De kans is groot dat je weleens van ASML hebt gehoord. Maar ook als dat niet zo is, heb je waarschijnlijk alsnog met ASML te maken. Het Veldhovense bedrijf maakt machines die worden gebruikt om chips mee te produceren. En omdat het daarin marktleider is, zitten die chips in heel veel apparaten. De smartphone in je broekzak, de laptop op je schoot of de auto op je oprit: ze bevatten allemaal chips en de kans is groot dat daaraan ASML-machines te pas zijn gekomen.
Ooit door de BBC omschreven als een 'relatief obscuur Nederlands bedrijf', is ASML in de afgelopen decennia uitgegroeid tot een grootmacht in de chipsector. Het bedrijf is als enige fabrikant in staat om 'euv'-machines te maken. Die zijn onmisbaar voor de chips van bedrijven als TSMC, dat produceert voor Apple en AMD, maar ook voor Samsung en Intel.
We hebben in de afgelopen jaren al de nodige aandacht besteed aan euv-lithografie en de opmaat daarnaartoe. Het zal je niet verbazen dat euv een ontzettend ingewikkeld en technisch onderwerp is. In artikelen als dit willen we dergelijke complexe onderwerpen toegankelijker maken. In dit verhaal zetten we daarom in relatief simpele termen de werking van euv uiteen. We bespreken waarvoor de machines van ASML gebruikt worden, wat de euv-machines van ASML zo bijzonder maakt en hoe ze in de toekomst nog beter gaan worden.
Lithografiemachines in het chipproductieproces
Om met de deur in huis te vallen: het is niet zo dat ASML-machines in hun eentje chips kunnen maken. Chipfabrieken bevatten een enorm wagenpark aan machines, die allemaal een eigen rol vervullen. De machines van ASML worden gebruikt voor 'slechts' een deel van het chipproductieproces. Tijdens dat proces worden miljarden kleine schakelaartjes op een 'wafer' geschreven en vervolgens met elkaar verbonden. Die schakelaars heten transistors en hebben twee standen: uit en aan. Een computer of smartphone begrijpt die twee standen als een '0' en een '1'. Heel ongenuanceerd: hoe meer transistors in een chip, hoe sneller die is.
ASML richt zich voornamelijk op de bouw van zogeheten lithografiemachines. Die worden gebruikt om het daadwerkelijke ontwerp van een chip te 'printen' op de wafer; dat is een schijf van silicium die dient als een soort fundering voor de chip. Silicium is een halfgeleider, wat betekent dat het zowel stroom kan geleiden als tegenhouden, afhankelijk van hoe je het beïnvloedt. Dat is gunstig voor transistors, die continu aan- en uitgezet moeten worden.
Het is dus niet zo dat je een stekker in een ASML-machine kunt steken en er vervolgens chips uit beginnen te rollen. Lithografie wordt wel gezien als een van de belangrijkste stappen in het proces, omdat het voor een groot deel bepaalt hoe klein de transistors kunnen worden. Hoe kleiner de transistors, hoe meer er in een chip passen en nogmaals: meer transistors betekent grof gezegd ook snellere chips.
Meer weten over hoe chips gemaakt worden?
Ben je benieuwd hoe het volledige chipproductieproces in elkaar steekt, van kale wafer tot een werkende chip? We publiceerden eerder een artikel en een video waarin het hele proces wordt uitgelegd. Je kunt beide hier bekijken. We gingen eerder ook op bezoek bij imec, een Belgische onderzoeksinstelling die werkt aan transistorsoorten die nog kleinere en snellere chips mogelijk moeten maken.
Hoe werkt een 'gewone' lithografiemachine?
Met lithografie wordt het ontwerp van een chip dus op de wafer geschreven, maar hoe doe je dat? De machines maken daarvoor gebruik van licht. Maar licht alleen kan geen wafer bewerken, want die is daar veel te hard voor. Daarom wordt er eerst een lichtgevoelig laagje aangebracht op de wafer: een zogenoemde fotoresist. Het chipontwerp wordt daarin geschreven en vervolgens wordt dat patroon met andere machines − dus niet die van ASML − overgebracht op de wafer zelf.
Een lithografiemachine bestaat uit drie primaire onderdelen: een lichtbron, een masker en de optiek. De lichtbron is meestal een laser, die geconcentreerd licht aanmaakt met een zeer specifieke golflengte. Je kunt het masker zien als een soort blauwdruk: er staat een deel van het chipontwerp op. De optiek stelt het chipontwerp scherp en bestaat uit een soort lenzen.
De machine werkt als volgt: de lichtbron maakt het licht aan, waarna dat de machine in wordt geschoten. Het loopt vervolgens door het masker heen, waardoor het chipontwerp erin terechtkomt in de vorm van schaduwen. Vervolgens wordt het licht verkleind en scherpgesteld door de optiek, waarna het op de lichtgevoelige fotoresist terechtkomt.
