De boete die de Europese Commissie in 2009 aan Intel oplegde vanwege het vermeende misbruik van Intels machtspositie, is door het Europees Hof van Justitie nietig verklaard. Het onderzoek van de Europese Commissie was volgens het Hof onvolledig.
De Europese Commissie legde Intel in mei 2009 een boete op, omdat het bedrijf misbruik zou hebben gemaakt van zijn machtspositie op de markt voor x86-processoren. De boete ging vooral over kortingen die Intel gaf aan Dell, Lenovo, HP en NEC. Die kregen de fabrikanten als zij een groot deel of al hun x86-processoren bij Intel zouden kopen. Intel betaalde daarnaast het moederbedrijf van MediaMarkt en Saturn als deze alleen computers met Intel-x86-processors zouden verkopen.
Deze overeenkomsten zorgden er volgens de Europese Commissie voor dat de bedrijven 'trouwe afnemers' van Intel bleven en concurrenten 'aanzienlijk minder' konden concurreren met Intel. Dit zorgde weer voor minder keuze bij consumenten en minder gestimuleerde innovatie, aldus de Commissie. Daarom moest Intel een boete betalen van 1,06 miljard euro.
Intel ging meermaals in beroep tegen dit oordeel. Een van deze beroepen werd in 2014 door het Europees Hof van Justitie afgewezen, waarna Intel in 2016 nogmaals in beroep ging. Het Europees Hof van Justitie oordeelt nu dat een deel van die beschikking uit 2009 nietig is, waardoor Intel de boete niet hoeft te betalen.
Het Hof oordeelt dat de analyse van de Europese Commissie onvolledig was. Zo had de Europese Commissie bij de kortingen voor Dell en HP inderdaad aangetoond dat deze misbruik zouden kunnen zijn van Intels machtspositie, maar had Intel tegenargumenten, die volgens het Hof bij een rechter 'twijfel hadden kunnen doen rijzen'. Ook had de Commissie bij NEC de resultaten van een enkel kwartaal geëxtrapoleerd naar een langere periode, waarbij het volgens het Hof onvoldoende duidelijk is waarom de Commissie dit deed.
Uit de analyse van de Europese Commissie zou dan ook niet genoeg blijken dat de omstreden kortingen en betalingen van Intel daadwerkelijk concurrentie beperkten op zo'n manier dat Intel wetgeving overtrad. Tegen de beslissing van het Hof kan een hogere voorziening worden aangevraagd.