Sinds begin 2014 worden er in Nederland steeds minder nieuwe glasvezelverbindingen aangelegd. In de tweede helft van 2013 waren dat er nog 283.000, maar in het afgelopen half jaar werden er slechts 48.000 huizen van glasvezel voorzien.
De cijfers blijken uit een analyse van adviesbureau Stratix op verzoek van de NOS. De daling is niet te wijten aan een verzadigde markt, nog maar 2,7 miljoen huizen hebben toegang tot glasvezel. Volgens de NOS is de gestage groei voor een groot deel te wijten aan KPN, dat in 2014 Reggefiber overnam. Sindsdien worden veel minder huizen aangesloten op glasvezel door het bedrijf.
In het halfjaar voor de overname sloot Reggefiber bijna 200.000 mensen aan, in de eerste helft van 2017 waren dat er 27.000. Er zijn ook andere bedrijven die infrastructuur aanleggen zodat huishoudens glasvezelabonnementen kunnen afnemen, maar Reggefiber is verreweg de grootste.
KPN en Ziggo, de grootste internetproviders van Nederland, leggen wel glasvezel aan, maar doen dat niet tot aan het huis. Veel huishoudens kunnen daardoor alleen dsl- of kabelinternet afnemen, met lagere snelheden. Met name de Randstad loopt achter volgens de NOS. In Rotterdam kan maar 3 procent van de huishoudens glasvezelinternet afnemen. In Amsterdam, Den Haag en Utrecht is dat respectievelijk 17, 9 en 21 procent.
Zowel KPN als Ziggo zetten in op het leveren van snellere verbindingen zonder glasvezel tot aan de deur aan te leggen. Zo is KPN begonnen met de eerste tests van Vplus, de opvolger van vdsl2 die met pair bonding downloadsnelheden tot 400Mbit/s mogelijk maakt. Bij nieuwbouwwijken kiest KPN wel voor het aanleggen van glasvezel tot aan de woning, maar bij bestaande wijken is dat te duur en te tijdrovend volgens het bedrijf.
KPN claimt op korte termijn meer huishoudens snel internet te kunnen bieden met de nieuwe technieken voor koper. Ook bij grotere glasvezelprojecten zoals die van Eindhoven en Hengelo is de implementatie van fiber-to-the-home om deze reden begin dit jaar stilgelegd.