Uiterlijk en aansluitingen
- Apple MacBook Pro 14"
- Apple MacBook Pro 16"
Samengevat
Apple's 2021-model van de MacBook Pro komt in een 14" en 16"-model en het mooie is dat je beide modellen van de snelste hardware kunt voorzien. Die snelle hardware is vervolgens te vergelijken met het snelste dat Intel, AMD en Nvidia te bieden hebben, hoewel de prestaties per toepassing verschillen. Het scherm heeft een miniled-backlight en biedt fantastische HDR-weergave, dankzij het grote aantal zones. Helaas zijn de responstijden van het scherm wel slecht. Daarnaast valt de accuduur enigszins tegen en is het instapmodel nog wel betaalbaar, maar zijn upgrades zeer prijzig. De buitenkant van de laptop is ook aangepast en die is nu voorzien van praktischere aansluitingen. Daarnaast is de geluidskwaliteit voor een laptop erg goed en is ook de stap naar een 1080p-webcam een welkome upgrade.
Samengevat
Apples 2021-model van de MacBook Pro komt in een 14" en 16"-model en het mooie is dat je beide modellen van de snelste hardware kunt voorzien. Die snelle hardware is vervolgens te vergelijken met het snelste dat Intel, AMD en Nvidia te bieden hebben, hoewel de prestaties per toepassing verschillen. Het scherm heeft een miniled-backlight en biedt fantastische hdr-weergave, dankzij het grote aantal zones. Helaas zijn de responstijden van het scherm slecht. Daarnaast valt de accuduur enigszins tegen en is het instapmodel nog wel betaalbaar, maar zijn upgrades zeer prijzig. De buitenkant van de laptop is ook aangepast en hij is nu voorzien van praktischere aansluitingen. Daarnaast is de geluidskwaliteit voor een laptop erg goed en is ook de stap naar een 1080p-webcam een welkome upgrade.
In de zomer van 2020 kondigde Apple aan dat het bedrijf zou stoppen processors van Intel af te nemen en in plaats daarvan eigen chips te gaan gebruiken. De daad werd een paar maanden later bij het woord gevoegd, met de introductie van de M1-processor die vervolgens in de MacBook Air en de 13,3"-versie van de MacBook Pro verscheen. Het was vervolgens een kwestie van tijd voordat de grote MacBook Pro, de 16"-variant, ook de overstap maakte. Dat moment kwam een krap jaar later. De 16" grote MacBook Pro kwam echter niet alleen, want Apple introduceerde ook een 14"-model. Beide modellen bespreken we in deze review.
Het leuke van de nieuwe MacBook Pro's is dat je in een oogopslag ziet dat ze echt nieuw zijn. Bij de laatste MacBook Air stapte Apple over van Intel-processors naar eigen chips, maar liet de buitenkant van de laptop ongemoeid. Dat is bij de 14"- en 16"-Pro wel even anders. De laptop is duidelijk dikker geworden dan zijn voorgangers en staat op vier rubberen voetjes die ook wat hoger lijken dan bij de oude MacBooks. Ook het toetsenbord neemt meer ruimte in, doordat de bovenste toetsenrij even hoog is als de rijen daaronder. Waar de vorige generatie MacBook Pro nog zo dun mogelijk gemaakt leek te zijn en voorzien werd van een flashy Touch Bar, lijkt de nieuwe MacBook Pro uit te moeten stralen dat hij een werkpaard zonder fratsen is. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan de aansluitingen; die zijn niet meer beperkt tot twee symmetrische USB-C-poorten per kant, maar er zitten een gewone HDMI-poort op en een kaartlezer. Het zijn praktische zaken die gebruikers vaak zullen gebruiken en waarvoor ze nu geen verloopkabel mee hoeven te nemen.
Die wisseling van designfilosofie is wat ons betreft een goede keuze. Enkel USB-C-poorten monteren op de dunne MacBooks was onpraktisch, het superdunne butterfly-toetsenbord kende veel problemen en werd in 2019 al de nek omgedraaid en de Touch Bar had ook weinig enthousiaste gebruikers. Voor de liefhebbers van USB-C: die poorten zitten er nog steeds op, maar het zijn er nu in totaal drie in plaats van vier op de oude 16" grote MacBook Pro. De poorten hebben ondersteuning voor Thunderbolt 4 en kunnen gebruikt worden om een extern scherm mee aan te sturen, maar ook om de laptop mee op te laden. Standaard worden de laptops echter geleverd met een USB-C-lader met een magnetische MagSafe 3-kabel. Het idee achter de magnetische aansluiting is dat hij losschiet als je per ongeluk over de laadkabel struikelt , zodat je niet je laptop van tafel sleurt. Als je de kabel omhoog of omlaag trekt, schiet hij inderdaad makkelijk los, maar als je hem naar links of rechts trekt blijft de kabel nog erg goed 'plakken', beter dan bij de oude MagSafe-connectors. Aan de andere kant: hij schiet makkelijker los dan bij USB-C.
