De Europese Centrale Bank werkt aan een 'digitale euro'. Er lopen al diverse serieuze onderzoeken naar een digitale vorm van centralebankgeld, maar veel is er nog niet over bekend. In dit artikel bekijken we wat een digitale munt van een centrale bank precies is.
Hoeveel cashgeld heb je nog in huis? Een paar tientjes misschien? Waarschijnlijk niet genoeg om je huur of hypotheek maand na maand te betalen en het is ook nog eens onpraktisch. Je geld staat tegenwoordig vooral als nullen en enen op een bankrekening. Verschillende centrale banken, waaronder de Europese, willen nu een eigen digitale munt, maar die is heel anders dan het digitale geld dat je op je ING- of Rabo-rekening stalt. En het wordt waarschijnlijk al helemaal geen cryptovaluta.
Die digitale euro lijkt er echt te komen. Minister van Financiën Sigrid Kaag schreef eerder deze week in een brief aan de Tweede Kamer dat die optie 'steeds reëler wordt'. De Europese Centrale Bank werkt al een paar jaar aan een concept voor zo'n digitaal betaalmiddel. Begin 2021 opende de ECB een consultatie voor dat plan. De consultatieperiode eindige enkele weken later en op basis van die uitkomst besloot de bank door te gaan met de ontwikkeling van een digitale munt. ECB-voorzitter Christine Lagarde zei toen dat de munt er binnen vier jaar zou kunnen komen.
De plannen betekenen overigens niet dat de munt er definitief komt. De centrale bank heeft besloten de mogelijkheden verder te onderzoeken; er wordt momenteel gekeken in welke vorm zo'n munt zou kunnen bestaan, wat voor bedrijven interesse hebben om ermee te werken en uiteraard welke praktische en technische obstakels er bestaan. Om die reden is er nog weinig concreets te zeggen over hoe de digitale euro eruit komt te zien; eerst moeten we eens kijken wat het concept van een digitale Europese munt precies inhoudt en wat daar de voor- en nadelen van zijn.
Een digitale munt
Het klinkt onlogisch, maar het geld op je bankrekening, die je via een app benadert, is niet echt digitaal; het is wat we 'giraal' geld noemen. Banken noemen het ook wel 'niet-tastbaar' geld. Geld dat wel tastbaar is, zoals harde fysieke euromunten en -biljetten, wordt 'chartaal' geld genoemd. Een centrale bank geeft dat fysieke geld uit, terwijl banken als ABN AMRO en ING alleen reserves hebben, schulden waar geld van een centrale bank tegenover staat. In theorie kan een bank morgen van de aardbodem verdwijnen en zou dat girale geld op rekeningen als sneeuw voor de zon verdwijnen. De enige reden dat dat geld niet kwijt is, is dat de Nederlandse staat daar maatregelen voor heeft getroffen via het depositogarantiestelsel. Dat is echter een juridische regeling, geen economische garantstelling.
Centrale banken denken nu na over een digitale vorm van het chartale geld, dus een digitale vorm van cash. Dat is een valuta die direct door de centrale bank wordt uitgegeven en verspreid onder burgers en waarvan de uitgifte kan worden gereguleerd via die centrale bank. De Nederlandsche Bank omschrijft het nog wat anders: geld van centrale banken is publiek geld, geld van commerciële banken is privaat geld. Een centrale digitale munt is een vorm van publiek geld. De centrale bank die digitale munten maakt, maakt daarmee rechtstreeks geld, in tegenstelling tot een commerciële bank, die alleen kredieten kan opzetten.
Andere landen
/i/2005212190.png?f=imagemedium)
Voor Nederland is het niet De Nederlandsche Bank die het digitale project op zich neemt, maar de Europese Centrale Bank. De ECB is echter niet de enige centrale bank die met het idee van een digitale munt speelt. Je kunt eigenlijk beter vragen wie er niet mee bezig is of er op z'n minst onderzoek naar doet. De Zweedse Riksbank doet bijvoorbeeld al sinds 2017 onderzoek naar een e-krona en rondde in april nog een succesvolle pilot af. Ook Oekraïne heeft een actieve pilot met een e-hryvnia en vrijwel ieder zuidoost-Aziatisch land doet onderzoek. Volgens data van de Atlantic Council doen 43 landen onderzoek, hebben 24 landen actief een digitale munt in ontwikkeling en lopen er 15 pilots. Interessanter zijn de 10 landen die al een digitale munt hebben: Jamaica, Nigeria en een handvol kleine Caribische landen, zoals Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Grenada, en Saint Vincent en de Grenadines. Denk ook niet dat het alleen wat kleine eilandstaatjes zijn die zich aan de munt wagen; experts verwachten dat China dit jaar of volgend jaar een digitale yuan introduceert.
