De lancering van de James Webb-ruimtetelescoop is voor de tweede keer uitgesteld. De nieuwe lanceerdatum is door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA vastgesteld op 30 maart 2021. Het uitstel is het gevolg van technische problemen.
De NASA maakt de nieuwe lanceerdatum bekend in de conclusie over een rapport dat eerder is uitgebracht door onafhankelijke onderzoekers. Dat rapport wees in mei uit dat er technische problemen zijn waarbij schroeven en sluitringen loskomen. Aanvankelijk dacht Greg Robinson, die de leiding heeft over het James Webb-project, dat dit geen verdere vertraging zou veroorzaken, maar dat blijkt nu toch het geval te zijn.
Volgens het rapport zijn de problemen grotendeels veroorzaakt door het werk van Northrop Grumman, het bedrijf dat het ruimtevaartuig en het zonneschild bouwt. Er is onder andere een oplosmiddel gebruikt bij het schoonmaken van sluitringen, zonder bij de fabrikant ervan te controleren of dat middel geschikt is. Daardoor beschadigde de ringen en moesten ze vervangen worden.
Dat er schroeven loskwamen bij een test, kwam door het feit dat deze niet strak genoeg waren aangedraaid. Meer dan een dozijn schroeven sprong los en kwam terecht in het ruimtevaartuig. Twee schroeven zouden nog niet teruggevonden zijn.
Het was eerder de bedoeling om de James Webb-telescoop in 2019 te lanceren. Dat werd begin dit jaar uitgesteld naar mei 2020, omdat er meer tijd nodig was om tests uit te voeren. Het nieuwe uitstel betekent ook extra kosten. NASA stelt het benodigde budget bij naar 8,8 miljard dollar, tien procent hoger dan het budget van 8 miljard dollar dat werd vastgesteld in 2011 bij de oorspronkelijke planning.
Een Ariane 5-raket van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA moet de James Webb-telescoop in een baan om de zon brengen, op een afstand van 1,5 miljoen kilometer van de aarde. De ruimtetelescoop kan hier uit de schaduw van de aarde en maan blijven. Een groot zonneschild blokkeert het licht en de hitte van de zon, de aarde en de maan, zodat infraroodlicht van verre objecten kan worden waargenomen. De telescoop moet heel koud zijn om het zwakke infraroodlicht op te kunnen vangen. Door het schild is de temperatuur aan de voorkant van de telescoop 85 graden Celcius, terwijl dat aan de achterkant, waar de telescoop zit, -233 graden is.