De laptops zijn verder voorzien van een SD-kaartlezer en een HDMI 2.0-aansluiting. Dat laatste is een aparte keuze, want er zijn al laptops met HDMI 2.1-aansluiting en ook externe schermen, voornamelijk televisies, die over de aansluiting beschikken. Op zich is de afwezigheid van HDMI 2.1 geen ramp, omdat je via Thunderbolt wel een 4k120-scherm kunt aansturen, maar het was netjes geweest.
Ondanks dat er meer aansluitingen op de behuizing zitten dan bij de voorgangers, is het ontwerp van de MacBook Pro nog altijd strak en minimalistisch. Het geheel is van aluminium gemaakt en voelt bijzonder solide aan. Dat merk je ook aan het schermscharnier. Dat is soepel genoeg om het scherm met een vinger open te duwen, maar biedt genoeg weerstand om ervoor te zorgen dat het niet 'wiebelig' aanvoelt. De grotere behuizing maakt de MacBook Pro wel iets zwaarder. Het 16"-model weegt 2,15 kilogram, terwijl de oude 16"-er nog 2 kilogram woog. Het 14"-model weegt 1,61 kilogram en ook dat is niet echt licht voor een 14"-laptop, maar dit is een laptop waarop gewerkt moet worden en zoals verderop in de review duidelijk zal worden is dit een van de snelste 14"-laptops van dit moment.
Toetsenbord, touchpad en webcam
Zoals gezegd, is het toetsenbord ook aangepast en de Touch Bar, het oled-touchscreen dat op de plek van de functietoetsen zat, heeft het veld moeten ruimen. Wij zijn daar niet rouwig om. De Touch Bar bood weliswaar functionaliteit die losse toetsen niet kunnen bieden, maar je moest altijd goed kijken wat je deed, want je kon hem niet op de tast bedienen. Dat kan nu dus wel en de functietoetsen hebben bovendien de volledige hoogte, net als de rest van de toetsen. De functietoetsen worden volgens Apple door professionele MacBook-bezitters veel gebruikt, vandaar die keuze. Wat typcomfort betreft lijkt Apple hetzelfde magic keyboard te gebruiken als het sinds 2019 in al zijn laptops toepast. De toetsaanslag is duidelijk en de travel houdt niet over, maar er valt prima mee te werken. Apple heeft met de dikkere behuizing niet de kans aangegrepen om een nieuw toetsenbord met meer travel te ontwikkelen
Het grotere toetsenbord zorgt er wel voor dat de touchpad iets kleiner is geworden - maar het is nog altijd van flink formaat. Aan de opzet van de touchpad is verder niets veranderd. Het heeft een glazen oppervlak en door trilmotortjes onder de touchpad krijgt je vinger de illusie dat het oppervlak omlaag beweegt als je erop drukt, hoewel dat eigenlijk niet het geval is. De integratie met het besturingssysteem zorgt ervoor dat de multitouchbewegingen nog altijd snel opgepikt en soepel uitgevoerd worden.
Tot slot zal natuurlijk de inkeping bovenin het scherm niemand ontgaan zijn. Daarin bevindt zich nu een camera met een resolutie van 1920x1080 pixels en dat is een mooie stap vanaf de resolutie van 1280x720 pixels in de voorgaande MacBooks. Die resolutie treffen we ook op het gros van de Windows-laptops aan en houdt anno 2021 niet over. Apple gebruikt de isp in de T2-chip wel om de beelden te verbeteren, maar blijkbaar was dit het moment om meer beeldpunten uit de kast te trekken.
MacBook Air 720p (links) en MacBook Pro 1080p
Het verschil in kwaliteit van de webcams is duidelijk te zien. De nieuwe camera ziet wat meer detail in het gezicht en weet de TL-balk met meer detail weer te geven. De nieuwe camera, of eigenlijk de software erachter, lijkt het gezicht wat gladder weer te geven dan het in werkelijkheid is, meer nog dan de 720p-camera.
Bij goed beeld hoort natuurlijk ook goed geluid en dat is een punt waaraan Apple zorg heeft besteed. De kleine en de grote MacBook Pro zijn voorzien van zes speakers en die brengen - voor laptops - een uitstekend geluid voort, met - voor laptops - een indrukwekkende hoeveelheid laag. Uiteraard biedt een kwalitatief goede koptelefoon of een set externe luidsprekers een betere geluidsweergave dan de ingebouwde speakers, maar je zult bij de MacBooks minder snel naar een koptelefoon grijpen dan bij veel andere laptops.
Specificaties en cpu-benchmarks
Het hart van de MacBook's Pro bestaat uit Apples nieuwe M1 Pro- en M1 Max-processors. De bouwstenen van die processors zijn niet helemaal nieuw, want hoewel Apple er weinig duidelijkheid over biedt, lijken dezelfde cores gebruikt te worden als bij de gewone M1-processor. De gewone M1 was voorzien van acht cpu-cores in een big.Little-opstelling, bestaande uit vier zuinige en vier snelle cores. De M1 Pro- en M1 Max-processors worden voorzien van maximaal tien cores, waarvan twee zuinige cores zijn en de rest bestaat uit performance-cores. Die configuratie geeft ook aan dat de nadruk op snelheid ligt bij de nieuwe chips.
