Onderzoekers hebben voor het eerst een sterrenstelsel op een afstand van 13 miljard lichtjaar gevonden. Daarmee stamt het stelsel uit de beginjaren van het heelal. Het stelsel bouwde in korte tijd zeer veel massa op, stellen de onderzoekers.
Het EGS-zs8-1-sterrenstelsel werd aanvankelijk opgemerkt op opnamen van de ruimtelescopen Hubble en Spitzer, waarna de Keck-telescopen in Hawaï werden gebruikt om de precieze afstand naar het sterrenstelsel te meten. Die blijkt ruim 13 miljard lichtjaar te bedragen, ontdekte een internationaal onderzoeksteam waar ook drie Nederlandse onderzoekers deel van uitmaakten.
Daarmee stamt het sterrenstelsel uit de begintijd van het heelal, toen het nog slechts 5 procent van zijn huidige leeftijd had. Volgens een van de Nederlandse onderzoekers, Rychard Brouwens van de Universiteit Leiden, is het daarom een interessant stelsel. "Het heelal onderging op dat moment belangrijke veranderingen", zegt hij in een schriftelijke verklaring. De leeftijd van het heelal wordt over het algemeen op 13,8 miljard jaar geschat.
Hoe het sterrenstelsel er nu bij ligt, is niet te zeggen. Het licht van het stelsel deed er 13 miljard jaar over om de aarde te bereiken, met een roodverschuiving van 7,73. Daardoor is alleen te zien hoe het er 13 miljard jaar geleden bij lag. Toen was het stelsel circa 670 miljoen jaar oud. Op dat moment had het stelsel al meer dan 15 procent van de massa van de huidige melkweg opgebouwd. Daarmee is het een van de zwaarste objecten die in het vroege universum zijn waargenomen. Het nieuwe stelsel was bovendien een goede kraamkamer voor nieuwe sterren: volgens de onderzoekers vormde het tachtig keer zo snel sterren als de Melkweg op dit moment.
Volgens de onderzoekers toont het stelsel aan dat er in de 'babytijd' van het heelal al zware sterrenstelsels waren, maar dat ze fysisch totaal anders in elkaar zitten dan de stelsels dichter bij huis. De stelsels vormen relatief snel zware sterren, die interacteren met het gas in de sterrenstelsels. Daardoor zien de kleuren van het stelsel er op foto's van de Hubble- en Spitzer-telescopen ongebruikelijk uit. De lancering van de James Webb-ruimtetelescoop in 2018 moet meer duidelijkheid geven over deze stelsels uit de begintijd van het universum.
Volgens onderzoeker Bouwens was EGS-zs8-1 waarschijnlijk een van de belangrijkste aanjagers van een grote verandering in het heelal, het zogenoemde tijdperk van herionisatie. In die periode veranderden de wolken waterstof tussen de sterrenstelsels in geïoniseerd plasma.