Rijkswaterstaat concludeert in een proef, die mede is gehouden met TNO en LeasePlan, dat de energiekosten van elektrische auto's de helft lager zijn dan die van benzineauto's. De actieradius is echter beperkt tot 85 à 100 kilometer.
Rijkswaterstaat monitorde tijdens de proefperiode van een jaar 24 elektrische auto's en twee hybrides. Het gaat om twaalf Nissan Leafs, zes Mitsubishi i-MiEV's, zes Peugeot iOn-modellen en twee Toyota Prius-hybrides. Daarbij reden werknemers van Rijkswaterstaat vrijwel dagelijks in de voertuigen voor woon-werkverkeer en zakelijke afspraken.
Tijdens de proef werden de deelnemers door TNO geïnterviewd over hun bevindingen met de elektrisch aangedreven voertuigen. Ook werd het energieverbruik continu gemonitord. De rijksdienst wilde met de proef vaststellen of het haalbaar is om een deel van zijn vloot te vervangen door elektrisch aangedreven voertuigen. Verder wil de overheid inzicht krijgen in de voor- en nadelen van 'elektrische mobiliteit' omdat er nog onvoldoende kennis zou zijn over prestaties, energiegebruik, veiligheid en total cost of ownership.
In een woensdag gepresenteerd onderzoek concludeert Rijkswaterstaat dat het mogelijk moet zijn om in 2015 een kwart van zijn voertuigenvloot elektrisch te laten rijden. Met name de besparing zou interessant zijn: de energiekosten van elektrische auto's zouden in de praktijk de helft lager zijn dan bij een moderne benzineauto. Ook zouden de chauffeurs van de auto's enthousiaster zijn over de elektrische auto's naarmate deze langer gebruikt werden.
Desondanks tekenen de opstellers van het rapport twee grote bezwaren aan: in de praktijk blijkt de gemiddelde actieradius te schommelen tussen de 85 en 102 kilometer, aanzienlijk lager dan de specificaties van de autofabrikant. Desondanks zou deze nog voldoende zijn voor regulier werkverkeer. Een tweede kanttekening is de beperkte beschikbaarheid van laadpunten: Rijkswaterstaat pleit dan ook voor verdere investeringen in een oplaadinfrastructuur.