Het Europees Hof van Justitie heeft een boete die Intel in 2009 van de Europese Commissie kreeg in een hoger beroep opnieuw nietig verklaard. Volgens het Hof heeft de Commissie niet voldoende kunnen bewijzen dat Intel illegale kortingen gaf aan pc-fabrikanten.
De Europese Commissie stelde in 2009 dat Intel tussen oktober 2002 tot december 2007 hoge kortingen verstrekte aan hardwarefabrikanten die een groot deel of al hun x86-processoren bij Intel afnamen. Concurrenten konden daardoor 'aanzienlijk minder' concurreren met Intel, stelde de Commissie destijds. Zo zag AMD zich genoodzaakt om zijn x86-processors goedkoper en soms zelfs onder de kostprijs te verkopen. Het leverde Intel een boete van 1,06 miljard euro op.
Maar wat het Europees Hof van Justitie betreft, is dat onterecht. In 2022 werd de boete al nietig verklaard door het Europees Hof, omdat uit de analyse van de Commissie niet genoeg bleek dat de kortingen en betalingen van Intel de concurrentie op zo'n manier beperkten dat het bedrijf de wet overtrad. Wat het Hof betreft, hoeft Intel daarom de boete niet te betalen.
De Commissie ging daarop in beroep, omdat de beslissing van het Hof vol fouten zou zitten. Het hoger beroep levert echter geen andere uitspraak op, schrijft Bloomberg. Ook nu vindt het Hof dat de Commissie niet voldoende kan bewijzen dat Intel illegale kortingen gaf aan de fabrikanten als zij hun chips vooral bij Intel kochten. Intel hoeft de boete dus nog steeds niet te betalen.