De M1 Pro en Max zijn gigantische chips, waarbij de M1 Max bestaat uit 57 miljard transistors. Bij het maken van de 5nm-chips is een foutje zo gemaakt en daarom maakt Apple ook langzamere versies van beide chips, waarbij defecte cpu- of gpu-cores zijn uitgeschakeld. Het 14"-instapmodel heeft dan ook acht cores in totaal en een gpu met veertien cores.
De prijs van het instapmodel bedraagt 2249 euro en wij testten ook het snellere 14"-model met tien cpu- en zestien gpu-cores en een 1TB-ssd. Daar betaal je wel behoorlijk voor bij, 500 euro namelijk. De upgradeprijzen van Apple zijn niet mals. Wil je op het 14"-model bijvoorbeeld 32 in plaats van 16GB werkgeheugen, dan kost dat je al 460 euro, en een 1TB-ssd in plaats van de standaard 512GB-ssd kost 230 euro. Upgrades kun je niet zelf uitvoeren, want alle hardware zit vastgesoldeerd op het moederbord.
|
Apple MacBook Pro 14 |
Apple MacBook Pro 14 |
Apple MacBook Pro 16 |
Processor |
Apple M1 Pro |
Apple M1 Pro |
Apple M1 Max |
Cores/threads |
8/8, 2x efficiency, 6x performance / |
10/10, 2x efficiency, 8x performance |
10/10, 2x efficiency, 8x performance |
Gpu |
14-core |
16-core |
32-core |
Werkgeheugen |
16GB lpddr5 |
16GB lpddr5 |
64GB lpddr5 |
Ssd |
512GB |
1TB |
2TB |
Wifi |
Airport Extreme, 802.11ax |
Airport Extreme, 802.11ax |
Airport Extreme, 802.11ax |
Scherm |
14,2", 3024x1964 pixels, ips, glanzend |
14,2", 3024x1964 pixels, ips, glanzend |
16,2", 3456x2234 pixels, ips, glanzend |
Gewicht |
1,6kg |
1,6kg |
2,2kg |
Accu |
69,6Wh |
69,6Wh |
99,9Wh |
Besturingssysteem |
MacOS 12.0.1, Monterey |
MacOS 12.0.1, Monterey |
MacOS 12.0.1, Monterey |
Prijs (Apple) |
2250 euro |
2750 euro |
4770 euro |
We hebben de bovenstaande drie configuraties getest, die allemaal van de laatst beschikbare versie van MacOS voorzien waren. Een klein puntje dat opvalt als je door het lijstje specs loopt, is wat ons betreft de afwezigheid van een draadlozenetwerkkaart met ondersteuning voor Wi-Fi 6E. Die kom je nog nauwelijks tegen in laptops, maar het lijkt erop dat netwerkapparatuur voor de 6GHz-band aan het eind van 2021 beter verkrijgbaar zal worden, Het was praktisch geweest als de MacBooks daar ondersteuning voor hadden gehad.
Apple MacBook Pro 2021 14" (links) en MacBook Pro 2021 16"
De hardware van de laptops is dus niet upgradebaar, maar we hebben de bodemplaat toch even van de laptops geschroefd. Gezien het recente nieuws dat Apple onderdelen voor Macs zal gaan verkopen aan particulieren, heb je daar als eindgebruiker misschien wel wat te zoeken. Bijvoorbeeld bij de accu. Apple heeft net als bij iPhones de verschillende delen van de accu vastgeplakt aan de behuizing, met een soort plakstrips die je er onderuit kunt trekken om zo de accu los te maken. Het is nog afwachten welke onderdelen Apple precies zal gaan leveren, maar we kunnen ons zomaar voorstellen dat je deze accu's binnenkort zelf kunt vervangen.
Benchmarks
We draaien om te beginnen Cinebench 23, dat native ondersteuning heeft voor de M1-processors en onder Windows gewoon als x86 draait.
- Cinebench 23 - Multi
- Cinebench 23 - Single
In de multi-test worden alle cores aan het werk gezet en is duidelijk te zien dat de 10-core M1-processors zich kunnen meten met de Ryzen 5900HX met acht cores. Het mooie is bovendien dat de koeling in beide gevallen bijzonder stil is. De fans draaien wel, maar maken een zacht ruisje en de koeling is daarmee merkbaar stiller dan die van het gros van de laptops. De M1 Pro-processor met acht cores is net even sneller dan een Ryzen 5600H, die over zes cores beschikt. In singlecore-toepassingen presteren de nieuwe M1-processors nog een fractie beter dan de oude M1, waarschijnlijk door de betere koeling, want de MacBook Air is passief gekoeld.
Coronarenderer is een renderengine die beschikbaar is in Autodesk 3DS Max en Maxon Cinema 4D. Wij draaien de officiële Corona Benchmark, waarin een voorgedefinieerde scène wordt gerenderd. Het verschil met de Cinebench-test is dat Corona niet voor de arm-architectuur is gemaakt en de Macs dus x86-code via Rosetta moeten uitvoeren.
