De Amerikaanse regering heeft de eerder aangekondigde subsidie van ruim 6,1 miljard dollar voor geheugenmaker Micron definitief goedgekeurd. Het geld wordt geïnvesteerd in de bouw van nieuwe chipfabrieken in de staten New York en Idaho.
Het uiteindelijke subsidiebedrag van 6,1 miljard dollar is ongewijzigd ten opzichte van de voorlopige subsidieovereenkomst die Micron en de Amerikaanse regering in april sloten. Naast de hoofdsubsidie is er ook een voorlopige overeenkomst gesloten voor een extra investering van 275 miljoen dollar, schreef het Witte Huis op dinsdag. Dit bedrag is bestemd voor de uitbreiding van Microns faciliteit in Manassas, Virginia, waar voornamelijk chips worden geproduceerd voor industriële toepassingen.
De miljardensubsidie wordt door Micron gebruikt voor de bouw van nieuwe fabrieken in de staten New York en Idaho. De productie in de faciliteit in Idaho moet in 2026 van start gaan, terwijl de twee geplande 'megafabs' in New York operationeel moeten zijn in respectievelijk 2028 en 2029. Deze megafabrieken zullen elk beschikken over een cleanroom van bijna 58.000 vierkante meter, waardoor ze bij de grootste ter wereld zullen horen. Volgens de Amerikaanse regering zal de investering tegen het einde van dit decennium ongeveer 20.000 nieuwe banen opleveren.
De toezegging volgt op eerdere miljardenbedragen die al werden toegekend aan andere chipfabrikanten, waaronder 7,86 miljard dollar voor Intel en 6,6 miljard dollar voor TSMC. De investeringen passen in het bredere beleid van de regering-Biden om de binnenlandse chipproductie te stimuleren en de afhankelijkheid van China en Taiwan te verminderen. De definitieve goedkeuring komt enkele weken voor het aantreden van de nieuwe president, Donald Trump, die zich kritisch heeft uitgelaten over het subsidieprogramma.
Micron kondigde eerder dit jaar al aan in totaal 50 miljard dollar te investeren in de eerste drie fabrieken, met een mogelijke uitbreiding naar 100 miljard dollar in de komende twee decennia.
:strip_exif()/i/2006663180.jpeg?f=imagenormal)