Waarom een digitale munt?
Een digitale munt heeft een paar voordelen waardoor centrale banken er heil in zien. Veel van die voordelen zijn economisch van aard. Zo kan een centrale bank direct de rente van een digitale munt beheersen in plaats van de rente indirect aan de markt over te laten. Dat is vooral interessant bij negatieve rentes, die een centrale bank dan direct kan doorberekenen aan burgers. Commerciële banken zijn vaak huiverig om zo'n negatieve rente in rekening te brengen. Ook voor veel andere invloeden is het handig als je geen banken of andere partijen als tussenpersoon hebt om beleid door te voeren. Zoals De Nederlandsche Bank het zegt: "Omdat we steeds meer met giraal geld betalen, worden eurobetalers steeds afhankelijker van privaat geld." Dat zijn niet alleen banken, maar ook tussenpartijen als iDeal of Mollie, of de winkels zelf.
Een digitale munt maakt het makkelijker om burgers financieel te beschermen tegen de grillen van de markt, maar, erkent de bank, daar zitten ook risico's aan. Als te veel burgers bij een bankrun hun bankrekeningtegoed omzetten in digitale euro's, ontstaan er problemen. Dat is bij digitale euro's een realistischer scenario dan bij cash. Digitale euro's zijn namelijk een aanvulling op cash en geen vervanging ervan. Je zet ze dus niet zomaar om in euromuntstukken en briefjes. Er zijn bovendien weinig praktijkvoorbeelden bekend van de effecten van digitale munten op een lokale economie, laat staan op de lange termijn.
De langzame terugloop van contant geld in de samenleving is uiteindelijk een van de voornaamste redenen van de bank om een digitale equivalent van cash op te zetten. Nederland loopt voorop in digitale betalingen, maar overal in Europa loopt het aantal contante betalingen achteruit. Dat gebeurt zelfs in Duitsland, waar veel bakkers nog steeds vreemd opkijken als je mit Karte wil betalen. Daardoor verliezen de centrale banken steeds meer grip op wat er met publiek geld gebeurt.
Er speelt nog iets anders mee. Die kloof tussen publiek en privaat geld wordt steeds meer gevuld door niet alleen banken, maar ook commerciële bedrijven en cryptovaluta. Die zien een grote markt voor eigen betaalsystemen. Bitcoin zal dat gat niet snel vullen, maar bedrijven als Google en Apple willen met hun Pay-systemen graag belangrijke functies van banken overnemen. En waar banken door een centrale bank, overheden en strenge regels gebonden zijn, zijn techbedrijven dat een stuk minder. Er zijn zelfs techbedrijven, zoals Meta, die niet alleen tussenpersoon willen zijn, maar een heel eigen valuta willen opzetten. Cryptovaluta proberen dat ook al jaren, sommige succesvoller dan anderen, maar ze maken één ding zeker voor centrale banken: als zij geen digitale munt uitgeven, doet Silicon Valley het wel.
Het is in het algemeen een belangrijk doel van de ECB om de industrie te stimuleren. De bank wil de digitale euro gebruiken om fintech-bedrijven mogelijkheden te geven om nieuwe software en concepten te ontwikkelen.
Hoe ziet dat eruit?
In de praktijk is er nog bijna niets bekend over hoe een digitale euro er van voren óf
Het is een beetje frustrerend, maar er is nog weinig te vertellen over hoe een digitale euro er in de praktijk uit komt te zien. Tijdens de pilotfase, die nog tot medio 2023 loopt, wil de ECB dat onderzoeken. De centrale bank kijkt niet alleen naar de praktische kant voor de klant, zoals hoe een bankrekening of een pinpas eruitziet. Ook op de backend wordt nog gestudeerd. Wordt de digitale euro een blockchain? Zo ja, maakt de ECB daar dan een eigen blockchain voor of wordt gebruikgemaakt van een bestaande? Of wordt toch voor een ander systeem gekozen?
van achteren uitziet
De antwoorden moeten in de pilotperiode naar boven komen. In een van de vele whitepapers beschrijft de ECB een aantal mogelijke scenario's voor een backend voor de munt. "Die kan zowel gecentraliseerd zijn, waarbij alle transacties in een ledger worden bijgehouden, of gedecentraliseerde elementen bevatten", schrijft de bank. Dat klinkt wat ambigu, maar er is wel wat uit te op te maken over wat dat in de praktijk zou betekenen.