- Geekbench 5 - Single
- Geekbench 5 - Single Crypto
- Geekbench 5 - Single Integer
- Geekbench 5 - Single Floating Point
- Geekbench 5 - Multi
- Geekbench 5 - Multi Crypto
- Geekbench 5 - Multi Integer
- Geekbench 5 - Multi Floating Point
- Geekbench 5 - OpenCL
Geekbench 5 is een crossplatform-benchmark die uit verschillende onderdelen bestaat en native op Apple silicon draait. In de singlecore-tests eindigen de MacBooks steeds bovenaan, behalve in de crypto-test. Daarbij wordt getest hoe snel de cpu is in het versleutelen van data met behulp van AES en dat doen de meeste recente Intel- en AMD-processors sneller. Bij de andere cpu-benchmarks prijken de nieuwe Apple-processors bovenaan in de lijstjes. Bij de OpenCL-tests, waarbij de gpu wordt ingezet om berekeningen te maken, is dat niet zo; daarbij zijn de non-Apple-gpu's duidelijk vlotter. Apple wil dat developers liever gebruikmaken van Metal, Apples eigen grafische api, en dat ondersteunt Geekbench 5 ook. Metal is iets vlotter dan OpenCL, maar een groot verschil is het niet.
De laatste benchmark die we draaien, is Da Vinci Resolve, dat ook native op de Mac-hardware draait. De gratis versie van Da Vinci op de Mac kan hardware-versnelling gebruiken bij het renderen en is dan supersnel, maar om een eerlijke vergelijking met Windows-apparaten te maken, hebben we de laptops ook getest zonder hardwareversnelling, die ook ontbreekt in de Windows-versie van Da Vinci. Opnieuw zien we dat de 10-core-processor zich met de Ryzen 9 5900HX kan meten, terwijl de 8-core M1 Pro vergelijkbaar is met een Ryzen 5600H.
Tot slot kijken we met behulp van Blender of de processors last hebben van throttling. Gezien het lage toerental waarop de ventilators draaien, kunnen we ons dat bijna niet voorstellen en uit de lijngrafiek komt dat ook naar voren. We renderen herhaaldelijk dezelfde afbeelding en iedere keer is de rendertijd vrijwel hetzelfde als bij de voorgaande afbeelding. De MacBook Air is passief gekoeld en het verschil dat dat maakt is ook duidelijk te zien, want de lijn loopt langzaam op doordat de hardware te warm wordt en dus gaat throttlen. De actief gekoelde MacBook Pro's hebben daar geen last van.
Gpu-benchmarks
De nieuwe MacBook Pro's worden geleverd met M1 Pro- en M1 Max-chips en het grote verschil tussen beide is de gpu. Die is met de cpu geïntegreerd en heeft in het geval van de M1 Pro maximaal 16 cores en in het geval van de M1 Max maximaal 32 cores. Om enigszins mislukte chips alsnog te kunnen gebruiken, heeft Apple ook een variant van de M1 Pro met 14 cores, waarbij dus twee gpu-cores zijn uitgeschakeld, en een variant van de M1 Max met 24 gpu-cores. Behalve het aantal cores is de geheugenbandbreedte waarover de chips kunnen beschikken een belangrijk verschil. De M1 Pro-chip wordt geflankeerd door twee lpddr5-geheugenchips, die een totale bandbreedte van 200GB/s kunnen bieden. De M1 Max heeft vier chips tot zijn beschikking, wat een verdubbeling van de geheugenbandbreedte oplevert.
Cpu- en gpu-cores maken gebruik van hetzelfde werkgeheugen, unified memory noemt Apple dat, en dat heeft als voordeel dat er niet van het geheugen van de cpu naar het geheugen van de gpu gekopieerd hoeft te worden, wat de chip efficiënter maakt. In de aankondiging van de nieuwe chips liet Apple zien dat de M1 Max zich zelfs met een RTX 3080-videokaart kon meten, maar is dat ook echt zo? We hebben een aantal tests gedraaid om dat uit te zoeken.
Om te beginnen hebben we Affinity Photo gedraaid, een fotobewerkingsprogramma dat Apple in zijn presentatie aanhaalde en dat ook een 'editors choice' is in de Mac App Store. Het mag duidelijk zijn dat deze software enorm geoptimaliseerd is voor de Apple-hardware en de M1 Max presteert bijna twee keer zo snel als een RTX 3080. De benchmark zegt meer over Affinity Photo dan over de hardware, maar laat ook zien dat je veel uit de hardware kunt halen als je ervoor optimaliseert.
Een wat 'neutralere' benchmark is 3DMark Wild Life. Deze test werkt op x86- en arm-processors en op Windows, MacOS, Android en iOS. In Windows maakt de test gebruik van Vulkan en onder MacOS uiteraard van Metal. De benchmark is puur grafisch, op een hoge resolutie, en ook daaruit blijkt dat de M1 Max zijn mannetje kan staan en in de buurt kan komen van een mobiele RTX 3080. De 16-core-gpu in de M1 Pro komt eerder in de buurt van een RTX 3050 Ti-videokaart, terwijl het 14-core-model een procent of dertien lager uitkomt. Dat is geheel volgens de verwachting, want de gpu-cores schalen vrijwel lineair.
