktsegmenten bestrijden. Intel richt zich vooral op de bestaande high-end 64-bit servermarkt, terwijl AMD in eerste instantie vooral zal concurreren met de Intel Xeon in de low-end 32-bit servermarkt.

Het grootste voordeel van 64-bit processors is de mogelijkheid om meer dan 4GB geheugen te adresseren. Dataquest en Insight 64 verwachten dat begin 2004 het moment zal aanbreken waarop configuraties met 4GB of meer geheugen een gewoonte worden in alle segmenten, van de entry-level server tot supercomputer. Dit zal het moment zijn waarop de Intel Itanium en AMD Opteron hun aanval in alle hevigheid inzetten. De gevestigde orde zal niet alleen een verlies van marktaandeel moeten aanvaarden, maar ook moeten accepteren dat exclusiviteit niet langer gelijk zal staan aan superieure performance. Alleen de IBM Power zal enigzins in staat zijn om de performance van de gestandaardiseerde IA64 en x86-64 processors bij te houden.

Meer prognoses over de ontwikkeling van de 64-bit servermarkt vind je in dit PDFje over de presentatie van Nathan Brookwood op het AMD Developer Symposium 2002.