De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de beoogde lanceerdatum van de James Webb-telescoop opnieuw vooruit geschoven. De lancering stond na eerdere verschuivingen al enige tijd gepland voor maart volgend jaar, maar dat wordt nu 31 oktober.
De NASA meldt dat dit uitstel van ruim een halfjaar samenhangt met de gevolgen van de covid-19-pandemie en technische uitdagingen. Het uitstelbesluit is genomen op basis van een recent afgeronde schedule risk assessment van de integratie- en testactiviteiten die nog moeten plaatsvinden voordat de telescoop de ruimte in gaat. Zo was er door de coronacrisis tijdelijk minder personeel aan het werk, werden werkschema's onderbroken en was er sprake van technische uitdagingen, al wordt dat laatste niet verder toegelicht. Een uitstel van de beoogde lanceerperiode werd al verwacht, ook omdat het United States Government Accountability Office in januari nog schatte dat er een kans was van slechts 12 procent dat de eerdere lanceerperiode van maart 2021 ook daadwerkelijk zou worden gehaald.
Het team dat aan de telescoop werkt, zal nog een aantal laatste 'extreem moeilijke' environmental tests uitvoeren. Dat lijkt in augustus te gaan gebeuren en het gaat om tests waarbij de akoestiek en vibraties een rol spelen. Dat laatste wordt waarschijnlijk getest, omdat het geheel met nogal wat trillingen te maken krijgt tijdens de lancering. Na die tests zal het volledige observatorium naar Kourou in Frans-Guyana worden verscheept. Daar bevindt zich het lanceercomplex van Arianespace, waar een Ariane 5-raket de James Webb-telescoop naar de ruimte zal brengen. Recent zijn elektrische tests met het observatorium succesvol afgerond.
Volgens de NASA wordt de bestaande programmafinanciering ingezet om binnen het budget van 8,8 miljard dollar te blijven. Voor dat geld moet James Webb een kijk in de geschiedenis van het heelal geven. Door zich te richten op het infrarode deel van het spectrum zal de telescoop licht van de eerste generatie van sterrenstelsels detecteren die vrij kort na de oerknal ontstonden. Daarnaast zal James Webb ook een belangrijke rol gaan spelen in het bestuderen van de samenstelling van atmosferen van ontdekte exoplaneten.
James Webb wordt in de ruimte geplaatst nabij het zogeheten tweede Lagrange-punt, of L2 en draait daar om de zon. Dat punt bevindt zich op een afstand van 1,5 miljoen kilometer van de aarde. James Webb komt dus niet zoals de Hubble-telescoop in een baan om de aarde. De telescoop wordt ver van de aarde geplaatst, omdat een plaatsing in een baan om de aarde problematisch zou zijn geweest voor het richten op golflengten in het infrarode deel van het spectrum. De Hubble-telescoop daarentegen is ontworpen om te kijken naar golflengten in het ultraviolette, zichtbare en nabij-infrarode spectrum. In vergelijking met Hubble heeft James Webb een in de ruimte uit te vouwen spiegel met een diameter van 6,5 meter, tegenover 2,4 meter bij Hubble. Dat maakt dat James Webb per tijdseenheid 6,25 keer meer licht kan opvangen en ook zijn de spatial resolution en de field of view van de camera een stuk groter.