- Total War: Troy - 1920x1080 - Medium
- Total War: Troy - 1920x1080 - Ultra
Vervolgens draaien we Total War: Troy, een game waarbij de bewegingen van veel units op het scherm berekend moeten worden, waardoor het een cpu-intensief spel is. De MacBooks moeten het x86-spel bovendien nog emuleren en dat gaat, zeker bij Medium-instellingen, duidelijk ten koste van de framerate.
- Rise of the Tomb Raider - 1080p - Medium
- Rise of the Tomb Raider - 1080p - Ultra
- Rise of the Tomb Raider - 4k - Medium
- Rise of the Tomb Raider - 4k - Ultra
Tot slot draaien we Rise of the Tomb Raider en die game draait, als we de resultaten op 4k Ultra erbij halen, op de M1 Max nog minder soepel dan op een laptop met GTX1660Ti. Op 1080p Medium-instellingen wordt de game vooral gelimiteerd door de cpu-snelheid en komt de framerate niet boven die van de Medion-laptop met 5600H-processor en RTX 3050 Ti-videokaart uit.
Van Affinity Photo tot aan Rise of the Tomb Raider: de conclusie van de vier bovenstaande benchmarks is dat het erg lastig is om een conclusie over de snelheid van de M1 Pro en Max te trekken. Als de software er helemaal voor geoptimaliseerd is, zoals bij Affinity het geval is, kunnen de nieuwe M1-gpu's bloedsnel zijn en kun je op het dubbele uitkomen van wat een laptop met RTX 3080 presteert. Wanneer je er games mee gaat spelen en de chip ook nog eens x86-code moet emuleren, wordt het een ander verhaal en is dezelfde gpu net iets meer dan de helft zo snel als een RTX 3080. Het is een wat onbevredigende conclusie, maar de belangrijkste factor voor de prestaties van de M1 Pro- en M1 Max-gpu's is niet zozeer de chip zelf, maar vooral de toepassing waar je ze voor gebruikt
Beeld: kalibratie, hdr en responstijden
Apple heeft de MacBook Pro op vrijwel alle punten gewijzigd en daarbij is het scherm niet achterwege gebleven. De oude MacBooks hadden absoluut geen slechte schermen. De resolutie van de 13,3"- en het 15"- en 16"-model lag hoger dan die van de meeste laptops van die formaten, die doorgaans op 1920x1080 bleven hangen. De helderheid en contrast waren ook hoger dan bij de meeste concurrenten en het kleurbereik besloeg de DCI P3-gamut, wat een stuk breder is dan de standaard sRGB-kleurruimte. Bovendien zijn de schermen op de MacBook Pro's die we in de afgelopen acht jaar getest hebben prima gekalibreerd. Daarmee willen we niet zeggen dat de MacBooks de beste schermen ooit hadden, maar ze zaten wat kwaliteit betreft bij de beste laptops. Geen klachten kortom, en toch heeft Apple op vrijwel ieder punt weten te verbeteren - en op een punt slechter gemaakt. Laten we beginnen met hetgeen je op het oog als eerste ziet; de vorm van het scherm.
:strip_exif()/i/2004792482.jpeg?f=imagearticlefull)
De bovenkant van het scherm lijkt op dat van een iPhone, met afgeronde hoeken en een inkeping voor de webcam. Die ronde hoekjes en inkeping gaan natuurlijk ten koste van de pixels op je beeldscherm en blijkbaar zag Apple dat ook niet zitten, want het scherm is - relatief gezien - iets hoger gemaakt dan bij voorgaande generaties. De inkeping neemt ongeveer 74 pixels aan ruimte in de hoogte in beslag en als je dat, in het geval van het 14"-model, aftrekt van de 1964 pixels in de hoogte kom je uit op een totaal van 1890 verticale pixels. Samen met de 3024 horizontale pixels maakt dat een beeldverhouding van 16:10. Effectief hou je dus meer ruimte over, want de menubalk is ook verplaatst naar die ruimte, terwijl die bij de vorige generatie de bovenrand van het scherm in beslag nam.
We noemden de resolutie van het 14"-model al, maar ook het 16"-model heeft ten opzichte van zijn voorganger een hogere resolutie gekregen. Die bedraagt nu 3456x2234 pixels. Net als bij het 14"-model is dat een resolutie die we niet eerder tegenkwamen, maar ze hebben wel een ding gemeen; de pixeldichtheid is hetzelfde, namelijk 254ppi. Dat is iets minder dan conventioneel 4k op een 16"-scherm (275ppi) en iets meer dan bij de vorige generatie MacBook Pro, die op 226ppi zat. Het levert op papier iets scherper beeld op, maar op het oog is het verschil nauwelijks waarneembaar.
