Het feit dat Rusland de komst van Starlink naar Oekraïne met argusogen gadesloeg, heeft ook een rol gespeeld in de recente soap rondom internetsatellietbedrijf OneWeb en een geplande lancering van dat bedrijf. Die lancering vanuit de door Rusland gehuurde lanceerbasis, het in Kazachstan gelegen Kosmodroom van Bajkonoer, had op 5 maart moeten plaatsvinden. Enkele dagen daarvoor legde Roskosmos een potentiële bom onder de lancering. De organisatie stelde een nadere eis: het Verenigd Koninkrijk moest zijn aandelen in OneWeb opgeven, anders zou de lancering niet doorgaan.
Kwasi Kwarteng, de Britse minister van Economische Zaken, reageerde nog dezelfde dag. Hij wond er geen doekjes om en zei dat er geen sprake is van onderhandelingen over OneWeb en dat het Verenigd Koninkrijk zijn aandelen in het bedrijf niet verkoopt. Als gevolg daarvan zag OneWeb zich genoodzaakt om een drastische stap te nemen; het bestuur van het bedrijf stemde voor het opschorten van alle lanceringen vanaf Bajkonoer.
Een dag later begon Roskosmos met het verwijderen van de al in stelling gebrachte Sojoez-2.1b-draagraket. Het Russische persbureau TASS schreef dat Roskosmos aangaf dat de OneWeb-satellieten op het Kosmodroom van Bajkonoer blijven totdat de kwestie is opgelost. Roskosmos-directeur Dmitry Rogozin gaf ook aan dat het al betaalde geld voor de lancering niet wordt terugbetaald. Volgens TASS zei Rogozin dat dat geld in Rusland blijft 'als gevolg van de overmacht die is ontstaan uit het agressieve beleid van het Westen en de sancties tegen Rusland'. Chris McLaughlin, chief of government bij OneWeb, gaf aan dat de kosten van deze geannuleerde lancering tussen de 80 en 100 miljoen dollar bedragen, waar nog eens 1,2 miljoen dollar per satelliet bovenop komt. Er zouden 36 satellieten omhoog gaan, waardoor het verlies wel eens kan uitkomen op grofweg 133 miljoen dollar.
Roskosmos kwam kort voor de eis van het afstoten van de aandelen al met nadere eisen. OneWeb moest namelijk kort voor de lancering de garantie geven dat de te lanceren satellieten niet voor militaire doeleinden gebruikt zouden worden. Als die garantie niet binnen was voor de gestelde tijd, zou de Sojoez-raket weer verwijderd worden van het lanceerplatform in Kazachstan, werd toen al gezegd.
Deze bezwaren zijn wat overdreven, maar ook niet helemaal zonder onderbouwing. Op de website van OneWeb wijdt het bedrijf een aanzienlijke pagina aan de ondersteuning die de satellieten kunnen bieden aan 'overheidsoperaties' waarbij allerlei militaire toepassingen worden genoemd. Eind vorig jaar kwam OneWeb ook met een persbericht over hoe het nauwer samenwerkt met Airbus om de Europese militaire krachten te helpen met connecties. In dat bericht wordt het woord 'militair' maar liefst vier keer gebruikt. Eerder was er ook al een persbericht over de OneWeb-samenwerking met Peraton, een contractant van het Amerikaanse leger. Het doel van die samenwerking is om ook communicatie mogelijk te maken op lastig bereikbare plekken.
Roskosmos-directeur Dmitry Rogozin wees in deze context ook naar SpaceX. Het bedrijf van Elon Musk zou volgens hem internetsatellietdiensten aan de Oekraïense strijdkrachten hebben geleverd. Hiermee doelde hij ongetwijfeld op de Starlink-constellatie van SpaceX. OneWeb wordt daarmee min of meer vereenzelvigd. De gedachte zal zijn: als Starlink in Oekraïne een rol kan spelen, dan kan OneWeb dat in theorie ook.
Het OneWeb-netwerk
Dat laatste is in zoverre terecht dat het over twee westerse satellietconstellaties gaat die breedbandinternet willen aanbieden vanuit een lage baan om de aarde. Bij OneWeb gaat het echter niet om banen op 550km, maar om verschillende polaire banen op een hoogte van 1200km. Een andere overeenkomst is dat ook het OneWeb-netwerk gebruikmaakt van de Ku-band voor de gebruikersverbindingen en de Ka-band voor de verbindingen met de gateways op de grond.
In tegenstelling tot Starlink zal bij het netwerk van OneWeb echter geen sprake zijn van verbindingen tussen de satellieten. Een ander verschil is dat OneWeb een bent pipe-architectuur heeft. Daarbij wordt een uplinksignaal ontvangen, versterkt en vertaald in een downlinksignaal en -frequentie, die vervolgens weer worden versterkt en door middel van een sterke antenne naar de aarde worden gestuurd. Een gateway op de grond is nodig om de satellieten en het verkeer van en naar de satellieten en naar internet te beheren.
Het meest in het oog springende verschil is wellicht de geplande schaal. Starlink heeft inmiddels meer dan 2000 satellieten in een lage baan om de aarde. Dat moeten er minstens 4400 worden, maar er zijn plannen om het netwerk nog veel verder uit te bouwen. OneWeb daarentegen heeft een bescheidener doel: 648 satellieten. Daarvan er zijn er momenteel 428 in een baan om de aarde gebracht. De resterende meer dan 200 satellieten moeten volgens planning nog dit jaar worden gelanceerd, uitgesmeerd over 6 lanceringen met elk 36 satellieten. Daarmee moet nog dit jaar wereldwijde dekking worden bereikt.