De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft het testen van de James Webb Space Telescope in ijskoude omstandigheden na honderd dagen afgerond. Hiermee wordt gekeken of de instrumenten bestand zijn tegen de omstandigheden in de ruimte.
Volgens de projectmanager van de ruimtetelescoop, Bill Ochs, waren de cryogene testen een groot succes. De wetenschappers van het project hebben de optische telescoop en het zogeheten integrated science instrument module gedurende honderd dagen getest om er zeker van te zijn dat ze goed functioneren in de extreme kou en het vacuüm in de ruimte.
Ook is er een belangrijke uitlijningstest gedaan met de achttien spiegelelementen van de primaire spiegel van de James Webb Space Telescope. Deze spiegeldelen, elk in de vorm van een hexagon, moeten in de ruimte via actuatoren precies in de juiste plaats wordt gebracht zodat de achttien spiegelsegmenten samen een spiegel van 6,5 meter vormen. Die beweging gaat enorm precies: elk spiegelelement zal per stap worden verschoven over een afstand vergelijkbaar met 1/10.000 deel van de diameter van een haar.
Voordat de testen konden beginnen, moest eerst alle lucht uit de testruimte gehaald worden. Dit duurde een week. Daarna begonnen de wetenschappers van het project de temperatuur van de kamer, de telescoop en de instrumenten omlaag te brengen naar cryogene temperaturen; dat proces duurde dertig dagen.
Niet op schaal.
In de ruimte opereert de telescoop bij -233 graden Celsius; de telescoop moet heel koud zijn, om het vage infrarode licht te kunnen opvangen van verre ruimteobjecten. Het zogeheten mid-infrared instrument, een spectrograaf die vooral het licht van warme exoplaneten analyseert, moet zelfs opereren in -266 graden Celsius. Daarvoor is een speciaal koelsysteem geïnstalleerd.
Het afronden van de test in koude omstandigheden is een van de belangrijkste stappen in de aanloop naar het lanceren van het apparaat. De lancering vindt waarschijnlijk plaats in de lente van 2019. De nieuwe telescoop moet een aanvulling worden op de Hubble-ruimtetelescoop.
De James Webb-ruimtetelescoop zal niet zoals de Hubble in een baan om de aarde worden gebracht, maar juist in een baan om de zon, op een afstand van 1,5 miljoen kilometer van de aarde. Dit punt wordt ook wel het Lagrangepunt L2 genoemd. Op die plek blijft de telescoop uit de schaduw van de aarde en de maan. Het zonneschild blokkeert het licht en de hitte van zon, aarde en maan. Dat is nodig zodat de telescoop infrarood licht van verre objecten zo goed mogelijk kan detecteren. Aan de voorkant van het zonnescherm is het overigens 85 graden Celsius, terwijl de telescoop aan de andere kant van het zonnescherm opereert in -233 graden Celsius.