De Amerikaanse president Donald Trump heeft aangekondigd dat hij de importtarieven van chips uit Taiwan wil verhogen. Trump wil Amerikaanse techbedrijven hiermee stimuleren om chips te kopen die op eigen bodem zijn geproduceerd.
Trump kondigde de plannen aan in een toespraak tijdens een conferentie voor Republikeinen in Florida. De president zegt dat de importtarieven kunnen oplopen tot wel 100 procent, schrijft PCMag.
"Ze hebben ons verlaten en gingen naar Taiwan. We willen ze weer terug", zegt Trump. Hij lijkt erop te wijzen dat veel Amerikaanse techbedrijven, waaronder Apple en Nvidia, hun chips kopen bij het Taiwanese TSMC. De fabrikant heeft weliswaar een fabriek in de Amerikaanse staat Arizona, maar een groot deel van de chipproductie blijft in Taiwan.
Verder heeft Trump kritiek geuit op de miljardensubsidies die zijn voorganger Joe Biden heeft toegekend aan verschillende chipfabrikanten. "Ze hebben geen geld nodig. Ze hebben motivatie nodig. En de motivatie is dat ze geen 25, 50 of zelfs 100 procent belasting willen betalen", zegt Trump.
Het doel van de Chips and Science-wet uit 2022 was om Amerikaanse techbedrijven minder afhankelijk te maken van chipproducenten uit onder andere China. De pot bestond uit 52,7 miljard dollar. Intel kreeg een subsidie van 8 miljard dollar en gaat deze gebruiken om zijn fabrieken in de staten Arizona, New Mexico, Oregon en Ohio uit te breiden. Geheugenmaker Micron kreeg een subsidie van 6,1 miljard dollar toegekend en TSMC kreeg 6,6 miljard dollar voor het bouwen en uitbreiden van fabrieken.