Miniled-backlight
Wat je wel in een oogopslag ziet, is de enorm hoge helderheid die het paneel kan halen. Dat doet Apple met behulp van een backlight van minileds. Apple is daar niet de eerste mee, MSI bracht al een laptop met minledscherm uit in 2020, maar verder worden minileds vrijwel niet in laptops toegepast. De techniek is nog nieuw en daardoor vrij duur. Die dure backlight levert je wel wat op, want het geeft over het algemeen meer licht dan gewone led-backlights en kan in zones worden verdeeld, waardoor local dimming kan worden toegepast en waardoor hdr-beelden mooi kunnen worden weergegeven. Het 16"-model heeft 2554 dimbare zones en dat zijn er echt veel. De 240 zones die de eerder genoemde MSI heeft, steken daar schraal bij af, maar ook desktopmonitoren hebben niet zo veel zones. Er is op dit moment een professioneel 32"-scherm van ASUS met 1152 zones en een scherm van Dell dat even groot is en 2048 zones heeft. Samsungs nieuwste 49" grote 32:9-scherm heeft ook 2048 zones, Appls eigen Pro Display XDR heeft er 576. Het MacBook-scherm heeft met 2554 stuks dus meer zones dan deze dure desktopschermen - de Samsung kost 2100 euro, de Dell en ASUS 3500 - en heeft die zones bovendien over een veel kleiner oppervlak verdeeld.
We hebben de prestaties van de schermen in hdr-modus uiteraard getest met behulp van Portrait Displays calman color calibration-software. We beginnen met de weergave bij sdr-materiaal en die is al heel erg goed.
- Helderheid wit
- Contrast
- sRGB dekking
- DCI-P3 dekking
De maximale helderheid bij sdr-content zit op ongeveer 500cd/m², net als bij de vorige generatie MacBook Pro's. Het contrast is onmeetbaar hoog, want dankzij de miniled-backlight zijn de zwarte vlakken in ons testpatroon echt zwart. De schermen zijn vervolgens in staat om de hele P3-kleurruimte weer te geven, en ook dat kon de vorige generatie MacBook Pro al.
MacBook Pro 14 (links) en 16 (rechts)
Net als bij de vorige generatie zijn de schermen bovendien erg netjes gekalibreerd. Een afwijking van 3ΔE is eigenlijk al prima, want dat zou je al niet moeten kunnen onderscheiden, maar deze schermen zitten daar zowel bij het weergeven van de grijstinten als bij de meest gesatureerde kleuren ruim onder. In tegenstelling tot bij Windows-laptops heb je bij Macs er geen last van dat sRGB-materiaal te fel wordt weergegeven. Het kleurbeheer in macOS zorgt ervoor dat het scherm alleen overschakelt naar de bredere gamut als de weer te geven afbeelding of video een ingebed kleurprofiel heeft dat daar om vraagt.
Hdr
Wat deze schermen van 'gewone' laptopschermen onderscheidt, is de miniled-backlight. Bij het weergeven van hdr-content haalt - volgens Apple - het scherm een maximale helderheid van 1000cd/m² op een volledig scherm en is een piek van 1600cd/m² haalbaar als een kleiner deel van het scherm wit moet zijn. We hebben dit uiteraard gemeten en de opgave van Apple blijkt uitstekend te kloppen. We kwamen zelfs tot een hogere piekhelderheid dan de opgave van 1600cd/m² . Wat ook opvalt, is dat het scherm de opgegeven maximale helderheid van 1000cd/m² lang kan blijven vasthouden. Sommige hdr-schermen beginnen al na een paar seconden terug te zakken in helderheid, maar daar is bij de Macbook Pro zeker geen sprake van.
Uiteraard hebben we hdr-beelden bekeken op het scherm van de nieuwe MacBooks en de weergave is indrukwekkend. Het P3-kleurbereik kan voor flink gesatureerde kleuren zorgen, die door de felle backlight echt van het scherm springen. Uiteraard kunnen oled-schermen op pixelniveau dimmen, iets wat de MacBook-schermen niet kunnen, waardoor blooming ontstaat. Die lijkt, vooral onder een hoek, nog iets minder goed zichtbaar dan bij het scherm van de iPad Pro, die ook over een miniled-backlight beschikt. Daarnaast kunnen oled-schermen de piekhelderheid van de minileds lang niet evenaren en die hoge helderheid draagt wat ons betreft zeker bij aan een mooie hdr-weergave.
Voor het weergeven van hdr-beelden kun je de MacBooks op twee verschillende standen instellen; HDR Video en XDR. Die laatste stand zorgt voor de hoogste piekhelderheid, maar geeft beelden te helder weer. Dat is mooi terug te zien in de metingen, die niet veel verschillen tussen het 14"- en 16"-model.