Als het licht met het chippatroon erin terechtkomt op de resist, vindt daar een chemische reactie plaats. Delen van de resist worden daardoor zacht en vervolgens weggespoeld met een ‘ontwikkelmiddel’, waarna het ontwerp permanent in de resist staat. De wafer is daarna klaar voor de rest van het productieproces. Dit alles wordt tientallen keren herhaald. Bij elke ronde wordt een laagje toegevoegd op de wafer: eerst de transistors en daarna de metaallagen die de transistors met elkaar verbinden. Een moderne chip kan tot wel honderd lagen bevatten. Het kan daardoor wel drie maanden duren voordat een wafer klaar is.
:strip_exif()/i/2007254450.jpeg?f=imagenormal)
De overstap naar euv-lithografie: waarom was dat nodig?
We zeiden het net al: lithografie is voor een groot deel verantwoordelijk voor het verkleinen van transistors. De maximale 'resolutie' van zo'n machine wordt bepaald door het zogeheten 'Rayleigh-criterium', dat aangeeft hoe klein de transistors kunnen worden met een enkele 'belichting'. Deze wordt deels gedicteerd door de golflengte van het licht: hoe korter de golflengte, hoe kleiner de transistors kunnen worden.
Een lithografiemachine kan op zich ook transistors maken die kleiner zijn dan de 'resolutie' voorschrijft. Dat gebeurt dan met een proces genaamd multipatterning. In plaats van het chipontwerp in één keer op de waferlaag te printen met een lithografiemachine, gebeurt dat in delen. Het laagje op de wafer wordt dan twee of meer keren belicht.
Multipatterning heeft dus voordelen voor de resolutie, maar tegelijkertijd duurt het maken van een chip daardoor een stuk langer. Het vergroot ook de kans op printfouten: als de verschillende chipdelen niet precies op elkaar aansluiten, kan dat ervoor zorgen dat de chip minder goed of zelfs helemaal niet werkt. Het liefst wil je multipatterning dus voorkomen.
Rond 2018 bracht ASML daarom euv-lithografie op de markt, na een lange ontwikkelperiode vol met obstakels. Euv staat voor extreme ultraviolet, de lichtsoort die wordt gebruikt. Euv heeft een golflengte van 13,5nm, een enorme stap ten opzichte van de 193nm-lichtbron die in de voorgaande machines werd gebruikt.
De overstap naar euv-licht verhoogde de resolutie dan ook aanzienlijk. Zo kunnen chipfabrikanten hun transistors nog kleiner maken zonder uit te wijken naar trucjes als multipatterning. Euv-licht bracht echter de nodige uitdagingen met zich mee. De basisprincipes van euv zijn niet anders dan bij een 'gewone' lithografiemachine: er zijn een lichtbron, een masker en een optiek. Om dit alles werkend te krijgen met euv-licht, moesten deze onderdelen echter allemaal fors aangepast worden.
Euv-licht opwekken: vliegende tindruppels beschieten met een laser
Die uitdagingen hebben alles te maken met de kortere golflengte van 13,5nm. Die zorgt er bijvoorbeeld voor dat euv-licht door vrijwel alles wordt geabsorbeerd, ook door de lucht. Het betekent dat de euv-machine van binnen vacuüm getrokken moet worden, in tegenstelling tot voorgaande lithografiemachines.
Vervolgens moet het euv-licht binnen de machine worden opgewekt. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor, maar ASML koos ervoor om tin te beschieten met een krachtige laser van bijna 30kW. Ter illustratie: een 5kW-laser is al voldoende om staal mee te snijden. Wanneer het tin wordt aangeschoten, ontstaat er een tinplasma. Dat plasma straalt het euv-licht met een golflengte van 13,5nm uit.
Het is alleen niet mogelijk om een groot blok tin in de machine te zetten en erop te schieten, want dat levert ontzettend veel rotzooi binnen de machine op. In plaats daarvan worden er ontzettend kleine druppeltjes tin de euv-machine ingeschoten met een snelheid van bijna 250 kilometer per uur. Iedere druppel wordt vervolgens, terwijl hij door de machine vliegt, tweemaal geraakt met een laser. De eerste laser is minder krachtig en maakt het druppeltje plat, als een soort pannenkoek. Dat bereidt de druppel voor op een voltreffer met de 30kW-laser, waarmee het tinplasma wordt gecreëerd. Daarbij komt dus ook het euv-licht vrij, wat via een spiegel de machine in wordt gestuurd.
Als dat is gebeurd, dan komt er een beetje euv-licht vrij. Om rendabele chipproductie te kunnen draaien, heb je aan één druppeltje echter niet genoeg. Hoe meer licht er in één keer op de wafer terechtkomt, hoe sneller het chipontwerp geprint wordt en hoe sneller de chip klaar is voor gebruik. Tijd is in dit geval vrij letterlijk geld. Om voldoende licht op de wafer te krijgen, worden daarom elke seconde 50.000 tindruppels beschoten op de bovenstaande manier. In de toekomst wil ASML dat zelfs nog verder ophogen om aan de gewenste productiesnelheid van chipfabrikanten te blijven voldoen.
