De Europese Commissie heeft Intel een rentevergoeding van 515,5 miljoen euro uitgekeerd over een in 2009 opgelegde mededingingsboete. Deze vergoeding volgt nadat het Europese Hof de oorspronkelijke boete van 1,06 miljard euro grotendeels nietig verklaarde.
Eurocommissaris Teresa Ribera bevestigde de betaling, die op 6 november 2024 is uitgevoerd, in een schriftelijke verklaring aan het Europees Parlement. Dat bericht persagentschap Reuters. Intel had in 2022 een rechtszaak aangespannen waarin het bedrijf de rente eiste.
De zaak draait om een boete die de Europese Commissie in 2009 oplegde vanwege vermeende illegale kortingen aan pc-fabrikanten. De Commissie stelde dat Intel tussen 2002 en 2007 hoge kortingen gaf aan fabrikanten die het grootste deel van hun processors bij het bedrijf afnamen. Concurrent AMD zou hierdoor gedwongen zijn geweest processors onder de kostprijs te verkopen.
Het Europees Hof oordeelde in 2022 echter dat de Commissie onvoldoende heeft kunnen bewijzen dat deze kortingspraktijken de concurrentie op een onwettige manier beperkten. Een hoger beroep van de Commissie tegen deze uitspraak werd vorig jaar afgewezen, waarna de weg vrijkwam voor de huidige rentevergoeding.
Het Hof vernietigde een groot deel van de oorspronkelijke uitspraak, maar handhaafde wel de bevindingen over Intels betalingen aan HP, Acer en Lenovo. Deze betalingen waren bedoeld om de introductie van concurrerende producten te vertragen. Hiervoor kreeg Intel in 2023 een nieuwe boete van 376 miljoen euro opgelegd.