Intel doet een laatste poging om onder de antitrust-boete van 1,06 miljard euro uit te komen. De processorfabrikant gaat de boete die werd opgelegd vanwege misbruik van zijn dominante marktpositie aanvechten bij het Europees Hof van Justitie. Intel verloor in 2014 zijn eerste beroep.
De Europese Commissie heeft niet 'alle relevante omstandigheden' onderzocht in de zaak, zegt een advocaat van Intel volgens Bloomberg. Intel stapt naar de hoogste rechterlijke instantie in Europa, het Hof van Justitie, om daar de boete nogmaals aan te vechten. Het is nog niet bekend wanneer de zaak in behandeling wordt genomen.
Eurocommissaris Neelie Kroes legde Intel in 2009 een boete van 1,06 miljard euro op. Intel kreeg de boete vanwege misbruik van zijn dominante marktpositie. De processorfabrikant zou zowel concurrenten als consumenten benadeeld hebben. Volgens Kroes verstrekte Intel in de periode van oktober 2002 tot december 2007 hoge kortingen aan hardwarefabrikanten die geen x86-processors van concurrent AMD afnamen. Intel had in die periode een wereldwijd marktaandeel van 70 procent. Door de hoge kortingen zou AMD gedwongen zijn om zijn x86-processors goedkoper en soms zelfs onder de kostprijs te verkopen.
Ook diverse winkelketens zouden ongeoorloofde kortingen hebben gekregen. Zo zou MediaMarkt geen pc's en laptops met AMD-processors hebben verkocht, in ruil voor lagere prijzen van Intel. Intel zou daarnaast zijn uiterste best hebben gedaan om de verboden praktijken geheim te houden. De zaak begon in 2000, naar aanleiding van een klacht van AMD over de handelspraktijken van Intel.
Nadat het de boete opgelegd kreeg, tekende Intel beroep aan bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen, de op een na hoogste rechterlijke instantie in Europa. In 2012 kreeg de cpu-maker de kans om zijn argumenten toe te lichten. Intel verloor dat beroep in 2014; geen van de argumenten van Intel dat de boete niet in verhouding staat tot de beschuldigingen snijdt hout, oordeelde de Europese rechter destijds.
De boete van 1,06 miljard euro kwam overeen met 4,5 procent van de wereldwijde omzet van Intel over 2008. Intel heeft de boete altijd als 'zwaar disproportioneel' bestempeld en het bedrijf beriep zich erop dat er te weinig bewijs was voor de beschuldiging dat de kortingen illegaal waren en dat deze van significante invloed waren op de positie van AMD.