MacBook Pro 14" HDR Video (links) en XDR
MacBook Pro 16" HDR-Video (links) en XDR
In de HDR Video-stand noteren we een ΔE-afwijking van slechts 0,49 en als we de helderheid in de vergelijking betrekken komen we uit op 0,36; vrijwel perfect dus. De maximale helderheid die we dan meten komt uit op ongeveer 1000cd/m². Zet je het scherm in XDR-modus, dan blijft het scherm de kleuren in principe nog altijd akelig precies weergeven, maar de maximale helderheid knalt omhoog naar ongeveer 1700cd/m² in onze metingen. Dat zorgt voor nog indrukwekkender beeld, maar strikt genomen is de helderheid te hoog, zoals blijkt uit onze metingen, die een afwijking van 7,1 en 6,26ΔE opleveren. Bovendien is niet alleen de piekhelderheid nu hoger; ook minder heldere kleuren worden feller weergegeven als bedoeld, zo blijkt uit onze metingen. Daarnaast zit er wat meer ‘roll-off’ rondom het knikpunt in de electro-optical transfer function, om nog wat meer detail in de helderste delen van het scherm te behouden. De modus ‘HDR Video’ kapt alle detail in highlights boven 1000 cd/m² af, wat strikt genomen is zoals het zou moeten zijn, maar wel tot zichtbare clipping kan leiden. Wil je een zo knallend mogelijke hdr-weergave bereiken, dan kun je het scherm dus in XDR-modus zetten, wil je liever dat de beelden precies zo weergegeven worden als ze bedoeld zijn, dan kun je kiezen voor de HDR Video-modus.
Refreshrate en responstijden
Alsof de nieuwe backlight en hogere resolutie nog niet genoeg waren, heeft Apple het nieuwe scherm ook van ProMotion voorzien. Dat is Apples marketingnaam voor schermen met een hogere verversingsfrequentie dan de standaard 60Hz. Op de MacBooks kan het scherm op 120Hz werken, maar ook terugschakelen naar een lagere refreshrate om energie te sparen. Over het algemeen werkt ProMotion prima; het wisselen van vensters en gebruik van MacOS gaat net even soepeler dan op een 60Hz-scherm. Opvallend genoeg blijkt dat Apple niet alle software geschikt heeft gemaakt voor ProMotion en er dus per applicatie ingesteld moet worden of ProMotion wel of niet ingeschakeld wordt. De belangrijkste applicatie die geen ondersteuning heeft is Safari. Lekker smooth scrollen is er dus voorlopig niet bij. We hebben een iPad met ProMotion naast onze MacBook Pro gehouden en het verschil was duidelijk zichtbaar. Apple heeft ondertussen een versie van Safari in ontwikkeling die wel 120Hz ondersteunt. Die zou dit probleem moeten oplossen.
- Reactietijd 0-100%
- Reactietijd 100-0%
- Reactietijd 20-80%
- Reactietijd 80-20%
Een probleem dat Apple vermoedelijk niet zo snel kan oplossen, betreft de abominabele responstijden van het ProMotion-scherm. De responstijd is de tijd die een pixel nodig heeft om van de ene naar de andere kleur te wisselen. Valt die tijd binnen een verversingscyclus van het scherm, dan is er niks aan de hand. Het MacBook-scherm heeft een refreshrate van 120Hz, wat wil zeggen dat pixels 8,33ms de tijd hebben om van kleur te wisselen. Lukt het niet binnen die tijd, dan ontstaat er ghosting. Normaal gesproken zijn responstijden vooral relevant voor gamers die games zoals shooters spelen waarbij reactievermogen belangrijk is. Bij de MacBooks Pro zijn de responstijden echter zo slecht, dat het waarneembaar is wanneer je niet aan het gamen bent, maar bijvoorbeeld een terminal-window, met daarin zwarte letters op een witte achtergrond, heen en weer sleept.
De slechte responstijden nemen niet weg dat het scherm van de nieuwe MacBooks prachtig beeld geeft. Enerzijds vanwege de hoge pixeldichtheid en helderheid, en anderzijds vanwege de manier waarop hdr-beelden worden weergegeven. De miniled-backlight is bovendien iets dat in vrijwel geen enkele laptop is terug te vinden. Wat dat betreft is het MacBook-scherm dan ook een grote stap vooruit. Dat maakt het misschien wel extra jammer dat zo'n goed scherm zulke slechte responstijden heeft.
Accuduur
We kunnen deze review natuurlijk niet afsluiten zonder naar de accuduur van de laptops te kijken. Toen Apple de MacBook Air en Pro met M1-processor uitbracht, kwamen we in onze browsetest bij beide laptops op een bijzonder lange accuduur uit. De Air hield het ruim veertien uur vol, terwijl de Pro ruim negentien uur kon browsen op een acculading, gemeten bij een helderheid van 180cd/m². Apple beloofde tijdens de presentatie van de nieuwe MacBooks zelfs een nog langere accuduur.
De nieuwe MacBook Pro's hebben echter minder zuinige hardware aan boord dan de M1-MacBooks. Miniled-schermen verbruiken over het algemeen meer energie dan de standaard edgelit-schermen en daar komt nog eens bij dat Apple de resolutie van de schermen verhoogd heeft. Meer pixels om aan te sturen, kost de gpu ook weer meer energie. Aan de andere kant is Apple erg goed in het optimaliseren van zijn besturingssysteem op de zelf ontwikkelde hardware.