Bij een gecentraliseerd model worden alle transacties bijgehouden in een ledger, of grootboek. De ECB noemt daarbij twee mogelijkheden: ze kan zelf een onderliggend systeem bouwen, maar kan ook ondersteund worden door gatekeepers. Dat zouden in de praktijk banken zijn. In zo'n geval worden transacties digitaal ondertekend en direct bij de centrale bank worden ondergebracht met private keys. De centrale bank verifieert dan alle betalingen zelf. Op dit moment kan de huidige infrastructuur van de ECB dat nog niet faciliteren, waarschuwt de bank.
Wel/geen blockchain
Voor een decentraal model doet de bank erg zijn best het woord 'blockchain' te vermijden, maar uiteindelijk komt het voorstel daar wel op neer. In dat model verifiëren gebruikers onderling hun betalingen, of een tussenpersoon zoals een bank of bedrijf doet dat voor hen. Ook dat heeft veel nadelen, erkent de ECB. Die moet daarvoor een compleet nieuw systeem optuigen, inclusief beveiligingsgaranties en cryptografische validaties. Dat moet ook nog eens door externe partijen worden geïmplementeerd. Wel zouden zulke bedrijven 'kunnen innoveren' onder zo'n model.
Er is nog net zo weinig bekend over de manier waarop gebruikers uiteindelijk met een digitale munt zouden omgaan. De ECB noemt zowel hard- als softwarematige mogelijkheden die 'door de industrie kunnen worden opgezet'. Hardware kan van alles zijn: mobiele telefoons, computers, smartcards, wearables en fysieke sleutels. Gebruikers zouden daarmee kunnen betalen bij betaalterminals in winkels. Nergens in de whitepapers klinkt nog een concreet voorstel, behalve dan dat de betaalmethoden moeten voldoen aan de PSD2-richtlijn, die sinds een paar jaar standaarden voorschrijft voor Europese financiële bedrijven.
Nog veel vragen
Op dit moment is dat de strekking van de digitale euro. Alles is nog mogelijk, iedere optie ligt op tafel, nergens gaat nog een voorkeur naar uit. Ook over de vele vragen en onduidelijkheden rondom het gebruik van de munt zegt de Europese bank nog niets. Alles moet nog blijken uit de onderzoeken en pilots die in de komende maanden volgen. Hoe zit het bijvoorbeeld met zorgen over privacy? Een digitale munt maakt transacties in beginsel inzichtelijk; de bank is er vaag over. "Gebruikers zullen zich bij het eerste gebruik van diensten in digitale euro's wellicht moeten identificeren, maar bij betalingen kan hun privacy nog steeds op verschillende niveaus worden gegarandeerd", staat in een faq. "Maar", voegt de ECB eraan toe, "bij een vermoeden van verdachte activiteiten zou alleen een financiële inlichtingendienst deze informatie kunnen opvragen." Dat lijkt nog niet erg uitgewerkt of geruststellend. De Nederlandse minister Sigrid Kaag van Financiën heeft er in ieder geval op aangedrongen dat er bepaalde privacywaarborgen gaan gelden voor de munt. Zo moeten anonieme betalingen mogelijk blijven, maar tegelijk moeten witwassen en terrorismefinanciering onmogelijk worden gemaakt.
In de komende maanden moet meer duidelijk worden over de uitwerking van een digitale euro. Er worden steeds serieuzere onderzoeken naar gedaan en de kans lijkt groot dat er in ieder geval in de toekomst een pilotproject wordt opgesteld. In oktober 2023 wordt het onderzoek naar het 'optimale gebruik' van de munt afgerond. Daarna moet de Raad van Bestuur van de ECB het project goedkeuren en kunnen er experimenten worden gestart. Die kunnen nog eens drie jaar duren, schrijft de bank. Het gaat dus nog even duren voordat je daadwerkelijk met je digitale euro's betaalt.