Astronomen hebben het verste sterrenstelsel tot nu toe gevonden. Het heet EGSY8p7 en bevindt zich op 13,23 miljard lichtjaar van de aarde. Toen het nu waargenomen licht het sterrenstelsel verliet, was het heelal slechts 550 miljoen jaar oud. Het oude record was 650 miljoen jaar.
Het astronomenteam met onder andere Ivo Labbé van de Universiteit Leiden vond het sterrenstelsel door de 'kleuren in afbeeldingen van de Hubble-ruimtetelescoop te vergelijken met infraroodwaarnemingen van de Spitzer-ruimtetelescoop'. Labbé vergelijkt de techniek in een bericht van de Leidse universiteit met wat de 'klapschaats is voor schaatsers', mede omdat met behulp van deze techniek in de afgelopen jaren drie zeer verre sterrenstelsels zijn ontdekt.
Het sterrenstelsel staat vanaf de aarde gezien in de buurt van de Grote Beer en bevindt zich in dat opzicht dicht bij de vorige, 650 miljoen jaar oude recordhouder. Bij deze waarneming waren de Leidenaren ook betrokken. Dat het stelsel op die plek aan de hemel ontdekt is, verbaasde de astronomen. Verwacht werd dat de stelsels gelijkmatiger over de hemel verdeeld zouden zijn.
Om de afstand te meten, gebruikten de onderzoekers de Keck I-telescoop op Hawaï. Met de Mosfire-infraroodspectrograaf van deze telescoop keken de astronomen naar sporen van waterstofgas. Het vinden van waterstofstraling op deze afstand was niet verwacht, zeggen de astronomen. De ruimte tussen de stelsels in het vroege heelal is gevuld met donkere wolken waterstof, die de karakteristieke straling van het gas zouden moeten absorberen. Uit computersimulaties is bekend dat er zo'n 400 miljoen jaar na het ontstaan van het heelal een grote verandering plaatsvond; uit de waterstofwolken ontstond, onder invloed van het licht van jonge sterren, een heet, doorzichtig plasma.
Het vinden van dit stelsel geeft de astronomen hoop in de toekomst nog jongere, verre stelsels te kunnen vinden. Labbé: "Bevestigingen van sterrenstelsels zoals EGSY8p7 vertellen ons stukje bij beetje het verhaal van het ontstaan van de eerste sterrenstelsels en hun rol bij de veranderingen in het vroege heelal."