Het European Space Agency heeft succesvol de eerste Ariane 6-raket gelanceerd. Met de lancering heeft Europa voor het eerst in twee jaar weer onafhankelijke toegang tot ruimtevaart. De ruimtevaartorganisatie stelde de afgelopen jaren meermaals de lancering uit.
:strip_exif()/i/2006813440.jpeg?f=imagenormal)
De Ariane 6 werd om 21.00 uur Nederlandse tijd vanuit de lanceerbasis Kourou in Frans-Guyana gelanceerd. Na enkele minuten werden de eerste boosters van de Ariane 62-configuratie losgekoppeld en zo'n vijf minuten daarna vond de tweede Vulcan-raketontkoppeling plaats. Niet lang daarna werd het bovenste gedeelte losgekoppeld en aangedreven door een Vinci-verbrandingsmotor, die tijdens de testvlucht meermaals opnieuw ontstoken moet worden. Die fase is op het moment van schrijven aan de gang.
De raket brengt meerdere wetenschappelijke, maar ook commerciële ladingen naar een lage aardbaan. Het gaat onder andere om meetapparatuur, waaronder een Belgisch instrument voor het in kaart brengen van magnetische velden. Er zijn daarnaast enkele kleine satellieten aan boord als onderdeel van het rideshareprogramma dat uitbater Arianespace aanbiedt.
De ontwikkeling van de raket ging al in 2014 van start, toen ESA nog gebruik kon maken van de populaire en stabiele Ariane 5. Die was wel aan vervanging toe, vooral vanwege de hoge kosten per lancering. De nieuwe generatie van de Ariane-raket komt in twee configuraties. De Ariane 62, die vandaag gebruikt is, bestaat uit twee trappen en kan ladingen van maximaal tien ton naar een lage aardbaan brengen en 4,5 ton naar een geostationaire baan. In de toekomst komt er ook een Ariane 64-configuratie, die niet twee maar vier boosters heeft en 11,5 ton in een geostationaire baan en 21,6 ton in een lage aardbaan omhoog kan brengen. Dat is vergelijkbaar met de capaciteit van de voorganger.
De raket heeft verder een nieuwe motor in de tweede trap, die maximaal vijf keer kan starten en stoppen. Daarmee is het mogelijk meerdere ladingen, bijvoorbeeld satellieten, naar verschillende aardbanen te brengen. Die ladingen kunnen daarnaast ook verschillende maten hebben. Op die manier moet de raket beter kunnen concurreren met lanceerbedrijven die zogenaamde rideshares aanbieden, waarmee veel verschillende satellieten tegelijk omhoog worden gebracht.
Onafhankelijke toegang tot ruimte
Na uiteenlopende problemen heeft Europa met de lancering voor het eerst in twee jaar weer onafhankelijke toegang tot de ruimte. Die werd al minder door de uitfasering van de Ariane 5, maar Europa's positie op de lanceermarkt kwam in de problemen toen in 2022 een lancering van de Vega-raket mislukte, Europa's kleinere raket. Dat Vega-programma kwam sindsdien stil te liggen.
Sindsdien heeft Europa geen eigen mogelijkheid meer om satellieten te lanceren. Die impasse is nu opgelost, al is de Ariane 6 nog niet geschikt voor alle mogelijke ladingen. Een lancering kost bovendien zo'n 80 miljoen euro, wat duurder is dan commerciële concurrent SpaceX. Bovendien is de Ariane 6 niet herbruikbaar, al komt de rakettrap wel heelhuids terug in het water en kan die worden opgevangen.
De Ariane 6-raket moet niet alleen de Ariane 5 opvolgen, maar ook als vervanger dienen voor Russische Sojoez-raketten. Vanwege de invasie van Oekraïne door Rusland is het voor de Europese ruimtevaartorganisatie belangrijk om over een eigen raket te beschikken om onafhankelijker ruimtevaartmissies te kunnen uitvoeren. ArianeGroup, een joint-venture van Airbus en Safran, maakt de raket.
Update, 21.33 uur - Er is extra informatie aan het artikel toegevoegd. Ook is aangepast dat de Ariane 5 hoge kosten per lancering had, en geen hoge ontwikkelkosten.