De telecomdatabase CIOT, waarin informatie over internet- en telefoniegebruikers te vinden is, wordt niet uitgebreid. De overheid overwoog om providers meer gegevens naar de telecomdatabank te laten doorsluizen, maar dat gaat dus niet door.
Het onderzoek naar de uitbreiding van de CIOT-database is zonder aankondiging stopgezet, blijkt uit een brief die privacy-organisatie Bits of Freedom in handen heeft gekregen door een verzoek op basis van de Wet openbaarheid bestuur. In de brief schrijft een hoge ambtenaar van het Ministerie van Veiligheid en Justitie dat uitbreiding 'niet opportuun wordt geacht'.
De overheid onderzocht of providers ook historische gegevens naar de database zouden moeten uploaden. Nu al sturen internet- en telecomproviders hun volledige klantenbestanden één keer per dag naar de overheid, zodat opsporings- en veiligheidsdiensten direct de contactgegevens van internet- en telefoongebruikers kunnen opvragen.
Als de plannen waren doorgezet, had de politie bijvoorbeeld ook informatie kunnen opvragen over oudere gegevens, bijvoorbeeld waar iemand enige tijd geleden woonde. Ook gegevens over internet- en telefoongebruik zouden dan in de database worden opgeslagen. Die informatie blijft overigens wel opvraagbaar: internet- en telecomproviders moeten dergelijke gegevens een halfjaar tot een jaar bewaren en de opsporings- en veiligheidsdiensten kunnen dit vervolgens opvragen. Het verschil is dat de informatie niet direct bij de overheid zelf wordt opgeslagen.
Het plan is al eind 2010 geschrapt, blijkt nu. Aanvankelijk overwoog de overheid overigens om ook gegevens van bankklanten in de database op te nemen, maar daar werd later van af gezien.
Bits of Freedom is blij dat de database niet verder wordt uitgebreid, maar wil dat deze eigenlijk volledig wordt stopgezet. KPN sprak zich eerder al uit tegen de uitbreiding van de database, omdat er dan te weinig controle zou zijn op de rechtmatigheid van inzageverzoeken.