:strip_exif()/i/2007601378.jpeg?f=imagenormal)
Bron: ASML
De optiek van euv: spiegels in plaats van lenzen
Door de korte golflengte moest ook de optiek helemaal worden omgegooid. Euv-licht wordt immers geabsorbeerd door glas, dus gewone lenzen werken niet. ASML moest daarom uitwijken naar spiegels, die het licht reflecteren. Maar nogmaals, euv-licht is nogal volatiel, dus met gewone spiegels kom je er nog niet.
ASML werkt voor de optiek samen met de Duitse lenzenfabrikant Zeiss. De twee bedrijven hebben samen een optisch systeem ontwikkeld dat zoveel mogelijk euv-licht kan weerkaatsen, zonder dat daarbij al te veel licht verloren gaat. De spiegels worden opgebouwd uit afwisselende lagen van silicium en molybdeen, en vervolgens uitgebreid gepolijst en voorzien van coatings.
Het resultaat is een nagenoeg perfecte spiegel, die zo plat is als maar kan. Als je een euv-spiegel zou uitvergroten naar de grootte van Duitsland, zou de grootste imperfectie 0,1mm hoog zijn. Als je hetzelfde zou doen met de spiegel in je badkamer, dan zou je metershoge bergen en metersdiepe kuilen op het oppervlak tegenkomen.
Dat alles zorgt ervoor dat het 13,5nm-licht zo efficiënt mogelijk gereflecteerd kan worden, waardoor zoveel mogelijk van het opgewekte euv ook daadwerkelijk op de wafer terechtkomt. Zelfs dan gaat er bij elke spiegel nog dertig procent van het opgewekte euv-licht verloren. Na tien spiegels, en een reflecterend masker met het chipontwerp erop, komt er dus slechts een fractie van het licht daadwerkelijk terecht op de wafer. Dat is dan ook een van de redenen dat er tienduizenden tindruppels per seconde verdampt moeten worden voordat je met voldoende tempo chips kunt produceren.
De spiegels van een euv-systeem (links) en het masker. Bron: ASML
De werking en toekomst van euv
Al die onderdelen werken samen om chips te bouwen. Dat is dus in de basis hetzelfde als bij voorgaande lithografiemachines. De lichtbron wekt euv-licht op door tindruppels te verdampen. Dat licht wordt via spiegels door de machine weerkaatst. Gaandeweg wordt het licht door de spiegels geconcentreerd en scherpgesteld, terwijl met een reflectief masker het chipontwerp in het licht wordt vastgelegd. Uiteindelijk komt het licht met een extreem hoge precisie neer op de wafer: alsof een astronaut op de maan met een laserpointer een 50-centmuntje op straat raakt. Dat alles gebeurt dus vele malen, totdat de chip na maandenlang werk klaar is voor gebruik.
Euv wordt al sinds 2019 daadwerkelijk toegepast door chipfabrikanten om steeds betere chipproductieprocessen te ontwikkelen. TSMC paste het als eerste toe, later gevolgd door Samsung, Intel en ook geheugenfabrikanten Micron en SK hynix. Naarmate de procedés steeds geavanceerder worden, neemt het gebruik van euv ook steeds meer toe. Het eerste TSMC-procedé met euv, N7+, gebruikte euv-machines bijvoorbeeld alleen voor de onderste vier lagen. Inmiddels heeft TSMC dat aantal naar schatting verhoogd naar meer dan twintig lagen bij zijn N3B-node.
In de tussentijd wordt er in Veldhoven nog altijd doorgewerkt om euv verder te verbeteren. Dit jaar nog is de volgende generatie van euv klaar voor productie. Deze zogeheten high-NA-euv-machines zullen dezelfde lichtgolflengte van 13,5nm gebruiken, maar krijgen een verbeterde optiek met een grotere numerieke apertuur. Een hogere 'NA' zorgt ervoor dat de optiek meer licht kan opvangen en scherpstellen, wat een betere resolutie mogelijk maakt. High-NA zal dus nóg kleinere transistors mogelijk maken, zonder multipatterning met 'gewone' euv-machines.
ASML werkt ook door aan het verhogen van het lichtbronvermogen, zodat er meer licht op de wafer terechtkomt voor een betere throughput. Tegelijk wordt onderzocht of de numerieke apertuur nóg verder opgehoogd kan worden met de introductie van hyper-NA. Hoewel de introductie daarvan nog niet vaststaat, was voormalig cto Martin van den Brink optimistisch over hyper-NA in zijn interviews met Tweakers.
Hoe dan ook, het moge duidelijk zijn dat euv best bijzonder is. Chips worden nog altijd elke paar jaar een stukje sneller. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door een Nederlands bedrijf dat met zijn machines de wetten van de natuur uitdaagt. Met een euv-roadmap die loopt tot in het volgende decennium, kunnen we zulke verbeteringen ook de komende jaren nog blijven verwachten.
Redactie: Daan van Monsjou Eindredactie: Marger Verschuur Bannerafbeelding: ArtemisDiana / Getty Images