Het resultaat in de browsetest valt daarom toch enigszins tegen. Ondanks de flinke accu's is de accuduur korter dan bij de M1-Macs. Hoe komt dat? Dat komt omdat de accuduur van 21 uur die Apple opgeeft, is gebaseerd op het afspelen van 1080p-beeldmateriaal in de Apple TV-app. De 13,3"-MacBook Pro moet het in dezelfde test 20 uur uithouden en de Air 18 uur. Bij het afspelen van films, die vaak een lage framerate hebben, kan het ProMotion-scherm van de nieuwe MacBooks terugschakelen naar een lagere verversingssnelheid, en op die manier veel energie besparen, waardoor Apple op een lange accuduur uitkomt. Als we Apples reviewer's guide erop na slaan, vermeldt de fabrikant inderdaad een accuwerktijd van 11 uur tijdens browsen voor het 14"-model en 14 uur voor de 16"-er. Bij het 14"-model met tien cores halen we een accuduur van 14 uur, anderhalf uur meer dan het 14"-model met acht cores. We hebben beide accutests drie keer gedraaid en kwamen steeds op ongeveer de bovenstaande resultaten uit. Het verschil is moeilijk te verklaren; de tien cores zouden in principe sneller een bewerking kunnen uitvoeren dan de acht cores, waardoor de cpu sneller in een lage energiestaat zou kunnen terugkeren. Maar als alle cores al door de browser gebruikt worden, kunnen we ons niet voorstellen dat het verschil anderhalf uur bedraagt.
Hoewel het miniledscherm van de MacBook Pro (hdr-)films een lust voor het oog maakt, zullen de meeste mensen de MacBook Pro niet aanschaffen om louter films op te kijken. Daarom is wat ons betreft de browsetest relevanter. Gezien de aanwezigheid van een miniledscherm met hoge resolutie is de accuduur die we in de tests halen dan ook niet slecht.
Conclusie
Apples paradepaardje, de MacBook Pro, is in zijn 2021-gedaante getransformeerd tot een werkpaard. Weg is de dunne behuizing, de flashy Touch Bar en het duo of kwartet aan USB-C-aansluitingen. Wat Apple met de MacBook Pro gebouwd heeft, is een laptop die de veeleisenden onder de Apple-gebruikers moet aanspreken, maar waarvan we ons kunnen voorstellen dat ook de niet-Apple-gebruiker enthousiast wordt.
Kijk bijvoorbeeld naar de benchmarks; daarin laat Apple zien dat, als we het heel erg chargeren, een opgevoerde iPhone-soc zich kan meten met de snelste Intel- en AMD-processors, terwijl de koeling veel minder herrie maakt dan bij de x86-concurrentie. Hetzelfde geldt voor de gpu, die bloedsnel kan zijn - afhankelijk van de benchmark - en ook weinig warmte ontwikkelt. Het mooiste draait alles natuurlijk wanneer je software gebruikt die specifiek voor het Apple Silicon gemaakt is, maar ook wanneer x86-code geëmuleerd moet worden, zoals bij games, zijn de prestaties indrukwekkend.
Indrukwekkend is ook het beeld, op het 16"-model dankzij een backlight die het scherm in meer zones verdeelt dan welk desktop-scherm op dit moment dan ook. Hdr-beelden knallen er vanaf door de hoge (piek-)helderheid, terwijl de kleurweergave bijzonder accuraat is. Het voelt - en dat klinkt een beetje overdreven - alsof je op een laptop uit de toekomst werkt.
Overdreven of niet, deze MacBook wordt ongetwijfeld een voorbeeld voor andere laptopbouwers. We kunnen dan ook niet wachten tot schermen met miniled-backlight in meer laptops opduiken, of totdat (non-Apple-)laptopprocessors weer een grote stap in snelheid en efficiëntie maken. Wie weet lukt dat door gebruik te maken van dezelfde arm-architectuur als Apple; Qualcomm ziet dat bijvoorbeeld wel zitten. Misschien stuwt de overstap naar een big.Little-processor de mobiele computerkracht weer een stuk voorwaarts. De toekomst zal het uitwijzen.
Maar, hoe enthousiast we ook van de hardware worden, perfect zijn de nieuwe MacBooks niet. De responstijden van de schermen zijn tegenvallers en afgaande op Apples beloftes hadden we een langere accuwerktijd verwacht. Daarnaast vallen we, zoals wel vaker, over de meerprijzen die Apple rekent voor de hardware-upgrades. De 512GB-ssd verdubbelen naar 1TB kost 230 euro, terwijl een upgrade van het werkgeheugen van 16 naar 32GB maar liefst 460 euro kost. Over een ding kunnen we echter niet meer klagen; de SD-kaartlezer. Die zit er gewoon weer op en daarmee pronkt het werkpaard van de toekomst - geheel terecht overigens - met een geheugensleuf uit het verleden.
- Apple MacBook Pro 14"
- Apple MacBook Pro 16"
- MacBook Pro 14" instapmodel
- MacBook Pro 16" instapmodel