Een Amerikaanse rechter heeft de door een jury bepaalde boete van 500 miljoen dollar die Oculus moet betalen aan ZeniMax gehalveerd. Ook wijst de rechter een verkoopverbod op vr-brillen van Oculus af.
Volgens Reuters heeft de rechter beslist dat er niet genoeg bewijs is om aan te tonen dat de opgelopen schade een boete van 500 miljoen dollar rechtvaardigt. Begin vorig jaar bepaalde een jury dat Oculus een half miljard dollar moet betalen aan ZeniMax, onder andere wegens het breken van een geheimhoudingsverklaring.
Een verzoek tot een verkoopverbod van Oculus-producten is door de rechter afgewezen. Wel houdt de rechter vast aan een boete van 250 miljoen dollar, die door Oculus-oprichters Palmer Luckey en Brendan Iribe betaald moet worden aan ZeniMax. Oculus krijgt de boete omdat het intellectueel eigendom van ZeniMax heeft gebruikt voor het uitbrengen van de Oculus Rift-vr-headset.
Al in 2014 klaagde ZeniMax Oculus aan, omdat het naar eigen zeggen de rechten bezit van de techniek achter de Oculus Rift. John Carmack werkte oorspronkelijk bij id Software, onderdeel van ZeniMax, aan vr-techniek, maar stapte over naar Oculus. ZeniMax eiste een schadevergoeding van zes miljard dollar omdat Carmack code en belangrijke kennis van technologie meegenomen en gebruikt zou hebben.